Stadsreiniging
17 mei 2005
---
Ulli Fischer
We kunnen ons opwinden over zwerfvuil of hondenpoep op straat. Maar in
vergelijking met vroeger eeuwen hebben Amsterdammers niet te klagen.
In de middeleeuwen belandde veel vuil op straat of in de gracht. Tot
in de 19e eeuw liepen open riolen langs de straten. Begin 20ste eeuw
hadden veel gezinnen nog geen toilet. Ze behielpen zich met een emmer.
Stadskeuren
Regels voor het schoonhouden van de stad werden vroeger in de
stadskeuren opgeschreven. Hierin kunnen we lezen dat in 1413 het
verbod werd uitgevaardigd kadavers van dieren en slachtafval op straat
of in de gracht te smijten. In 1475 werden voor het eerst openbare
vuilnisvaten geplaatst bij bruggen en aan het eind van straten. Een
`stede-scop` veegde in dienst van de stad pleinen, bruggen en enkele
belangrijke straten aan. Voor het schoonhouden van de eigen straat
werden burgers geacht zelf de bezem ter hand te nemen.
Uitrijden van de vuilniswagen over Bilderdijkgracht, datum onbekend
Uitrijden van de vuilniswagen over Bilderdijkgracht, datum onbekend
Rijke lui en arme lui
In de rijke buurten werd het schoonhouden van de stoep aan dienstboden
uitbesteed. Bezoekers van Amsterdam die niet verder kwamen dan de
grachtengordel prezen de inwoners om hun properheid. In de armere
buurten kwam vaak niet veel van vegen en poetsen terecht. De grachten
werden als natuurlijke vuilnisvaten beschouwd. De ontlasting van
mensen kwam erin terecht, maar ook slachtafval en andere troep alle
regels ten spijt. De hoofdgrachten konden dankzij het getijdenverschil
enigszins worden doorgespoeld. Voor de kleinere grachten in
dichtbevolkte gebieden zoals de Jordaan had het getijdenverschil veel
minder effect.
Mest
Het ophalen van vuil werd in Amsterdam eeuwen lang aan particulieren
over gelaten. Eerst was het Burgerweeshuis ervoor verantwoordelijk,
later het Aalmoezeniersweeshuis. Er kon zelfs een centje mee worden
verdiend. De inhoud van de vuilnisvaten werd als mest verkocht. Ook de
Maatschappij ter bevordering van landbouw en landontginning van dr.
Samuel Sarphati had vanaf 1847 een tijdlang een concessie voor het
ophalen van vuil in Amsterdam en andere steden.
Open riolen
Tot in de 19e eeuw zijn er veel klachten van inwoners over `het
wanstaltig gezigt` en de `ondragelijke reuk` van open riolen voor de
deur. Een gevaarlijke situatie in tijden van cholera en andere
besmettelijke ziekten. Soms waren de riolen met planken overdekt. In
1855 verdrievoudigde de stad haar budget om gemetselde riolen onder de
grond aan te leggen. Boldootwagen
Stadsreiniging
In 1877 trok zich de gemeente het vieze straatbeeld dan eindelijk aan.
De Stadsreiniging werd opgericht. Handkarren, schuiten en paard en
wagen werden ingezet om het vuil op te halen. Ook het uitbaggeren van
de grachten hoorde erbij. Tot 1934 reed de `Boldootwagen` door
Amsterdam. 7500 gezinnen behielpen zich met een poepemmer. De inhoud
hiervan gaven ze aan de wagen mee. In 1915 werd voor het eerst
geëxperimenteerd met vuilverbranding. Vanaf 1937 was de Stadsreiniging
geheel gemotoriseerd. Het vuilprobleem was grotendeels onder controle.
Groene stroom
Sinds 1990 valt het ophalen van huisvuil onder verantwoordelijkheid
van de stadsdelen. Het Afval Energie Bedrijf, erfgenaam van de
Stadsreiniging, is verantwoordelijk voor de vuilverbranding. Hierbij
wordt bouwmateriaal geproduceerd en elektriciteit. Sinds 2001 rijden
trams en metro op groene stroom. Ook de Amsterdamse straatverlichting
brandt op afval.
Geraadpleegde bronnen:
* Het XYZ van Amsterdam. Jaap Kruizinga. Amsterdam Publishers 2002.
* Ons Amsterdam. Mei 2003. Stad met een luchtje.
* Website van het Centraal Bureau voor de Statistiek.
www.cbs.nl/openbaar gereinigd.
Op deze pagina
Stadskeuren
Rijke lui en arme lui
Mest
Open riolen
Stadsreiniging
Groene stroom
Gemeente Amsterdam