Ministerie van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801
2509 LV Den Haag
der Staten-Generaal Anna van Hannoverstraat 4
Binnenhof 1a Telefoon (070) 333 44 44
2513 AA `s-GRAVENHAGE Telefax (070) 333 40 33
Uw brief Ons kenmerk Doorkiesnummer
d.d. 2 mei 2005 AV/KO/2005/33380
kenmerk 2040513940
Onderwerp Datum Contactpersoon
Kamervragen van het lid Gerkens over de 'flex- 20 mei 2005
aupair'
./. Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het lid Gerkens (SP) over de flex-aupair, d.d.
2 mei 2005.
De Minister van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,
(mr. A.J. De Geus)
2040513940
Vragen van het lid Gerkens (SP) aan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de
flex- aupair (Ingezonden 2 mei 2005)
1
Wat is uw reactie op de Nova-uitzending `ouders ontdekken flex-aupair'?
De Nova-uitzending die u hierboven aanhaalt, gaat over één specifiek geval, namelijk het bureau
Melio Flexcare dat met au pairs gastouderopvang zegt te bieden.
De Inspectie voor Werk en Inkomen (IWI), die namens mij, op grond van de Wet kinderopvang,
rijkstoezicht houdt op het toezicht dat gemeenten uitvoeren, was reeds voor deze uitzending
bekend met dit bureau. Dit is voor IWI aanleiding geweest nader onderzoek te verrichten, zoals u
in onderstaande antwoorden kunt lezen.
2
Onderschrijft u de stelling dat tegenwoordig vele vormen van opvang onder de noemer
innovatieve opvang worden geschoven, waardoor de kwaliteitseisen dreigen te vervallen?
Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat is uw mening hierover?
Deze stelling onderschrijf ik niet. De Wet kinderopvang kent twee soorten opvang. Opvang in
kindercentra (dagopvang en buitenschoolse opvang) en gastouderopvang. De wet biedt tevens de
mogelijkheid tot het benoemen van experimentele vormen van opvang. Deze mogelijkheid is benut
en heeft geleid tot het `Tijdelijk besluit innovatieve kinderopvang' dat onlangs in werking is
getreden. Dit besluit omschrijft welke vormen van gastouderopvang innovatief genoemd mogen
worden. Dit betreft uitsluitend gastouderopvang van gelijktijdig ten hoogste zes kinderen (in plaats
van vier kinderen zoals in de wet omschreven staat) en/of gastouderopvang op het woonadres van
de gast- of vraagouder (in plaats van opvang in de gezinssituatie in de woning waar de gast- of
vraagouder zijn hoofdverblijf heeft, zoals de wet voorschrijft). Voor deze nauw omschreven
vormen van innovatieve gastouderopvang gelden de kwaliteitseisen zoals die voor
gastouderopvang gelden en die voortvloeien uit de wet en nadere regelgeving (zoals de
Beleidsregels kwaliteit kinderopvang). Tevens zijn enkele aanvullende kwaliteitseisen in de
regelgeving opgenomen (zoals brancheverenigingen en de ouderorganisatie die hebben verwoord in
het `Convenant Verantwoorde kinderopvang, verdere stappen naar de toekomst').
Andere vormen van kinderopvang dan hierboven genoemd, kent de Wet kinderopvang niet.
Ouders die gebruik maken van andere vormen komen dan ook niet in aanmerking voor een
tegemoetkoming in de kosten van de Rijksoverheid.
3
Worden bureaus die bemiddelen voor flex-au pairs geregistreerd? Zo ja, gebeurt dit op
landelijk of op gemeentelijk niveau? Indien dit op gemeentelijk niveau gebeurt, wordt dit
dan vervolgens getoetst aan de wet? Zo ja, hoe?
Bureaus die bemiddelen voor au pairs worden niet centraal geregistreerd.
Ook in het kader van de Wet kinderopvang is geen sprake van een centrale landelijke registratie.
Gastouderbureaus en kindercentra moeten zich melden bij de gemeente van vestiging. De
gemeente neemt de instellingen op in een openbaar register kinderopvang. Daarmee is het regime
van toezicht, zoals dat is opgenomen in de Wet kinderopvang, van toepassing. De GGD voert
---
inspecties uit en beoordeelt of het gastouderbureau de taken verricht die een gastouderbureau op
basis van de Wet kinderopvang geacht wordt te verrichten.
