Ministerie van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801
2509 LV Den Haag
der Staten-Generaal Anna van Hannoverstraat 4
Binnenhof 1a Telefoon (070) 333 44 44
2513 AA `s-GRAVENHAGE Telefax (070) 333 40 33
Uw brief Ons kenmerk Doorkiesnummer
05-SZW-B-105 AV/PB/2005/32338 333
Onderwerp Datum Contactpersoon
verzoek vaste commissie SZW om toezending 17 mei 2005
Pensioenwet
De griffier van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid verzocht mij namens
de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid met zijn brief van 28 april jl. om het
wetsvoorstel voor de Pensioenwet uiterlijk medio juni 2005 bij uw Kamer in te dienen opdat nog
voor het zomerreces de behandeling daarvan in gang gezet kan worden.
Op 13 april jl. (Kamerstukken II 2004/05, 28 294, nr. 16) heb ik u de uitkomsten gestuurd van
het overleg tussen het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
De Nederlandse Bank en de Stichting van de Arbeid over de resterende onduidelijkheden over de
nota van 29 oktober 2004 met een nadere invulling van enkele zaken uit de FTK-Hoofdlijnennota.
Na de afronding van het hiervoor genoemde overleg zijn deze uitkomsten verwerkt in het in
voorbereiding zijnde conceptwetsvoorstel voor de Pensioenwet. Vervolgens heb ik dit
conceptwetsvoorstel op 29 april jl. aangeboden aan DNB, AFM en Actal voor de toezichtstoets
respectievelijk de administratievelastentoets. Na ontvangst van deze toetsen zal ik het
conceptwetsvoorstel gereed maken voor behandeling in de Ministerraad.
Ik verwacht dat het wetsvoorstel, nadat de Raad van State daarover heeft geadviseerd,
in de tweede helft van 2005 bij uw Kamer ingediend zal worden.
Ook zal een Invoeringswetsvoorstel Pensioenwet bij uw Kamer ingediend worden.
Ik realiseer me dat met het hiervoor genoemde tijdstip van indiening van het wetsvoorstel voor de
Pensioenwet bij uw Kamer de mogelijkheden zeer beperkt zijn dat de Pensioenwet voor 1 januari
2006 in het Staatsblad staat.
Dit hoeft geen probleem te zijn. Allereerst geldt dat de inwerkingtreding van pensioenwetgeving
niet per definitie gebonden is aan 1 januari van enig jaar. Het is dus niet noodzakelijk om de
inwerkingtreding uit te stellen tot 1 januari 2007.
2
Tevens houdt de toezichthouder in het kader van de Pensioen- en spaarfondsenwet, DNB, thans al
rekening met datgene wat gewisseld is over het Financieel Toetsingskader (Kamerstukken II
2003/2004, 28 294, nr. 4 herdruk, Kamerstukken II 2004/05, 28 294, nr. 11, Kamerstukken II
2004/05, 28 294, nr. 16) zoals dat met de Pensioenwet verduidelijkt zal worden.
De Minister van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,
(mr. A.J. de Geus)
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid