---

Brieven aan de Kamer
---

Appreciatie IGK-jaarverslag 2004

18-5-2005 10:21:00

In deze brief ga ik in op het jaarverslag van de Inspecteur-generaal der krijgsmacht (IGK) over het jaar 2004. De IGK bekleedt een onafhankelijke positie, zowel ten opzichte van de krijgsmacht als ten aanzien van de politieke leiding van Defensie. Hij vormt zich onbelemmerd een beeld en een oordeel over de gang van zaken bij de krijgsmacht, de kwaliteit van de militaire inspanningen, de arbeidsomstandigheden en het welzijn van de personeelsleden. Gevraagd en ongevraagd stelt de IGK bij de defensieleiding onderwerpen aan de orde die zijn aandacht trekken of waarover zijn bezorgdheid is ontstaan.

Het jaar 2004 stond voor een groot deel van de personeelsleden van de krijgsmacht in het teken van twee ontwikkelingen. In de eerste plaats kenmerkte 2004 zich door een omvangrijke presentie van Nederlandse militairen en materieel in operaties ver buiten ons grondgebied. De voorbereidingen op de missies en het waarborgen van het voortzettingsvermogen voerden de druk op de organisatie op. De omstandigheden waaronder in het inzetgebied vaak riskant werk diende te worden verricht, waren niet gemakkelijk. Het lot van sergeant 1 Dave Steensma en wachtmeester der eerste klasse Jeroen Severs heeft ieder bij Defensie diep geraakt.

In de tweede plaats zijn in 2004 ongekende en diepingrijpende reorganisaties begonnen met als doel een nieuw evenwicht tot stand te brengen. In alle geledingen van de krijgsmacht was het in werking treden van maatregelen die in het kader van de opgelegde bezuinigingen moesten worden genomen voelbaar. Hierdoor nam de druk op de organisatie en op het gemeenschappelijke produkt (het opleiden, gereedstellen en uitzenden van militairen) toe. Voor veel individuele werknemers luidden de reorganisatiemaatregelen ook een periode van onzekerheid over de toekomst in. Die onzekerheid blijft een punt van zorg. Dit heeft soms zijn weerslag op de werkomstandigheden en het plezier in het werk.

De IGK vervult grosso modo de rol van ombudsman bij de krijgsmacht. In de loop der jaren is het belang van diens waarneming, appreciatie en rapportage gebleken. Dat kan positieve ontwikkelingen betreffen, maar uiteraard juist ook tekortkomingen. De gepercipieerde klachten van personeelsleden klinken in zijn jaarverslag derhalve merkbaar door.

Ten aanzien van de rapportages van de IGK De IGK en zijn staf hebben in 2004 tachtig werkbezoeken afgelegd, waarbij een onderscheid werd gemaakt tussen operationele, ondersteunende en stafeenheden. Zoals hij in zijn voorwoord stelt, zijn de rapportages in de loop van het jaar in de meeste gevallen besproken met de militaire, ambtelijke en soms ook met de politieke leiding van Defensie.

Veel van de tekortkomingen die de IGK bij de defensieleiding aan de orde stelde, waren daar bekend. Gerichte maatregelen en verbeteringen waren in een deel van de gevallen al in voorbereiding of in uitvoering, zoals de IGK ook al zelf vaststelt. Voorbeelden hiervan zijn het anti-drugsbeleid, de verbetering van de basisvaardigheden van de Koninklijke marechaussee en het acclimatiseringsprogramma bij uitzendingen.

Het komt ook voor dat het defensiebeleid niet zal veranderen, ondanks klachten bij het personeel. Zo heeft de methodiek voor uitzendritmes nadelen, maar voldoet deze het best om het voortzettingsvermogen van Nederlandse militaire inzet te waarborgen. Ook erken ik dat de beperkingen die zijn opgelegd ten aanzien van het optreden van de infanteriecompagnie bij de "harvest" operaties in Bosnië tot onvrede hebben geleid omdat de Britse militairen niet soortgelijke restricties waren opgelegd. Maar op dit punt had Nederland een voorbehoud voor politiewerk in het inzetgebied gemaakt, dat aan duidelijkheid niets te wensen overliet.

Ik wijs er op dat in sommige gevallen omstandigheden bepalend zijn voor de taakuitvoering en het welbevinden van individuele personeelsleden, waarop Defensie niet direkt invloed heeft. Dit geldt bijvoorbeeld al jarenlang voor het werk van partners van personeelsleden van Defensie, die in de Verenigde Staten zijn geplaatst, waarvoor de beleidsverantwoordelijkheid berust bij het ministerie van Buitenlandse Zaken.

