Documenten over Winkeldiefstal voor raadscommissie B&V 17 mei Utrecht
|Aan de leden van de raadscommissie | | | |Bestuur en Veiligheid | | | | | | | | | | | | | | | | | | | |Doorkiesnu|286 1005 \# "## ##" 10 05 |Datum: | | |mmer: | | |12 mei 2005 | |E-mail: |Burgemeester@Utrecht.nl |Ons |05009125 | | | |kenmerk:| | |Bijlage(n)|1 |Onderwer|Enquete SP-fractie | |: | |p: |Winkeldiefstal | |Uw | | | | |kenmerk: | | | | |Uw brief | |Verzonde| | |van: | |n: | | | | |Bij antwoord datum, ons kenmerk en | | | |onderwerp vermelden |
Geachte leden,
Op de agenda van de vergadering van 17 mei a.s. van uw commissie is als punt 10 opgevoerd de notitie van de SP-fractie: Winkeldiefstal in Utrecht. De notitie bevat een verslag van een door de SP gehouden enquête onder ondernemers over winkeldiefstal. Hieronder ga ik in op de hoofdpunten uit de enquête. Mijn reactie baseer ik ook op feitelijke informatie die door de politie aan mij is verstrekt over aantallen meldingen, hoe door de politie op meldingen wordt gereageerd en de verschillende manieren waarop aangifte kan worden gedaan. Vooraf wil ik nog melden dat winkeldiefstallen een ernstig probleem vormen. Alle activiteiten die erop gericht zijn om het inzicht in de achtergronden van dit probleem te vergroten en de aanpak efficiënter te maken, om zo het aantal winkeldiefstallen te laten afnemen, juich ik toe. Op die wijze kijk ik ook naar deze enquête over winkeldiefstal. Daarbij teken ik wel aan dat de respons op de enquête beperkingen oplegt bij het trekken van algemene conclusies
a. Reactietijd bij meldingen van winkeldiefstal
In het verslag van de enquête wordt gemeld: "De grootste groep winkeliers moet tussen de 10 en 30 minuten wachten nadat er aangifte van de aanhouding van een winkeldief is gedaan. In totaal 68 % van de winkeliers moet meer dan 10 minuten wachten. Volgens een meerderheid van de winkeliers is de wachttijd niet afgenomen sinds oktober 2004"
Bij het reageren op meldingen hanteert de politie de volgende richtlijnen:
Melding:
. In geval van de constatering dat goederen uit de winkel zijn gestolen, waarbij geen verdachte is aangehouden, gaat de politie niet ter plaatse.
. In het geval dat bij de winkeldiefstal een verdachte is aangehouden en dit gemeld wordt bij de politie, gaat de politie ter plaatse.
. Politie binnen 10 minuten ter plaatse (prio-1 melding): De winkeldiefstal wordt een prio-1 melding indien de winkelier niet beschikt over een goede ophoudruimte en/of indien de verdachte agressief is.
Politie binnen 30 minuten ter plaatse (prio-2 melding): De winkeldiefstal wordt een prio-2 melding als de winkelier over een goede ophoudruimte beschikt en de verdachte zich "normaal" gedraagt.
Over de reactietijd bij meldingen van winkeldiefstal kan het onderstaande staatje verduidelijking bieden.
Delict winkeldiefstal, pleegplaats gemeente Utrecht
|* bron Gids d.d. 24 maart |2001 |2002 |2003 |2004 | |2005 | | | | | |Totaal aantal meldingen |1704 |1641 |1487 |1302 | |Aantal prio-1 meldingen |65 |153 |125 |122 | |Prio-1 melding binnen 10 |93,8% |93,4% |92,0% |95,0% | |minuten ter plaatse | | | | | |Aantal prio-2 meldingen |1639 |1488 |1362 |1180 | |Prio-2 melding binnen 30 |62,5% |63,5% |67,5% |72,4% | |minuten ter plaatse | | | | | |Aantal klachten t.z. |- |- |- |0 | |winkeldiefstal | | | | | |Bron BVI | | | | |
Naar mijn mening kan worden geconstateerd dat de richtlijn om bij prio-1 meldingen binnen 10 minuten aanwezig te zijn, in bijna alle gevallen gehaald wordt. Bij de prio-2 meldingen ligt de score lager, maar is een stijgende lijn waar te nemen.
b. Wijzen waarop aangifte kan worden gedaan.
