Deskstudie naar de effecten van predippen op uiergezondheid en melkkwaliteit
PraktijkRapport 66
Auteur: J.J. Poelarends
Het Praktijkonderzoek voerde in 2004 in opdracht van de Commissie
Melkveehouderij van Productschap Zuivel een deskstudie uit naar de
effecten van predippen op de uiergezondheid en kwaliteit van de melk
(residuen).
Uit de inventarisatie van de wetenschappelijk literatuur blijkt dat
predippen tot residuen in de melk kan leiden. In de beschreven
onderzoeken is alleen gekeken naar residuen van actieve componenten.
Het grondig afdrogen van de spenen kan residuen voorkomen en is dus
absoluut noodzakelijk. Maar afdrogen bleek niet altijd afdoende om
residuen te voorkomen. Daarnaast speelt de gebruikte concentratie een
rol, evenals de formulering van het middel. Predippen kan dus leiden
tot residuen in de melk. Dit kunnen residuen zijn van de actieve
componenten, zoals jodium en chloorcomponenten, maar mogelijkerwijs
ook van dragerstoffen. In onderzoek is echter nog nooit gekeken naar
dragerstoffen, omdat deze moeilijk te analyseren zijn.
In Nederland wordt predippen momenteel naar schatting door gemiddeld
2,5% van de veehouders toegepast. Daarnaast gebruikt zo'n 2 tot 2,5%
van de veehouders geïmpregneerde uierdoeken. Predippen wordt vaak voor
een kortere periode toegepast om problemen met uiergezondheid onder
controle te krijgen, maar een aantal veehouders past predippen continu
toe. Predippen wordt soms geadviseerd op bedrijven waar de
infectiedruk hoog is. Als het probleem is opgelost stoppen de
veehouders vaak weer vanwege de extra arbeid die het kost. Predippen
lijkt effectief te kunnen zijn tegen omgevingsbacteriën.
Nizo food research heeft als onderdeel van deze deskstudie een
inventarisatie uitgevoerd naar de risico's voor de humane gezondheid
en melkkwaliteit als gevolg van residuen van actieve stoffen en
dragerstoffen. Hierbij is uitgegaan van de stoffen die aanwezig zijn
in de meest toegepaste predipmiddelen en geïmpregneerde uierdoeken in
Nederland. Het Nizo concludeert in haar risico-inventarisatie dat er
geen voor de gezondheid schadelijke residuen van actieve stoffen of
dragerstoffen in de melk terechtkomen. Lage residuconcentraties van
pre-dipmiddelen kunnen echter de verwerkings- en technologische
eigenschappen van melk(producten) en het imago van de melkveehouderij
en de zuivelsector negatief beïnvloeden. Echter, jodium zal niet snel
schadelijke gevolgen hebben voor de volksgezondheid of melkkwaliteit.
Melk is een belangrijke bron van jodium voor de mens. Maar als jodium
in de melk afkomstig is uit desinfectiemiddelen, is ten eerste de
hoeveelheid jodium niet controleerbaar (afhankelijk van werkwijze
etc). Ten tweede wordt het beschouwd als een contaminatie, in
tegenstelling tot jodium dat via voer in melk komt. Het zou in ieder
geval negatief kunnen werken voor het imago van de melkveehouderij.
Dus ook die residuen zijn ongewenst.
De conclusie is dat in een experiment onderzocht moet worden of de
meest gebruikte middelen in Nederland kunnen leiden tot onaanvaardbare
hoeveelheden residuen in de melk.
Wilt u het hele praktijkrapport lezen? Dat kan. Bestel
praktijkrapport 66 hier voor de prijs van EUR 14.71 (excl BTW) ,lees
het volledige praktijkrapport hier .
Rundvee praktijkrapport 66: Deskstudie naar de effecten van predippen
op uiergezondheid en melkkwaliteit - 2005 - 27 pagina's
Oudste praktijkrapport Vorige praktijkrapport Overzicht alle
praktijkrapporten Volgende praktijkrapport Nieuwste praktijkrapport
Zie ook:
Ammoniakemissie uit de melkveestal bij beperkte weidegang in relatie
tot melkureumgehalte
Gebruik droogzetters op basis van bedrijfsinformatie
Vooral aandacht voor uiergezondheid
Melkstelspoeling beperkt infecties niet
Bedrijfsbehandelplan hulpmiddel bij mastitisbestrijding
---
© Praktijkonderzoek - Animal Sciences Group - Wageningen UR. Laatst
bijgewerkt: 20-05-2005 10:12.
Mail vragen en opmerkingen over de Praktijkonderzoek Website naar:
webmaster.po.asg@wur.nl
Praktijkonderzoek Veehouderij