Waterschap Peel en Maasvallei
Actualiteiten
18-05-2005
Grondwaterwetvergunning Esso Nederland B.V. te Breda
Op 28 februari 2005 is een verzoek, gedateerd 25 februari 2005,
binnengekomen van Meijer & van Eerden Architectenbureau, handelend
namens Esso Nederland b.v., postbus 1, 4803 AA Breda, om een
vergunning als bedoeld in artikel 14, lid 1 van de Grondwaterwet en de
Verordening Waterhuishouding Limburg 1997. Het verzoek is
geregistreerd onder nummer 2005-2617 (573 WO).
De aanvraag
Er wordt vergunning gevraagd voor het onttrekken van maximaal 240 m³
per uur, 5760 m³ per dag en 80640 m³ in totaal over een periode van
maximaal 14 dagen. De voorgenomen onttrekking is gelegen aan de
Ringbaan Oost te Weert, op de percelen kadastraal bekend als:
gemeente Weert, sectie S, nummers 4541 en 2606
Het grondwater zal worden onttrokken ten behoeve van het 'in den
droge' plaatsen van twee ondergrondse tanks ter plaatse van het reeds
bestaande benzine-tankstation.
Ter inzagelegging
De aanvraag om vergunning en de ontwerpbeschikking hebben gedurende 4
weken na datum van publicatie van het ontwerpbesluit ter inzage
gelegen in het Gouvernement te Maastricht (bureau bibliotheek) en in
het gemeentehuis van de gemeente Weert.
Binnen deze termijn konden bedenkingen en adviezen worden ingediend.
Het ontwerpbesluit en de kennisgeving konden in de genoemde periode
tevens worden geraadpleegd via de internetsite van de provincie
Limburg (www.limburg.nl/vergunningen).
Download bestand(248 Kb)
Besluit ingevolge de Grondwaterwet / Verordening
Waterhuishouding Limburg 1997
Nummer : 2005-2617 Venlo,
Bijlage(n) : 2
Op 28 februari 2005 is een verzoek, gedateerd 25 februari 2005, binnengekomen van
Meijer & van Eerden Architectenbureau, handelend namens Esso Nederland b.v., postbus
1, 4803 AA Breda, om een vergunning als bedoeld in artikel 14, lid 1 van de
Grondwaterwet en de Verordening Waterhuishouding Limburg 1997. Het verzoek is
geregistreerd onder nummer 2005-2617 (573 WO).
De aanvraag
Er wordt vergunning gevraagd voor het onttrekken van maximaal 240 m³ per uur, 5760 m³
per dag en 80640 m³ in totaal over een periode van maximaal 14 dagen. De voorgenomen
onttrekking is gelegen aan de Ringbaan Oost te Weert, op de percelen kadastraal bekend
als:
gemeente Weert, sectie S, nummers 4541 en 2606
Het grondwater zal worden onttrokken ten behoeve van het 'in den droge' plaatsen van
twee ondergrondse tanks ter plaatse van het reeds bestaande benzine-tankstation.
Ter inzagelegging
De aanvraag om vergunning en de ontwerpbeschikking hebben gedurende 4 weken na
datum van publicatie van het ontwerpbesluit ter inzage gelegen in het Gouvernement te
Maastricht (bureau bibliotheek) en in het gemeentehuis van de gemeente Weert.
Binnen deze termijn konden bedenkingen en adviezen worden ingediend. Het
ontwerpbesluit en de kennisgeving konden in de genoemde periode tevens worden
geraadpleegd via de internetsite van de provincie Limburg (www.limburg.nl/vergunningen).
Adviezen en bedenkingen
Binnen de termijn waarin de aanvraag en het ontwerpbesluit ter inzage hebben gelegen
zijn er geen bedenkingen en adviezen ingediend.
Overwegingen
Locatie
De locatie ligt aan de Ringbaan Oost binnen de bebouwing in het oostelijk deel van de kern
Weert.
Het debiet van de onttrekking overschrijdt de grens van 100 m³ per uur en is derhalve
vergunningplichtig. Op het kaartje in bijlage 1 is de locatie aangegeven.
