Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties


- Taakstellingen Balkenende hebben effect

Taakstellingen Balkenende hebben effect

18 mei 2005

De taakstellingen van de kabinetten Balkenende hebben effect. De omvang van de rijksdienst is in 2004, net als in 2003, gedaald en wel met 6.096 personen. Dat is een daling van 4,8%. Dit is inclusief de verzelfstandiging van het Centraal Bureau voor de Statistiek tot Zelfstandig Bestuursorgaan. Gecorrigeerd voor het CBS bedraagt de daling 3.372 personen (2,7%). De daling is gerealiseerd terwijl de capaciteit in de veiligheidsketen en bij inspectiediensten is uitgebreid.

---

De specifieke volumetaakstelling van het kabinet Balkende I is in 2004 nagenoeg geheel gehaald, een jaar eerder dan gepland. In 2002 werd een volumetaakstelling (variërend van 3% tot 7%) opgelegd, vooral op de beleidsdepartementen. Het overgrote deel van de uitvoeringsorganisaties was uitgezonderd van de volumetaakstelling. De oorzaak van het zo tijdig behalen van de volumetaakstelling ligt in de extra taakstellingen die zijn opgelegd na Balkenende I en die in totaal leiden tot een taakstelling van 15% tot 21% vooral op de beleidsdepartementen. Deze taakstellingen dwingen de ministeries tot forse ingrepen in het personeelsbestand wat resulteerde in het al in 2004 behalen van de volumetaakstelling. De totale loonsom voor het Rijk is in 2004 afgenomen met 0,4% ten opzichte van 2003. Dit komt volledig op conto van de vermindering van het personeelsbestand. De loonkosten per arbeidsjaar stegen gemiddeld met 3,7%. Een belangrijke oorzaak hiervoor was de groei van de werkgeverslasten, vooral als gevolg van de verhoging van de pensioenpremies. Het aantal rijksambtenaren dat een bijzondere beloning ontving, nam fors af.

Ondanks de forse uitstroom van ouderen blijft het aantal medewerkers van vijftig jaar en ouder stijgen naar 27,1%, de gemiddelde leeftijd van rijksmedewerkers steeg naar 42,6 jaar in 2004. Het aandeel medewerkers onder de veertig jaar daalde. Een gevolg van de taakstellingen is een forse uitstroom uit de rijksdienst. Meer dan 8.800 medewerkers verlieten de dienst, waaronder ruim 4.000 55-plussers. Van hen maakten ongeveer 1500 gebruik van de FPU-plusregeling. Ook in 2005 zullen nog medewerkers gebruikmaken van de regeling omdat volgens afspraken met de vakcentrales in het Sociaal Flankerend beleid uittreden met deze regeling mogelijk is in 2004 en 2005.

De inkrimping van de rijksdienst heeft geen nadelige gevolgen gehad voor de diversiteit van het personeelsbestand. Het aandeel van allochtonen steeg licht naar 9%. Ook het aandeel van vrouwen nam met bijna 1% toe naar 39,4%. Hoewel nog altijd ondervertegenwoordigd op hogere functies, bekleden wel steeds meer vrouwen een leidinggevende positie. Het Rijk droeg ook zijn steentje bij in de strijd tegen jeugdwerkloosheid. Vorig jaar konden ruim 250 jonge werklozen via werkstages en leerbanen ervaring opdoen. Het ziekteverzuim daalde voor het vierde opeenvolgende jaar naar 6,3% in 2004. De instroomkans in de WAO zakte tot 0,51%. Het arboconvenant dat vorig jaar afliep, heeft hieraan een belangrijke bijdrage geleverd. Het is alleen nog niet gelukt om het langdurig verzuim terug te dringen. Met een nieuw convenant wordt dit aangepakt.

In het Sociaal Jaarverslag Rijk wordt ook ingegaan op de beloning van de ambtelijke top. In 2004 verdienden 42 leden van de topmanagementgroep meer dan een minister. Dit komt vooral omdat zij gebruik kunnen maken van een regeling voor arbeidsduurverlenging. Het bedrag dat de leden van de topmanagementgroep aan variabele beloning ontvingen, nam licht af. In voorgaande jaren werd de rapportage over de topmanagementgroep (TMG) apart aan de TK aangeboden. Met ingang van 2004 is deze rapportage meegenomen in het jaarverslag.