Toespraak van de minister van Verkeer en Waterstaat, Karla Peijs, tijdens de
Topborrel van DGTL op 17 mei 2005 in Den Haag om 18.00 uur.
(Alleen de uitgesproken tekst geldt)
Hartelijk dank voor dit boekje Ik ga het zo snel mogelijk lezen. Maar
ik kan u melden dat ik er nu al heel blij mee ben Ik zal u vertellen
waarom.
Een andere overheid is een open overheid. Om echt te veranderen moeten
we onze deuren open zetten voor elkaar en ook voor de buitenwereld. En
deze brochure is een mooie manier om buitenstaanders een kijkje te
laten nemen in de keuken van Verkeer en Waterstaat. Met Dynamisch
onderweg breekt DGTL een stukje van de muur af die V&W van de
samenleving scheidt. Mijn complimenten! Ik hoop dat alle V&W'ers en
vooral ook niet -V&W'ers deze brochure met veel enthousiasme gaan
lezen.
Een andere overheid is dus een open overheid. En een andere overheid
is ook een ontkokerde overheid. Met andere woorden: een overheid
zonder loopgravenoorlogen tussen en binnen ministeries. Het oude DGG
en DGL hebben laten zien dat we de krachten kunnen bundelen. Zij
hebben de grens die hen scheidde vakkundig van de V&W-kaart
verwijderd. De vorming van DGTL is een voorbeeld voor heel V&W en voor
het hele Rijk.
De krachten bundelen, dat klinkt natuurlijk allemaal mooi, denkt u
waarschijnlijk, maar wat betekent dat concreet? Ik zal u een voorbeeld
geven. Voor het eerst vallen de kampioenen van onze economie, Schiphol
en de Rotterdamse haven, onder één DG. Dat is winst, want er zijn een
hoop overeenkomsten tussen deze twee grote jongens. Ik denk aan de
bereikbaarheid van de mainports, de spanning tussen milieu en
economie, het privatiseringsvraagstuk en het internationale karakter.
Op die gebieden valt ongelooflijk veel van elkaar te leren. En de
vorming van DGTL maakt dat een stuk gemakkelijker.
Ook maakte DGTL een flinke afslankkuur voor Verkeer en Waterstaat
mogelijk. En zo'n slim fast dieet is goed voor de organisatie. We
hebben de organisatie namelijk onder de loep kunnen houden om te
zoeken naar overlappende werkzaamheden en ruimte voor meer
efficiëntie. Ik kan u vertellen dat DGTL weer fit in het leven staat.
DGTL heeft dus een open karakter en vooral ook een internationaal
karakter. Over dat laatste wil ik kort nog iets over zeggen met het
oog op het Grondwetreferendum van 1 juni. Transport en logistiek zijn
bij uitstek grensoverschrijdende beleidsterreinen, terreinen die
vragen om Europese samenwerking. Binnen de Europese Unie kunnen we
maatregelen nemen die anders zouden stuklopen op de grenzen van
individuele lidstaten. Denkt u bijvoorbeeld aan het uitfaseren van
enkelwandige tankers en het versterken van toezicht op maritieme
veiligheidsnormen.
We hebben in Europa al heel veel bereikt, maar op veel gebieden valt
nog een hoop Europese winst te behalen. Een daarvan is
terrorismebestrijding. Nu denk u misschien wat heeft terrorisme met
transport en logistiek te maken? Maar het luchtvervoer en het
maritieme containervervoer zijn kwetsbare doelen voor terroristen. En
internationale terrorismebestrijding maakt het mogelijk om deze
steunpilaren van onze economie beter te beschermen.
Een tweede voorbeeld van een beleidsterrein dat vraagt om een Europese
aanpak is de luchtvaart. Onder de noemer "Single European Sky" gaan
lidstaten steeds meer met elkaar samenwerken. Ze bepalen gezamenlijk
luchtverkeersroutes en ook de luchtverkeersleidingen van verschillende
landen zoeken toenadering tot elkaar. U begrijpt dat samenwerken een
stuk makkelijker gaat als de Unie ook een echt een eenheid is en geen
verzameling van tegengestelde nationale belangen.
Om op deze en andere terreinen winst te behalen is een stevige,
samenhangende en slagvaardige Unie nodig. De huidige kraakt structuur
van de EU stamt in feite uit de tijd van de oprichting door de zes
grondleggers. Dat systeem kraakt in zijn voegen. Zeker na de
toetreding van tien nieuwe lidstaten en met een aantal landen dat op
de deur klopt is het tijd voor een verbouwing. We hebben cement nodig
om ervoor te zorgen dat het Europese huis weer voor jaren stevig
staat. Die emmer met cement staat klaar in de vorm van de Europese
Grondwet. Moeten we alleen wel allemaal ja stemmen op 1 juni. Die
oproep wil ik ook vandaag graag doen.
U weet dat ik een groot Europees hart heb, dus ik zou hier nog lang
over door kunnen praten. Maar de volgende spreker meneer Kazatsay, de
plaatsvervangend DG Energie en Transport, kan u nog veel beter dan ik
inzicht geven in datgene wat Europa voor de wereld van transport en
luchtvaart kan betekenen. Maar voor ik het woord aan hem geef wil ik
nog even kwijt hoe trots ik ben op het prachtige DGTL. Samen met u wil
ik vandaag toosten op een nog mooiere toekomst voor dit deel van V&W,
een toekomst waarin we open staan voor elkaar, voor de samenleving en
natuurlijk voor Europa.
Ministerie van Verkeer en Waterstaat