Bodemopbouw en (geo)hydrologie
De hoogte van het maaiveld varieert tussen 31,4 m. +NAP tot 31,6m. +NAP.
De globale bodemopbouw nabij de onttrekkingslocatie kan volgens de aanvraag als volgt
worden geschematiseerd:
postadres Postbus 3390 telefoon 077 389 11 11
5902 RJ Venlo fax 077 387 36 05
bezoekadres Drie Decembersingel 46 e-mail info@wpm.nl
5921 AC Venlo internet www.wpm.nl
Tabel 1: Bodemopbouw en geohydrologische schematisatie
Diepte (m +NAP) Textuur Geohydrologische schematisatie C (dagen)(') kD (m² / dag) (²)
maaiveld - ca 28,0 Zand toplaag - 5
Ca 28,0 - ca 27,5 Klei/siltlaag Scheidende laag 250 -
bovenste deel 2e watervoerende
pakket
600
fictieve scheidingslaag 3 -
Vanaf ca 27,5
Zand
onderste deel 2e watervoerende
pakket
- 2800
(') C :Weerstand in dagen .
(²) kD :Doorlaatvermogen in m² per dag
Voor de berekening van de effecten is uitgegaan van bovenstaande weerstanden en
doorlatendheden.
Uit plaatselijke waarnemingen en gegevens van TNO-peilbuizen in de omgeving van de
locatie blijkt dat de stijghoogte van het grondwater in het watervoerende pakket vanaf ca
27,5 m + NAP varieert tussen ca 29,0 en 30,0 m + NAP, met een gemiddelde van ca 29,5
m + NAP. De freatische grondwaterstanden bevinden zich globaal op hetzelfde niveau.
Onttrekking
Ten behoeve van het plaatsen van de tanks dient een gat te worden gegraven met een
bodemhoogte van ca 26,88m + NAP (ca 4,6 m beneden maaiveld). De taluds dienen
minimaal 1 : 1 te bedragen. Rekening houdend met het aanbrengen van funderingszand en
voldoende drooglegging tijdens het werk dient een stijghoogteverlaging van maximaal 2,7
m te worden gerealiseerd. De bemaling zal in totaal maximaal 14 dagen duren. Indien de
werkzaamheden volgens plan verlopen zal de bemalingsduur slechts 1 week bedragen.
Om de effecten van de bemaling te bepalen is berekend welk debiet nodig is en welke
grondwaterstandsverlagingen dit tot gevolg heeft. De maximaal te onttrekken hoeveelheid
water bedraagt 240 m3 per uur gedurende de eerste of de eerste twee dagen. Daarna
neemt het debiet af tot maximaal 160 m3 per uur.
Alternatieven
Alternatieve uitvoeringswijzen komen niet in aanmerking. Enerzijds omdat de noodzaak
hiervoor ontbreekt (bij uitvoering onder voorwaarden worden geen belangen geschaad),
anderzijds omdat alternatieven tot aanmerkelijk hogere aanlegkosten leiden (damwand
over een traject van ca 60 meter) die bovendien mogelijk schade aan bebouwing kunnen
veroorzaken.
Effect van de onttrekking
Voor de afweging van de belangen is uitgegaan van het berekende verlaging van de
freatische grondwaterstand in een niet-stationaire situatie en een totale bemalingstijd van 7
dagen. Deze berekende verlaging kan als maximum voor de werkelijk optredende
grondwaterstandsverlagingen worden beschouwd.
Uit de berekeningen blijkt dat de grondwaterstand in de bouwput de benodigde verlaging
bereikt. De grondwaterstandsverlagingen nemen in de omgeving van de bouwput snel af
tot ca 40 cm op 20 m van de bouwput en 5 cm op een afstand van ca 90 m van de
bouwput.