Thematische benadering In dit jaarverslag heeft de IGK vier specifieke onderwerpen aan de orde gesteld die over de hele linie van Defensie spelen. Ik vind deze thematische aanpak waardevol. Niet alleen blijken zich bij verschillende defensieonderdelen soortgelijke problemen voor te doen, ook bevordert de thematische benadering het zoeken van defensiebrede oplossingen. Deze methode biedt dan ook de mogelijkheid een analyse te verrichten van wat gemeenschappelijke problemen blijken te zijn, deze in hun defensiebrede samenhang aan de orde te stellen en vervolgens ook verbeteringen aan te brengen.

1. De commandant als werkgever

Een van de door de IGK aan de orde gestelde thema`s was de werkgeversrol van de commandant/lijnmanagement. Geconstateerd werd dat de taken en bevoegdheden in het algemeen voldoende beschreven zijn. Wel moet worden bewaakt dat de middelen waarover de commandant beschikt voldoende zijn om alle taken te kunnen uitvoeren. De IGK beveelt aan commandanten vooraf te betrekken bij het ingevolge van het nieuwe besturingsmodel centraal tot stand te brengen beleid, en dit beleid via gerichte communicatie bekend te maken aan de gehele organisatie. Dit aspect wordt al betrokken bij de evaluatie van alle reorganisaties, die gestalte zal krijgen in een bredere evaluatie van de inrichting en werking van het nieuwe besturingsmodel.

2. Veiligheid als onderdeel van de bedrijfsvoering.

Door de IGK wordt geconstateerd dat de arbomanagementsystemen per krijgsmachtdeel verschillend van opzet en belang zijn. Ook is er verschil in aandacht en prioriteit voor de bedrijfsveiligheid en de mate van veiligheidsbewustzijn. Naar aanleiding van eerdere ongevallen zoals een ongeluk met een YPR, een duikongeval en het neerstorten van een Apachehelikopter in Afghanistan, heb ik reeds maatregelen genomen om de omstandigheden waaronder de krijgsmacht opereert, te verbeteren.

Ik zal verdere initiatieven ontplooien om het veiligheidsdenken en veiligheidshandelen in de hiërarchische lijn te stimuleren. Het in te voeren defensiebrede arbomanagementsysteem, waarin voor alle onderdelen op gelijke wijze een structuur en werkwijze wordt voorgeschreven, borgt dat (operationele) risico-analyse en -beheersing op het gebied van veiligheid, gezondheid en welzijn in de gehele keten en op alle niveaus pro actief wordt aangepakt.

3. De aanpak van ongewenst gedrag

Door de IGK is geconstateerd dat de activiteiten om ongewenst gedrag tegen te gaan hebben geleid tot een bewustmaking dat ongewenst gedrag niet wordt getolereerd. Ook is de bespreekbaarheid van ongewenst gedrag toegenomen. Dit is echter nog niet voldoende. Het blijft het noodzakelijk regelmatig aandacht te besteden aan de bestrijding van ongewenst gedrag en aan het bevorderen van gewenst gedrag. Deze aanbeveling van de IGK neem ik dan ook over. Defensie werkt daartoe aan de uitvoering van de blauwdruk herinrichting integriteit. Naar aanleiding van interdepartementale afspraken is voorts een Centrale Coördinator Integriteit aangesteld.

4. De invloed van medezeggenschap op reorganisaties.

Door de IGK is geconstateerd dat vooral bij complexe reorganisaties de medezeggenschap hierover niet altijd plaatsvindt op de niveaus waar de zeggenschap wordt uitgeoefend. Daardoor ontstaat onvoldoende draagvlak en wordt onvrede gekweekt. Bij de wijziging van het Besluit medezeggenschap defensie dat momenteel onderwerp is van overleg met de centrales van overheidspersoneel wordt om die reden voorzien in een medezeggenschapsorgaan op het defensieonderdeelsniveau.

Ik stel vast dat de IGK er ook dit jaar in is geslaagd een goed beeld van het werk en de leefomgeving van de krijgsmacht te presenteren. Waar nodig en mogelijk zal ik zijn aanbevelingen verder implementeren.

DE MINISTER VAN DEFENSIE

H.G.J. Kamp