Gemeente Hellendoorn
Opruimen mogelijk explosief
Op 18 en 19 mei 2005 doet T&A Survey in opdracht van de gemeente
Hellendoorn verder onderzoek naar een mogelijk niet gesprongen
explosief uit de Tweede Wereldoorlog bij het raadhuis in Nijverdal.
Dit onderzoek is nodig omdat na eerdere onderzoeken niet uitgesloten
kan worden dat er op één plek op een diepte van 3 meter een niet
gesprongen explosief in de bodem zit. Een speciaal hiervoor opgeleide
explosievendeskundige verricht het vervolgonderzoek. Tijdens dit
onderzoek wordt er gegraven. Er worden diverse voorzorgsmaatregelen
genomen om eventuele calamiteiten tot een minimum te beperken. De
omwonenden zijn geïnformeerd over de bevindingen van het onderzoek en
de graafwerkzaamheden. Het onderzoek is nodig in verband met de
nieuwbouw van het Huis voor Cultuur en Bestuur op deze plaats. De bouw
van het Huis voor Cultuur en Bestuur zal starten zodra de gemeente
over een VVE verklaring (Vrij Van Explosieven) beschikt. De
verwachting is dat dit eind mei 2005 zal zijn.
Werkwijze
Tijdens het onderzoek wordt de grond rond de verdachte plaats
afgegraven. Van Heeteren Aannemingsbedrijf BV voert deze
graafwerkzaamheden uit in opdracht van T&A Survey. De eerste twee
meters worden machinaal afgegraven met een "explosievrije"
graafwerktuig. De laatste meter wordt handmatig verwijderd. Tijdens de
werkzaamheden wordt er continue gemeten of er een metalen voorwerp
ligt en hoe groot dit metalen voorwerp eventueel is. Pas nadat het
laatste zandlaagje is verwijderd is duidelijk wat er in de bodem ligt.
Uit praktijkervaring van T&A blijkt dat er in 90% van de gevallen geen
explosief wordt gevonden, maar een ander metalen voorwerp. Mocht er in
Nijverdal wel een niet gesprongen explosief in de bodem liggen, dan
wordt de EOD (Explosieven OpruimingsDienst) gewaarschuwd. Deze zal het
projectiel onschadelijk maken door de ontsteking te verwijderen. Na
verwijdering van de ontsteking is er geen gevaar meer. De ontsteking,
die eveneens een geringe hoeveelheid springstof bevat, wordt op een
daartoe aangegeven "springlocatie" tot ontploffing gebracht door de
EOD.
Voorzorgsmaatregelen
Rondom de verdachte plek plaatst T&A containers. Aan de buitenkant van
die containers wordt tot een diepte van 3 meter een sleuf gegraven van
minimaal 60 centimeter breed. De sleuf wordt gegraven om de zogenaamde
grondgolf op te vangen als zich (onverhoopt) een ontploffing voor zou
doen. Dit voorkomt beschadiging van funderingen in de omgeving. De
containers worden gevuld met het zand uit de sleuf. Deze containers
schermen de locatie af, waardoor een eventuele explosie feitelijk
alleen nog naar boven kan en niet naar opzij. Door deze werkwijze
kunnen alleen eventueel neerkomende metaaldeeltjes enige schade
veroorzaken in een wijde cirkel rond de locatie.
Bijdrage in de kosten
De gemeente heeft het Ministerie van Binnenlandse Zaken en
Koninkrijkrelaties (BZK) een bijdrage gevraagd voor de te maken
kosten. Voorwaarde voor het verkrijgen van een bijdrage is dat de
gemeente een zogenaamde PLOF-verzekering afsluit voordat met het
vervolgonderzoek wordt begonnen. De totale kosten van het onderzoek
zijn begroot op ruim ⬠60.000,= .