Belang natuur, land- en tuinbouw
Volgens de Ecohydrologische Atlas Limburg liggen binnen het invloedsgebied van de
onttrekking geen gebieden met een hydrologisch gevoelige vegetatie. Ook land- en
tuinbouwgronden komen binnen het invloedsgebied niet voor.
postadres Postbus 3390 telefoon 077 389 11 11
5902 RJ Venlo fax 077 387 36 05
bezoekadres Drie Decembersingel 46 e-mail info@wpm.nl
5921 AC Venlo internet www.wpm.nl
Grondwaterverontreiniging
Uit een onderzoek bij de gemeente Weert is gebleken dat binnen het verlagingsgebied van
de bronnering een grondwatersanering heeft plaatsgevonden die inmiddels is afgerond.
Belang andere onttrekkers
Binnen het invloedsgebied van de bemaling bevinden zich geen andere onttrekkingen.
Belang bebouwing
De mogelijkheid bestaat dat er zetting optreedt in de kleilaag tussen 27,5 en 28,0 m + NAP.
Gezien de beperkte duur van de onttrekking wordt de maximale zetting op ca 3mm
geraamd. Indien al eerder sprake is geweest van bemalingen in de omgeving bedraagt de
maximale zetting minder dan 1 mm. Een zetting van maximaal 3 mm heeft geen
schadelijke effecten op de omringende bebouwing.
Wij zullen hieromtrent nadere voorschriften in de vergunning opnemen, om te verzekeren
dat er geen effecten op bebouwing optreden.
Belang oppervlaktewater
Binnen het invloedsgebied van de onttrekking komen geen oppervlaktewateren voor die als
gevolg van de onttrekking nadelige gevolgen ondervinden.
Lozing van het onttrokken water vindt plaats via de riolering of op een watergang door
middel van een pomp. Dit gebeurt in overleg en met en na toestemming van de gemeente
Weert.
Controle effecten onttrekking
Om te controleren of de berekende en de daadwerkelijke grondwaterstandsdalingen
overeenstemmen met de berekening en of de omvang van het invloedsgebied van de
bemaling conform verwachting is dienen twee peilbuizen voor grondwaterstandmetingen te
worden ingericht en waargenomen. Op het kaartje in bijlage 1 zijn de globale locaties van
de twee peilbuizen aangegeven. De peilbuizen moeten minimaal 1 filter hebben waarmee
de freatische grondwaterstand gemeten kan worden.
Grondwaterbeleid
In het Provinciaal Omgevingsplan Limburg 2001 is het beleid ten aanzien van
grondwateronttrekkingen in het algemeen en bronbemalingen in het bijzonder vastgelegd.
1. Er mag geen permanente verlaging van de grondwaterstand optreden in een
hydrologisch gevoelig gebied (inclusief bufferzone) ten opzichte van 1989;
2. Er mogen geen belangen van derden worden geschaad;
3. Het water moet doelmatig worden gebruikt en de hoeveelheid is in redelijkheid niet te
verminderen.
Ad 1
Er liggen geen hydrologisch gevoelige gebieden binnen het invloedsgebied van de
bronnering.
Ad 2
Door het opnemen van voorschriften ter voorkoming van mogelijk optredende zettingen
worden er geen belangen van derden geschaad.
Ad 3
Met de gekozen uitvoeringsmethode wordt op een zo efficiënt mogelijke manier water
onttrokken. Alternatieven leiden tot aanmerkelijk hogere aanlegkosten.
Op basis van het aangeleverde onderzoek en bemalingsadvies wordt vastgesteld dat de
bemaling niet in strijd is met de doelstellingen en maatregelen zoals die in het POL zijn
vastgelegd.
postadres Postbus 3390 telefoon 077 389 11 11
5902 RJ Venlo fax 077 387 36 05
bezoekadres Drie Decembersingel 46 e-mail info@wpm.nl
5921 AC Venlo internet www.wpm.nl
Conclusie
Gelet op het bovenstaande en gezien het belang van deze bemaling, kan de gevraagde
vergunning onder voorwaarden worden verleend.
BESLUIT
Gelet op de Grondwaterwet, artikel 14, lid 1, de Verordening Waterhuishouding Limburg
1997 en het Provinciaal Omgevingsplan Limburg besluiten wij:
Aan Esso Nederland b.v., postbus 1, 4803 AA te Breda een tijdelijke vergunning te
verlenen voor het onttrekken van water aan de bodem voor de duur van maximaal 14
dagen. Het grondwater mag worden onttrokken op de percelen kadastraal bekend als:
gemeente Weert, sectie S, nummers 4541 en 2606
Het grondwater zal worden onttrokken ten behoeve van het 'in den droge' plaatsen van
twee ondergrondse tanks. Ten behoeve van de uitvoering van de werkzaamheden mag
maximaal 240 m³ per uur, 5760 m³ per dag en 80640 m³ grondwater in totaal over een
periode van maximaal 14 dagen worden onttrokken.
Voorschriften
Aan deze vergunning verbinden wij de volgende voorschriften:
BEMALINGSGEGEVENS
1. a. De grondwateronttrekking mag uitsluitend plaatsvinden gedurende een
aaneengesloten periode van maximaal 14 dagen;
b. De bemaling dient uiterlijk voor 1 januari 2006 te zijn uitgevoerd;
2. a. Het grondwaterniveau in de bouwput mag tot 26.80 m + NAP worden verlaagd;
b. Als de werkzaamheden zover zijn gevorderd dat er een hoger grondwaterpeil kan
worden gehandhaafd moet hiertoe worden overgegaan;
INRICHTEN PEILPUTTEN EN ONTREKKINGSPUTTEN
4. Uiterlijk 4 weken voordat de bemaling wordt gestart moet het bemalingsplan in
tweevoud ter goedkeuring zijn voorgelegd aan:
De projectleider van de eenheid Grondwater van het waterschap Peel en
Maasvallei
Postbus 3390
5902 RJ VENLO
In dit plan moet tenminste zijn opgenomen:
- exacte plaats van de peilputten (in RD-coördinaten op minimaal 5 meter
nauwkeurig) inclusief de diepte van de filters van de peilputten,
- de pompcapaciteit,
- de wijze van meting van het op te pompen water en
- de planning van de werkzaamheden.
De bemaling mag worden gestart nadat de genoemde projectleider van de eenheid
Grondwater het bovenstaande plan heeft goedgekeurd;
postadres Postbus 3390 telefoon 077 389 11 11
5902 RJ Venlo fax 077 387 36 05
bezoekadres Drie Decembersingel 46 e-mail info@wpm.nl
5921 AC Venlo internet www.wpm.nl
5. De houder van de vergunning is verplicht tot het volgende;
t.a.v. peilputten
a. Uiterlijk 2 weken voordat de bemaling wordt gestart moeten 2 peilputten zijn
ingericht. De locatie van deze peilputten staat op bijlage 1 aangegeven, op een
afstand van ca 20 en ca 80 m vanaf de rand van de bouwput.
De peilputten moeten worden voorzien van minimaal 1 filter. Het filter moet
worden gesteld in het eerste watervoerende pakket zodanig dat de freatische
grondwaterstand kan worden bepaald.
Het inrichten van de peilputten moet gebeuren volgens de richtlijnen in bijlage 2.
b. Als één van de peilputten zoals bedoeld onder 5a niet goed functioneert, moet de
vergunninghouder ervoor zorgen dat de desbetreffende peilputten worden
hersteld of vervangen.
t.a.v. grondmonsters en boorbeschrijvingen
g. Bij boringen voor de peilputten, zoals bedoeld onder 5a, moeten
boorbeschrijvingen worden gemaakt van de twee peilputten. Het beschrijven van
boringen moet gebeuren volgens de richtlijnen in bijlage 2.
h. De boorbeschrijvingen en afwerkstaat moeten binnen 1 maand na beëindiging
van de boorwerkzaamheden zijn toegezonden aan de genoemde projectleider
van de eenheid Grondwater;
METEN EN REGISTREREN
6. De houder van de vergunning is verplicht tot het volgende:
t.a.v. meten van de grondwaterstand
a. Uiterlijk 1 week voordat de bemaling wordt gestart, moeten de
grondwaterstanden en stijghoogten dagelijks worden gemeten in de onder 5a
bedoelde peilputten en worden geregistreerd.
Vanaf de start tot 1 maand na het beëindigen van de bemaling moeten de
grondwaterstanden en de stijghoogten in deze peilputten 2 maal per week
worden gemeten en geregistreerd en wel op maandag en donderdag. De
metingen moeten worden verricht in centimeters nauwkeurig;
b. De grondwaterstand moet worden gemeten met een daarvoor geschikt
meetinstrument.
De bovenkant van de stijgbuis van de peilputfilters moet voor de aanvang van de
meting zijn ingemeten ten opzichte van N.A.P.
Als de hoogteligging van een van de stijgbuizen wijzigt dan moet deze buis
opnieuw worden ingemeten ten opzichte van N.A.P. en wel binnen 1 week na de
wijziging van de hoogteligging;
t.a.v. hoeveelheid onttrokken grondwater
c. Alle grondwater dat wordt onttrokken moet worden gemeten met één of meer
deugdelijke watermeters.
d. Vòòr de aanvang van de bemaling moet de beginstand van de watermeters zijn
geregistreerd. Daarna moeten de standen van de watermeters, tot het beëindigen
van de bemaling, elke werkdag worden geregistreerd;
e. Het meetbesluit (AMvB, 27 augustus 1985, Stb 531), als onderdeel van de
Grondwaterwet, is van toepassing op het meten en registreren;
postadres Postbus 3390 telefoon 077 389 11 11
5902 RJ Venlo fax 077 387 36 05
bezoekadres Drie Decembersingel 46 e-mail info@wpm.nl
5921 AC Venlo internet www.wpm.nl
t.a.v. registratie
f. Er moet worden gezorgd dat de waarnemingen, zoals bedoeld onder 6a en c in
tabellen worden gezet en dat hiervan maandelijks een afschrift wordt gestuurd
aan de genoemde projectleider van de eenheid Grondwater.
De grondwaterstanden moeten zowel ten opzichte van N.A.P. als ten opzichte
van de bovenkant van de stijgbuis worden vermeld.
Deze waarnemingen moeten ook op het werk aanwezig zijn en ter inzage
gegeven worden aan de controlerende ambtenaren van het waterschap;
EXPERTISERAPPORT
7. Er dient vastgelegd te worden in hoeverre zettingen van panden al dan niet zullen
optreden ten gevolge van de bemaling. Hiertoe dienen de volgende handelingen te
worden verricht:
a. Alvorens met de bemaling wordt gestart dienen meetbouten in de gevels van
zettingsgevoelige panden, gelegen binnen een straal van 90 meter van de
onttrekking, te zijn aangebracht en ingemeten voor het waarnemen van eventuele
zettingschade. De exacte locatie en het aantal meetbouten dienen in nauw
overleg tussen vergunninghouder, gemeente en de genoemde projectleider van
de eenheid Grondwater te worden bepaald. De meetbouten dienen nauwkeurig te
worden ingemeten (precisie waterpassing).
b. Minimaal 2 weken voordat de bemaling wordt gestart dienen de volgende
gegevens aan de genoemde projectleider van de eenheid Grondwater te worden
overlegd:
- het aantal meetbouten;
- de exacte plaats van de meetbouten;
- de tijdstippen van het inmeten van de bouten.
Uiterlijk 2 weken na het inmeten van de bouten dienen de gegevens aan de
voornoemde projectleider van de eenheid Grondwater te worden verzonden.
Binnen één week na de start van de bemaling dient de eerste controlemeting van
de meetbouten te worden uitgevoerd.
Afhankelijk van de verkregen resultaten dienen na overleg met de voornoemde
projectleider van de eenheid Grondwater vervolgmetingen te worden verricht.
ALGEMENE BEPALINGEN
8. Afwijken van de gegevens welke schriftelijk zijn gemeld aan de genoemde
projectleider van de eenheid Grondwater is alleen toegestaan als de genoemde
projectleider dit schriftelijk heeft goedgekeurd;
9. Als de bemaling wordt gestart of (geheel of gedeeltelijk) buiten werking wordt gesteld
moet dit terstond worden gemeld aan de genoemde projectleider van de eenheid
Grondwater . De onttrekkingsputten, die tot de inrichting behoren en definitief buiten
gebruik worden gesteld, moeten zodanig worden afgedicht of afgewerkt dat
verontreiniging van grondwater wordt voorkomen. Het afdichten of afwerken van de
onttrekkingsputten moet gebeuren volgens de richtlijnen in bijlage 2;
10. De omgeving van de onttrekkingsputten moet zodanig schoon worden gehouden dat
verontreiniging van het watervoerend pakket wordt voorkomen. Tevens moet worden
voorkomen dat verontreinigd water via de onttrekkingsinstallatie in het watervoerend
pakket stroomt;
postadres Postbus 3390 telefoon 077 389 11 11
5902 RJ Venlo fax 077 387 36 05
bezoekadres Drie Decembersingel 46 e-mail info@wpm.nl
5921 AC Venlo internet www.wpm.nl
11. Het waterverbruik moet waar mogelijk worden beperkt. Het verspillen van water moet
worden voorkomen;
12. a. Het dagelijks bestuur van waterschap Peel en Maasvallei kan bij het optreden
van nadelige gevolgen of schade aan derden als gevolg van de onttrekking
onmiddellijk aanvullende voorwaarden voorschrijven voor het nemen van
compenserende maatregelen;
b. Ongeacht het bepaalde onder a. van dit artikel is de houder van de vergunning
verplicht bij het optreden van nadelige gevolgen of schade aan derden als gevolg
van deze onttrekking maatregelen te nemen teneinde deze nadelige gevolgen te
compenseren;
Voor informatie over de voorschriften kunt u zich wenden tot dhr. Stevens van het
waterschap Peel en Maasvallei, projectteam Grondwater (tel. 077 - 3891 115).
Mogelijkheid tot het indienen van een beroepschrift
Tegen dit besluit kan tegen betaling van de verschuldigde griffierechten
beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State door:
a. degenen die bedenkingen hebben ingebracht tegen het ontwerp van het besluit;
b. de adviseurs die gebruik hebben gemaakt van de gelegenheid advies uit te brengen
over het ontwerp van het besluit;
c. degenen die bedenkingen hebben tegen wijzigingen die bij het nemen van het
besluit ten opzichte van het ontwerp daarvan zijn aangebracht;
d. belanghebbenden aan wie redelijkerwijs niet kan worden verweten geen
bedenkingen te hebben ingebracht tegen het ontwerp van het besluit.
Het beroep moet worden ingesteld binnen zes weken na de datum van de terinzagelegging
van het besluit. Op deze beroepschriftprocedure is de Algemene wet bestuursrecht van
toepassing.
Het beroepschrift moet worden ondertekend en moet ten minste bevatten:
a. de naam en het adres van de indiener;
b. de datum;
c. een omschrijving van het besluit waartegen het beroep is gericht, en;
d. de redenen van het beroep (motivering).
Het beroepschrift moet worden gericht aan:
Raad van State
Afdeling bestuursrechtspraak
Postbus 20019
2500 EA DEN HAAG
Als u een beroepschrift heeft ingediend, dan kunt u tevens een verzoek om een voorlopige
voorziening doen bij de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van
State.
Voor meer informatie verwijzen wij u naar de internetpagina van de Raad van State,
www.raadvanstate.nl. Klik op "OVER". Klik op "Bestuursrechtspraak". Klik op "Werkwijze".
postadres Postbus 3390 telefoon 077 389 11 11
5902 RJ Venlo fax 077 387 36 05
bezoekadres Drie Decembersingel 46 e-mail info@wpm.nl
5921 AC Venlo internet www.wpm.nl
Afschriften
Een afschrift van dit besluit hebben wij gezonden aan:
- Esso Nederland b.v., Postbus 1, 4803 AA BREDA, als beschikking op de aanvraag;
- NV Waterleiding Maatschappij Limburg, Postbus 1060, 6201 BB Maastricht, ter
kennisname;
- Burgemeester en Wethouders van Weert, Beekstraat 54, 6001 GJ Weert ter
kennisname;
- Belastingdienst Rivierenland, Kantoor Arnhem, t.a.v. Secretariaat LMA, Postbus 9007,
6800 DJ ARNHEM ter kennisname.
Namens het dagelijks bestuur van
het waterschap Peel en Maasvallei
P.F. Willemse
projectleider grondwater
postadres Postbus 3390 telefoon 077 389 11 11
5902 RJ Venlo fax 077 387 36 05
bezoekadres Drie Decembersingel 46 e-mail info@wpm.nl
5921 AC Venlo internet www.wpm.nl
Bijlage 1: Kaartbijlage situatie en peilbuizen
Locatie bronnering
Peilbuis
postadres Postbus 3390 telefoon 077 389 11 11
5902 RJ Venlo fax 077 387 36 05
bezoekadres Drie Decembersingel 46 e-mail info@wpm.nl
5921 AC Venlo internet www.wpm.nl
Bijlage 2
De richtlijnen voor het inrichten en vervangen van peilputten:
- de filters (p.v.c. minimaal ø 52x60 mm, minimale lengte 1 m met minimaal 1 m
zandvang eronder), moeten opwaarts worden verlengd met een stijgbuis (p.v.c.
minimaal ø 52x60 mm) tot aan het maaiveld;
- om de filters moet een enkelvoudige filter grindomstorting van minimaal 1 m boven
de filters worden aangebracht tot minimaal 0,5 m onder de filters;
- waar tussen de stijgbuizen moeilijk doorlatende lagen voorkomen moet het boorgat
worden afgedicht met klei;
- het resterende gedeelte van het boorgat moet worden opgevuld met schoon zand of
aanvulgrind;
- de afwerking van de stijgbuis moet zodanig gebeuren dat de peilbuis met het diepste
filter het minst boven maaiveld uitsteekt;
- de stijgbuizen moeten van een label met nummer worden voorzien;
- na het gereed komen, moeten de peilbuizen worden schoongepompt;
- de bovenkant van de peilbuis moet afsluitbaar zijn met een doorboorde
afschroefbare dop. Dit geldt niet voor peilputten die zijn voorzien van divers;
- de peilputten moeten van een putdeksel worden voorzien.
De richtlijnen voor het inrichten en vervangen van de onttrekkingputten:
- bij een nieuwe pompput moet ter plaatse van de slecht doorlatende lagen vanaf 0,5
m boven tot 0,5 m onder deze laag een afdoende kleiafdichting worden aangebracht;
- het boorgat moet vanaf maaiveld tot 3 m diepte of tot de bodem van het puthuisje
worden afgedicht met bentoniet, cementspecie of klei;
De richtlijnen voor het definitief afdichten van de onttrekkingputten:
- het filter alsmede het traject tot 3 meter boven het filter moet worden volgestort met
bentoniet, cementspecie of klei;
- het traject van 1 tot 4 meter beneden maaiveld moet worden volgestort met
bentoniet, cementspecie of klei;
- ter plaatse van slecht doorlatende lagen moet vanaf 0,5 m boven tot 0,5 m onder
deze laag bentoniet of cementspecie worden aangebracht;
De richtlijnen voor het nemen van grondmonsters en beschrijven van boringen:
- grondmonsters moeten worden genomen volgens de geldende NEN-norm (thans:
NEN 5119:1991) voor boren en monstername in de grond en boorbeschrijvingen
moeten worden gemaakt volgens de geldige NEN-norm (thans: NEN
5104:1989/C1:1990) voor classificatie van onverharde grondmonsters en moeten
zodanig zijn dat een juist beeld wordt verkregen van de doorboorde grondlagen.
postadres Postbus 3390 telefoon 077 389 11 11
5902 RJ Venlo fax 077 387 36 05
bezoekadres Drie Decembersingel 46 e-mail info@wpm.nl
5921 AC Venlo internet www.wpm.nl