Ministerie van Verkeer en Waterstaat

Contactpersoon

Datum
17 mei 2005
Ons kenmerk
RWS/SDG 2005/1547/9133
Doorkiesnummer

Bijlage(n)

-
Uw kenmerk
VW-05-219
Onderwerp
Toepassing steenslag in rijkswegen

Geachte voorzitter,

De vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat heeft mij verzocht te reageren op de briefwisseling tussen Steenbrekerij Roermond en de dienst Weg- en Waterbouwkunde van Rijkswaterstaat. Hierbij voldoe ik aan dat verzoek.

Zoals u zich zult herinneren heb ik naar aanleiding van de stroefheidproblematiek op een aantal rijkswegen in Zuid-Holland enkele wijzigingen doorgevoerd in de regelgeving voor steenslag dat bestemd is voor asfalt in rijkswegen.
De aanscherping van de eisen voor steenslag is gebaseerd op een onderzoek van de Dienst Weg- en Waterbouwkunde van Rijkswaterstaat. In het betreffende onderzoek is naar voren gekomen dat een combinatie van factoren, waaronder het percentage rond (ongebroken) materiaal in de toegepaste steenslag en de zware verkeersbelasting, de grondslag vormt voor de geconstateerde stroefheidproblemen. Op basis van het onderzoek is geconcludeerd dat het gebruik van stenen die deels rond zijn leidt tot een significant hoger risico op vroegtijdig verlies van stroefheid. Dit betekent niet dat het gebruik van gebroken riviergrind altijd leidt tot stroefheidproblemen, maar wel dat er een kans bestaat dat dit gebeurt.

Dit risico heb ik niet willen lopen. Onvoldoende stroefheid kan grote negatieve gevolgen hebben voor de verkeersveiligheid. Daarnaast leiden de tijdelijke snelheidsbeperkingen, die bij constatering ervan ingesteld moeten worden, tot belangrijke doorstromingsproblemen en veel ergernis bij de weggebruiker.
Ik heb daarom geconcludeerd dat er hogere eisen gesteld moeten worden aan de toe te passen materialen. Hierbij heb ik niet alleen gekeken naar de huidige situatie, maar ook naar de verwachte sterke toename van de verkeersintensiteit en de verkeersbelasting zoals staat aangegeven in de nota Mobiliteit.

De hogere eisen die voortaan gesteld worden aan steenslag hebben als consequentie dat alle steenslag met een percentage rond, dus ook de Nederlandse steenslag die geproduceerd wordt door Steenbrekerij Roermond, niet meer in aanmerking komt voor toepassing op het hoofdwegennet. Ik heb er begrip voor dat Steenbrekerij Roermond niet gelukkig is met deze situatie, maar acht de hogere eisen noodzakelijk om veiligheidsrisico's te vermijden op het rijkswegennet.
Anderzijds vraag ik ook van de steenslagindustrie begrip voor mijn besluit, dat voortkomt uit de wens om vermijdbare risico's op het rijkswegennet uit te sluiten.

Ik hecht er aan te benadrukken dat het onderzoek van Rijkswaterstaat en mijn besluit inzake steenslag uitsluitend betrekking hebben op rijkswegen. In het algemeen zijn dat de wegen met de hoogste verkeersintensiteiten, de hoogste snelheden en de meeste vrachtauto's. Het onderzoek van Rijkswaterstaat geeft geen grondslag voor de veronderstelling dat gebroken riviergrind geweerd zou moeten worden voor minder zwaar belaste wegen zoals in beheer bij provincies, gemeenten en waterschappen. Ik heb Rijkswaterstaat gevraagd dat standpunt ook uit te dragen richting belangenorganisaties en het CROW.

Hoogachtend,

DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT,

Karla Peijs