Interim-managers leren vooral van interim-managers
Promotie bedrijfseconoom Willem Boon
Willem Boon kent de wereld van het interim-management als
opdrachtgever, als interim-manager én als directeur van een
interim-managementbureau. Op woensdag 18 mei promoveert hij in Tilburg
op onderzoek naar de professionalisering van de beroepsgroep, die
momenteel een inhaalslag maakt. "Interim-managers is een beroep en
geen vak", stelt Boon. En het beroep is het best te leren door
reflectie met collega's.
Een bordje op de deur is voldoende om je als interim-manager of
interim-managementbureau te vestigen; het is een vrij beroep. De
manager wordt tijdelijk ingehuurd om als onafhankelijke of ervaren
'buitenstaander' een organisatieprobleem op te lossen. In Nederland
werken naar schatting tussen de 5.000 en 40.000 interim-managers, met
name in de jaren negentig groeide het beroep stormachtig.
Bedrijfseconoom, werktuigbouwkundige en interim-manager Willem Boon
(55) onderzocht de professionalisering van de jonge beroepsgroep. Voor
klassieke professies als arts of notaris geeft een afgeronde opleiding
toegang tot het beroep. Er zijn beroepsorganisaties die opkomen voor
de belangen van de leden en er is een tuchtraad om de individuele
kwaliteit en de goede naam te waarborgen. Voor interim-manager bestaat
echter geen opleiding. Er is zelfs geen algemene overeenstemming over
de benodigde kennis of kunde, want elke opdracht is weer anders. Ook
een objectieve beoordeling van de kwaliteit van een interim-manager is
lastig. Tevredenheid bij opdrachtgever en het interim-managementbureau
is mooi, maar het beklijven van de gerealiseerde (positieve)
verandering is de werkelijke 'proof-of-the-pudding', stelt Boon.
Professionalisering van de beroepsgroep moet dus op een andere,
moderne wijze tot stand komen.
Schaduwmanager
Uit veldonderzoek van Boon blijkt dat de interim-manager zichzelf wel
degelijk als een echte professional ziet. Als kerncompetenties noemen
zij onafhankelijkheid, een groot communicatief vermogen, flexibiliteit
en het kunnen hanteren van meerdere managementstijlen. Gemiddeld
besteedt een interim-manager bijna 28 dagen per jaar aan
professionalisering via cursussen, collegiale contacten, evaluaties en
reflecties. Maar opvallend genoeg rapporteren ze ook dat deze
activiteiten feitelijk weinig bijdragen aan hun kennis en kunde. Ze
zeggen vooral te leren door ervaring - door de opdrachten zelf.
Interim-managers kennen inmiddels een eigen beroepsvereniging, de Orde
van Register Managers (ORM). Ook bestaat er een branchevereniging voor
interim-managementbureaus, de Raad voor Interim Management (RIM). Maar
deze organisaties vertegenwoordigen slechts een klein deel van de
beroepsgroep; de ORM heeft bijvoorbeeld maar 300 leden. Boon stelt dat
de beroepsontwikkeling de snelle marktontwikkeling niet heeft kunnen
bijhouden. Door de huidige dip in de markt stijgt de aandacht voor
kwaliteit echter weer, en vindt er een soort inhaalslag plaats via een
eigen tijdschrift, overlegplatforms en een nieuw toetsingskader voor
registermanagers.
Professionalisering van de beroepsgroep heeft volgens Boon nog een
lange weg te gaan. Hij pleit met name voor een heldere rolverdeling in
het veld. Zo zou het Register de onafhankelijke bewaker moeten zijn
van individuele kwaliteit, los van de ORM die de belangenbehartiger
dient te zijn van interim-managers als collectief.
Voor individuele professionalisering raadt Boon interim-managers aan
te kiezen voor minder, maar effectievere
professionaliseringsactiviteiten. Het beste resultaat verwacht hij van
reflectie, intervisie en evaluatie met behulp van een schaduwmanager
en/of coach. Deze persoon dient dan wel onafhankelijk te zijn, en dus
niet -zoals nu vaak gebeurt- in dienst te zijn van het opdrachtbureau.
Onontbeerlijk is ook het 'leren te leren': methoden voor betere
reflectie en analyse. De ORM zou volgens Boon een bepalende rol moeten
hebben in de keuze van de benodigde opleidings- en
ontwikkelingsinstrumenten en deze wellicht verplicht moeten stellen.
Drs. ing. W. (Willem) Boon (1949) behaalde zijn mulo-diploma in 1967,
waarna hij werkte in lijnfuncties bij scheepswerven, machinefabrieken
en de aluminiumindustrie. Tegelijkertijd volgde hij aan de avond-HTS
de opleiding werktuigbouwkunde die hij in 1975 afrondde. Vervolgens
werkte hij als organisatieadviseur en interim-manager en voltooide in
1986 de studie bedrijfseconomie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam.
Vanaf 1987 gaf hij leiding aan Rijnmanagement, het
interim-managementonderdeel van Rijnconsult Organisatieadviseurs. In
1995 besloot hij te gaan reizen en eind 1998 startte hij het
bovenbeschreven promotieonderzoek. Hij heeft ook diverse publicaties
geschreven over het industrieel erfgoed in Nederland.
Noot voor de pers
Willem Boon is bereikbaar via tel: 010 465 8007 en e-mail:
cochlea@wxs.nl. De promotieplechtigheid vindt plaats op woensdag 18
mei 2005 om 16.15 uur in de aula van de Universiteit van Tilburg.
Promotoren zijn prof.dr. J.J.J. van Dijck en prof.dr. J.L.M. Soeters.
Het proefschrift is getiteld Interim-management en
professionalisering: een beroepsgroep op zoek naar kwaliteit (ISBN
90-9019265-4).
Journalisten kunnen een recensie-exemplaar opvragen bij de Afdeling
Voorlichting en Externe Betrekkingen van de UvT, tel: 013 466 2000,
e-mail: persberichtuvt@uvt.nl.
Andere geïnteresseerden kunnen tegen betaling een exemplaar opvragen
bij Willem Boon.
Persberichten van de UvT staan ook op internet:
www.uvt.nl/persberichten/.
Universiteit van Tilburg