Ingezonden persbericht
Persbericht
23 mei 2005
Nederlandse Medefinancieringsorganisaties: Ja tegen Europa voor rechtvaardiger wereld
De Nederlandse Medefinancieringsorganisaties (Cordaid, Hivos, ICCO, NOVIB en Plan Nederland) zijn ervan overtuigd dat de grondwet een stap in de goede richting is om in Europees verband te werken aan de bestijding van armoede en onrecht. De Europese grondwet noemt armoedebestrijding het voornaamste doel van ontwikkelingssamenwerking. Bovendien stelt de grondwet dat ook het andere beleid van de Europese Unie coherent moet zijn met het doel van armoedebestrijding. Deze belofte is een belangrijke bepaling, omdat arme landen met name veel schade ondervinden van bijvoorbeeld Europees handels- en landbouwbeleid.
Europa heeft een belangrijke rol te spelen om de kloof tussen arm en rijk te dichten. Als één van de grootste spelers in het spel van de wereldeconomie en de handel, heeft Europa een gezamenlijke verantwoordelijkheid om meer rechtvaardigheid tot stand te brengen. Bovendien is de rol van Europa nodig om de multilaterale krachten in de wereld te versterken en het Amerikaanse unilateralisme tegenwicht te bieden. Ook hier geldt dat het geheel van Europa meer is dan de som van de individuele landen. De 25 leden van de Unie leggen ieder voor zich onvoldoende gewicht in de schaal om noodzakelijke veranderingen in het internationale systeem te realiseren. Alleen een gezamenlijk optreden van Europa is in staat gewicht te leggen in de internationale arena van Wereldbank en WTO. Met de uitbreiding van de Europese Unie en toetreding van grote landen als Polen kan de stem van Europa krachtiger klinken in deze internationale fora. De opname van ontwikkelingssamenwerking en het streven naar internationale rechtvaardigheid in de grondwet verplicht Europa om woorden om te zetten in daden. De komende G-8 biedt Europa de kans om de realisering van de Millenniumdoelstellingen een stap dichterbij te brengen.
Ook al bevat de grondwet positieve aanknopingspunten, verbeteringen in het beleid van de EU zullen vooral in de praktijk moeten blijken. Een succesvol ontwikkelingsbeleid hangt af van voldoende financiële middelen. Tot nu toe is Nederland één van de weinige landen die de internationaal afgesproken 0,7% van het BNP uitgeeft aan hulp. De grondwet bevat geen bepalingen die de lidstaten verplichten om hun uitgaven te verhogen.
Terzake de coherentie geldt dat de Europese Unie en Nederland daarbinnen een grote verantwoordelijkheid dragen om de komende jaren coherentie van het beleid in de praktijk te vergroten. Dit betekent bijvoorbeeld het afbouwen van productiesubsidies en exportsubsidies die de producten van boeren in ontwikkelingslanden wegconcurreren, en het verbeteren van toegang van niet-westerse landen tot de Europese markt.
De medefinancieringsorganisaties zijn ieder voor zich en gezamenlijk actief op Nederlands en Europees niveau in hun inzet voor een rechtvaardiger wereld en een geloofwaardig ontwikkelingsbeleid. Met de grondwet is het huis van Europa niet af, hooguit worden de fundamenten gelegd: het bouwen aan een Europa dat gaat voor rechtvaardigheid en eerlijke verdeling moet wat betreft de medefinancieringsorganisaties na 1 juni onverminderd doorgaan.