In het geval van het betreffende bureau Melio Flexcare heeft IWI de gemeente Haarlemmermeer
om een toelichting verzocht en de vraag voorgelegd op welke gronden zij het bureau Melio
Flexcare in het gemeentelijk register heeft ingeschreven als experimentele gastouderopvang. De
gemeente heeft IWI inmiddels laten weten dat de registratie als experimentele vorm van
gastouderopvang in het register foutief was en gecorrigeerd is in gastouderopvang. Tevens heeft de
gemeente Haarlemmermeer de GGD verzocht om een onderzoek in te stellen naar de wijze
waarop Melio Flexcare uitvoering geeft aan haar werkzaamheden als gastouderbureau.
Naast IWI heeft thans ook de IND in onderzoek of de inzet van au pairs als gastouder door Melio
Flexcare zich beweegt binnen de regels die Justitie aan au pairs stelt. Dit betreft onder meer de eis
dat au pairs, in ruil voor kost, inwoning en zakgeld, niet meer dan acht uur per dag en maximaal
dertig uur per week licht huishoudelijk werk mogen verrichten. Hun verblijfstitel is daarop
afgestemd.
Afhankelijk van de uitkomst van dit onderzoek zal de Arbeidsinspectie (AI) nagaan of sprake is
van een gedraging die in strijd is met de Wet arbeid vreemdelingen.
IWI wacht momenteel op de resultaten van deze drie onderzoeken (GGD, AI, IND). IWI zal de
uitkomsten betrekken in het aan mij uit te brengen oordeel over de feiten en omstandigheden.
Vervolgens zal ik overwegen of nadere bestuurlijke actie richting Haarlemmermeer aan de orde is.
4
Klopt het dat men Nederlands moet spreken om onder de Wet kinderopvang te vallen? Zo
ja, hoe verklaart u dat de in de uitzending aanwezige flex-aupairs wel onder de wet vallen
en toch geen Nederlands spreken?
De Wet kinderopvang stelt in artikel 55 de Nederlandse taal als voertaal verplicht in de opvang
van kinderen in kindercentra. Voor gastouderopvang is dit vooralsnog niet geregeld. Dit heeft te
maken met de in de Wet kinderopvang voorgestelde rol van het gastouderbureau. Een
gastouderbureau biedt niet zelf kinderopvang, maar draagt zorg voor een verantwoorde uitvoering
van de werkzaamheden, waaronder wordt verstaan het tot stand brengen en begeleiden van
gastouderopvang.
Het is mij niet bekend in hoeverre de beheersing van de Nederlandse taal tot mogelijke problemen
leidt in de gastouderopvang. De regering is voornemens daarnaar in een breder verband onderzoek
te verrichten, waarbij het aangrijpingspunt ligt bij de functie van kinderopvang (waaronder
begrepen gastouderopvang) als onderdeel van het integratieproces van de vraagouders en hun
kinderen1.
1 Zie de Memorie van toelichting op de Tweede Nota van Wijziging van de Wet basisvoorziening
kinderopvang. Kamerstukken II, 2003-2004, 28447, nummer 16.
---
5
Deelt u de mening dat het aantal flex-aupairs toeneemt omdat de kosten voor veel gezinnen
zijn gestegen als gevolg van de Wet kinderopvang? Zo neen, hoe verklaart u dat de opkomst
van het aantal flex-aupairs? Zo ja, vindt u dit wenselijk? Indien u dit niet wenselijk acht,
wat gaat u hieraan doen?
Zoals ik in mijn antwoord op uw eerste vraag al heb aangegeven, gaat het hier om één specifiek
geval, op grond waarvan ik geen algemeen geldende conclusies kan trekken. Wel laat ik, zoals ik u
meldde bij de beantwoording van de vragen van het lid Koser Kaya,2 onderzoek doen naar het
effect van de invoering van de Wet kinderopvang op de gebruikers van kinderopvang. Dit
onderzoek betreft een nulmeting eind 2004 en twee peilmomenten in 2005. In het onderzoek komt
ook het gebruik van formele en informele kinderopvang aan de orde. Bij de informele
kinderopvang wordt apart gevraagd naar opvang door au pairs. Ik heb toegezegd u de resultaten
van dit onderzoek toe te zullen zenden.
2 Kamerstukken II, Aanhangsel Handelingen nr. 1006, 2004-2005, pg. 2135-2136.
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid