VenW-jaarverslag 2004: de trein zit in de lift
Het ministerie van Verkeer en Waterstaat scoorde in 2004 goed op de
doelstellingen die prioriteit hebben gekregen van het kabinet. Dat
blijkt uit het jaarverslag van Verkeer en Waterstaat over 2004 dat
vandaag naar de Tweede Kamer is gestuurd. Het jaarverslag is bovendien
in zijn geheel goedgekeurd door de Algemene Rekenkamer. In voorgaande
jaren constateerde de Rekenkamer nog gebreken in de verantwoording van
enkele diensten.
Op het spoor heeft het kabinet twee doelstellingen opgenomen in zijn
beleidsprogramma: meer treinen die op tijd rijden en minder storingen
op het railnet. De punctualiteit is gestegen van 81 procent in 2002
naar 86 procent in 2004. In 2007 moet deze prestatie verder verbeteren
naar minimaal 87 procent. De spoorsector ligt dus wat deze
doelstelling betreft op schema. Om stipter te kunnen rijden, is NS
voor een deel afhankelijk van de prestaties van infrabeheerder
ProRail. ProRail dient in 2007 het aantal storingen teruggebracht te
hebben met 35 tot 40 procent ten opzichte van 2000. Tot en met 2004 is
daarvan 19 procent gerealiseerd, waarvan 13 procent in het afgelopen
jaar. Dat is volgens planning van de infrabeheerder, die in 2004 van
start is gegaan met de eerste fase van Herstelplan Spoor. Overigens
werkt ProRail in overleg met het ministerie aan een anders opgebouwde
doelstelling, waarin ook duur en effect van storingen meegenomen
worden. De nieuwe indicator vormt daardoor een betere weerspiegeling
van de overlast die storingen veroorzaken. Minister Peijs heeft vorig
jaar bovendien 40 miljoen euro vrijgemaakt voor de aanpak van
onveilige situaties door treinen die een rood sein negeren. ProRail
kan daarmee alle onveilige punten aanpakken.
Op de weg wil het kabinet de capaciteit vergroten, de doorstroming
verbeteren en het achterstallig onderhoud terugdringen. Om de
knelpunten op te lossen, zijn in 2004 32 kilometer spits- en 14
kilometer plusstroken aangelegd. In totaal is de afgelopen twee jaar
bijna 100 kilometer spits- en plusstroken in gebruik genomen (18
wegvakken). Dat moeten er tot 2007 respectievelijk 150 kilometer en
160 kilometer worden. Het programma heeft afgelopen jaar vertraging
opgelopen door de uitspraak van de Raad van State inzake
luchtkwaliteit. De effecten van de al gerealiseerde extra capaciteit
op de doorstroming van het verkeer zijn pas vanaf 2005 meetbaar, omdat
de nieuwe stroken nog te kort open zijn.
Het achterstallig onderhoud is tot en met 2004 met 4,8 procent
ingelopen. Naast regulier onderhoud is vorig jaar 139 kilometer
rijbaan van nieuw wegdek voorzien en zijn zeven infrastructurele
werken aangepakt. In 2007 moet de onderhoudsachterstand met minstens
45 procent verminderd zijn ten opzichte van 2003. De grote slag zal in
2006 en 2007 worden gemaakt. Gladde wegen in Zuid-Holland door
voortijdige slijtage zijn met spoed aangepakt.
Een zesde kabinetsprioriteit is de aanpak van de onderhoudsachterstand
van de Nederlandse vaarwegen. Het Plan van Aanpak Beheer en Onderhoud
dient hiervoor als leiddraad. Een aantal grote projecten is eerder
gestart dan gepland. Het gaat bijvoorbeeld om de renovatie van de
stuwen Lek/Nederrijn en het baggeren van het Noordzeekanaal om de
Amsterdamse haven beter bereikbaar te maken.
De laatste VenW-prioriteit die het kabinet opgenomen heeft in zijn
beleidsprogramma is de verbetering van de bescherming van Nederland
tegen overstromingen en wateroverlast. De projecten Maaswerken en
Ruimte voor de Rivier liggen op koers. In overleg met regionale
overheden is het pakket maatregelen die de afvoercapaciteit van de
rivieren Rijn en Maas moeten verhogen inmiddels samengesteld.
Daarnaast heeft staatssecretaris Schultz van Haegen in 2004 voor de
komende drie jaar 100 miljoen euro beschikbaar gesteld voor
waterprojecten van gemeenten en waterschappen.
De regering legt dit jaar voor de derde keer verantwoording af over
haar beleid volgens de VBTB-systematiek: van beleidsbegroting tot
beleidsverantwoording. Deze manier van begroten en verantwoorden is
bedoeld om een duidelijkere koppeling te leggen tussen beleid,
prestaties en geld. Daartoe geven ministeries in hun begroting
antwoord op de vragen Wat willen we bereiken?, Wat gaan we daarvoor
doen? en Wat mag dat kosten?. De begroting wordt gepresenteerd op
prinsjesdag, de derde dinsdag van september. De derde woensdag van mei
- woensdag gehaktdag - staat in het teken van de jaarverslagen van de
regering en de ministeries. De Tweede Kamer krijgt op deze dag de
gelegenheid om de begroting en het jaarverslag met elkaar te
vergelijken en te beoordelen of de overheid waar voor zijn geld
levert. Om de begroting voor de Kamer gebruiksvriendelijker te maken,
gaat Verkeer en Waterstaat bovendien vanaf de begroting van 2006 een
andere indeling hanteren. Die is geordend naar doelstellingen, in
plaats van naar de organisatiestructuur van het ministerie.
Ministerie van Verkeer en Waterstaat
Lot van Hooijdonk: 070-3517117 / 06-27074597
Ministerie van Verkeer en Waterstaat