Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties
Persbericht ministerraad
20 mei 2005
KABINET: HELDERE NORMEN NODIG VOOR ZBO'S
Het kabinet wil de instelling van nieuwe Zelfstandige Bestuursorganen
(ZBO's) aan strakkere en heldere normen binden. De beweegredenen om een ZBO
in het leven te roepen (de zogeheten instellingsmotieven) zullen voor dat
doel worden aangescherpt. Het kabinet wil verder de bestaande ZBO's
doorlichten, waarbij onder meer wordt gekeken naar de vraag of deze op
basis van de aangescherpte instellingsmotieven nog bestaansrecht hebben.
Daarbij zullen op basis van kosten-baten-analyses besluiten worden genomen
over het wel of niet onderbrengen van ZBO's bij ministeries.
Dit staat in het kabinetsstandpunt op het rapport 'Een herkenbare staat:
investeren in de overheid' van de werkgroep Verzelfstandigde Organisaties
op Rijksniveau (werkgroep Kohnstamm). De ministerraad heeft op voorstel van
minister Pechtold voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties en
minister Zalm van Financiën ingestemd met toezending aan de Tweede Kamer
van de kabinetsreactie.
Het kabinet onderschrijft in hoofdlijnen de analyse van de werkgroep
Kohnstamm dat de kern van het probleem ligt in onduidelijkheid en
verscheidenheid inzake de verantwoordelijkheid van de ministers ten
opzichte van zelfstandige bestuursorganen. Er bestaan vele soorten ZBO's
met verschillende verantwoordelijkheden, bevoegdheden en beheersregimes.
Dit komt de overzichtelijkheid niet ten goede en roept soms vragen op over
de reikwijdte van de ministeriële verantwoordelijkheid. Het kabinet
bevestigt overigens dat er geen aanwijzingen zijn dat ZBO's in het algemeen
disfunctioneren.
Volgens het kabinet is een verdere verduidelijking nodig van de reikwijdte
van de ministeriële verantwoordelijkheid ten opzichte van ZBO's. Het
kabinet onderschrijft het standpunt van de werkgroep dat rijkstaken in
beginsel moeten worden uitgevoerd onder volledige ministeriële
verantwoordelijkheid en dat daarop slechts in een beperkt aantal gevallen
onder strikte voorwaarden uitzonderingen kunnen worden gemaakt. Het kabinet
wil dan ook de normen voor de instelling van ZBO's aanscherpen. Ook wil het
kabinet scherper gaan toezien op de verdeling van verantwoordelijkheden en
bevoegdheden tussen ministers en ZBO's.
Ministers moeten over voldoende bevoegdheden beschikken om ervoor te kunnen
zorgen dat ZBO's hun taken goed uitvoeren. Dat betekent dat zij de
mogelijkheid moeten hebben algemene aanwijzingen te geven, besluiten te
vernietigen, inlichtingen in te winnen. Daarnaast moeten ministers over
voldoende mogelijkheden beschikken om de bedrijfsvoering van het ZBO te
beïnvloeden. Daartoe moeten zij de begroting (en eventuele tarieven) kunnen
goedkeuren, de bestuurders kunnen aanstellen en ontslaan en de bezoldiging
of schadeloosstelling van bestuurders kunnen vaststellen. Kortom, ministers
moeten kunnen ingrijpen als dat nodig is.
Het kabinet meent dat het bij de Eerste Kamer aanhangige wetsvoorstel voor
een Kaderwet ZBO's zal bijdragen aan de verduidelijking van de reikwijdte
van de ministeriële verantwoordelijkheid. Zo regelt het wetsvoorstel al een
grote mate van aanscherping en verduidelijking van de verdeling van
verantwoordelijkheden en bevoegdheden tussen minister en ZBO's. De Eerste
Kamer zal dan ook worden verzocht de behandeling van deze wet voort te
zetten.
RVD, 20.05.2005
Ministerie van Algemene Zaken