Rijksuniversiteit Groningen

055 - Werelderfgoed in gevaar

Verdrag biedt geen garantie voor bescherming

Datum: 17 mei 2005

UNESCO's lijst van werelderfgoed zou de `meest waardevolle' monumenten en natuurlijke gebieden van de wereld moeten omvatten. En het werelderfgoedverdrag zou dit belangrijkste erfgoed moeten beschermen. Of ze dat ook doen, is nog maar de vraag. Promovendus Bart van der Aa deed in zes landen onderzoek naar 67 werelderfgoedsites. Zijn conclusie: `De UNESCO mag wel vaker de tanden laten zien. Maar dat kan pas als de lijst daadwerkelijk wordt gebaseerd op kwaliteit.'

Wie kent ze niet: de molens van de Kinderdijk? Deze toeristische trekpleister is een van de zeven plekken in Nederland die zijn aangewezen tot werelderfgoed. Dit najaar wordt bovendien de voordracht van de Waddenzee besproken. Nederland heeft bij zijn voordrachten vooral gekozen voor het thema `de strijd tegen het water'. Van der Aa: `Daarmee wordt de lijst van werelderfgoed gebruikt als middel om een deel van de Nederlandse identiteit uit te dragen. Daar zitten twee kanten aan: het is in internationaal opzicht inderdaad uniek en niet de zoveelste kathedraal. Maar het Ir. D.F. Woudagemaal in Lemmer of de Stelling van Amsterdam zijn zelfs bij de meeste Nederlanders niet bekend. Dan kun je je afvragen of ze een plaats op de lijst verdienen.'

Willekeur

De molens van Kinderdijk zijn aan het verzakken en het eiland Pampus, dat deel uitmaakt van de Stelling van Amsterdam, kampt met achterstallig onderhoud. Vormt het werelderfgoedverdrag dan geen garantie voor bescherming? `Het grootste probleem van het werelderfgoedverdrag is dat het wordt gedomineerd door de eigen inzichten, belangen en beperkingen van de deelnemende landen,' zegt Van der Aa. Landen kiezen zelf de sites die ze willen voordragen; het merendeel daarvan komt ook op de lijst. Hoewel daarna de bescherming van het erfgoed per land erg verschilt, blijft internationale steun vaak uit. `Dat is de zwakheid van het verdrag. Ondanks de benoeming tot werelderfgoed is elk land zelf verantwoordelijk voor hoe het met de site omgaat. Zo blijft de bescherming sterk afhankelijk van lokale en nationale voorkeuren. En dus van willekeur.'

Rode lijst

Van der Aa zou de effectiviteit van het verdrag willen vergroten. Daarvoor zijn volgens hem op twee punten verbetering nodig. Ten eerste de voordracht en benoeming van de sites: `Je moet goed kijken naar wat nu echt de kwaliteit van een site is. En vooral in internationaal opzicht vergelijken hoe bijzonder iets is. Sites zouden alleen mogen worden toegelaten wanneer het erfgoed, internationaal gezien, uitzonderlijke kwaliteiten heeft.' Dit is bovendien een voorwaarde voor goede bescherming van sites als de Kinderdijk, en straks misschien de Waddenzee, na hun benoeming tot werelderfgoed. `Er is eigenlijk maar één extern pressiemiddel: de `rode lijst' met daarop erfgoed in gevaar. Maar er is nog nooit een site van de lijst verwijderd: de UNESCO wil landen niet voor het hoofd stoten. Maar van mij mag ze wel wat vaker de tanden laten zien. Het verwijderen van sites van de lijst zodra ze hun uitzonderlijke universele kwaliteiten hebben verloren, zal nationale en lokale actoren bewuster maken van hun verantwoordelijkheid om hun erfgoed te beschermen.'

Curriculum Vitae

Bart van der Aa (Ootmarsum, 1974) promoveert bij de vakgroep Sociale Geografie van de Faculteit der Ruimtelijke Wetenschappen van de Rijksuniversiteit Groningen. Op dit moment is hij docent bij deze vakgroep. De titel van het proefschrift luidt: Preserving the heritage of humanity? Obtaining world heritage status and the impact of listing. Promotors: prof.dr P.P.P. Huigen en prof.dr. G.J. Ashworth.

Noot voor de pers

Drs. B. van der Aa, tel. (050) 363 8288 (werk), e-mail: b.j.m.van.der.aa@rug.nl