In het verslag van de enquête wordt gemeld " het optreden van politie en justitie speelt een belangrijke rol bij de aangiftebereidheid van winkeliers. Meer en directer contact met politie en een eenvoudigere aangifteprocedure verhogen de aangiftebereidheid"
Om het doen van aangiften voor winkeliers sneller en eenvoudiger te maken is de volgende aangifteprocedure operationeel gemaakt. Deze manier van aangifte doen geldt voor winkeldiefstal, vernieling en overtreding van winkelverbod. Hiermee wordt voorkomen dat de winkeliers naar het politiebureau moeten gaan voor hun aangifte.
. Er is geen verdachte en geen signalement:
Winkeliers kunnen via de internetsite (www.politie.nl/utrecht) 24 uur per dag aangifte doen van winkeldiefstallen en vernielingen waarbij geen verdachte is aangehouden en ook geen signalement van een verdachte bekend is.
. Er is wel verdachte of een signalement
Is wel een verdachte aangehouden of is een signalement bekend, dan is aangifte via de internetsite niet mogelijk. Wel biedt de Politie Utrecht voor deze gevallen een apart formulier aan, dat winkeliers van internet kunnen downloaden en invullen. Dit formulier kan gebruikt worden voor winkeldiefstal, vernieling en overtreden winkelverbod.
Onderstaand schema verduidelijkt het gebruik van het aangifteformulier:
|1. heterdaad (met |2. heterdaad (met |3. geen heterdaad | |verdachte) |signalement) | | | | |- u ontdekt het feit | |- het feit is net |- het feit is net |pas later, maar u kunt| |gepleegd en u hebt de |gepleegd, de |wel een signalement | |verdachte aangehouden:|verdachte is |geven (bv. aan de hand| | |ontvlucht, maar kunt |van videobeelden of | | |wel een signalement |getuigenissen van uw | | |geven: |personeel) | |a. u meldt de |a. u meldt het feit |a. u meldt het feit | |aanhouding direct bij |direct bij de politie|bij de politie via | |de politie via |via telefoonnummer |telefoonnummer | |telefoonnummer 112; |112; |0900-8844; | |b. u print het |b. u print het |b. u print het | |aangifteformulier uit,|aangifteformulier |aangifteformulier uit,| |vult dit in en |uit, vult dit in en |vult dit in en | |ondertekent dit |ondertekent dit |ondertekent dit | |c. de politie komt |c. als de verdachte |c. u stuurt het | |naar uw winkel en |door de politie wordt|formulier per post | |neemt de verdachte en |aangetroffen, komt de|naar het | |het aangifteformulier |politie met de |dichtstbijzijnde | |mee; |verdachte naar uw |politiebureau | | |winkel om het |(op te zoeken via: | | |aangifteformulier op |www.politie.nl/utrecht| | |te halen; anders |/) | | |wordt er contact met | | | |u opgenomen; | | |d. u ontvangt binnen |d. u ontvangt binnen |d. u ontvangt binnen | |enkele dagen een |enkele dagen een |enkele dagen een | |uitgewerkte aangifte |uitgewerkte aangifte |uitgewerkte aangifte | |voor uw administratie |voor uw administratie|voor uw administratie | |/ verzekering. |/ verzekering. |/ verzekering. |
De conclusie van de SP-fractie dat aangiftebereidheid positief kan worden beinvloed door vereenvoudiging ervan, deel ik. Het bij elke zich voordoende gelegenheid bekend maken van bovenstaande, m.i. klantvriendelijke mogelijkheden, is dan ook belangrijk. Op de internetsite van Economische Zaken van de gemeente Utrecht staat bij Veilig Ondernemen een kort bericht om winkeliers op de aangiftemogelijkheden te wijzen. Daarnaast blijkt uit ervaring dat waar winkeliers samen met politie, justitie en gemeente werken aan bestrijding van winkeldiefstal c.a., bijvoorbeeld in het kader van Veilig Ondernemen, de winkeldiefstallen afnemen en de aangiftebereidheid toeneemt. Het is belangrijk om samenwerking te blijven stimuleren. In het verslag van de enquête wordt ook melding gemaakt van signalen over andere problemen dan winkeldiefstal, zoals intimidatie, agressie en geweld. Ook de aanpak van die problemen kan onderdeel zijn van een project Veilig Ondernemen. Zo wordt bijvoorbeeld in de voorbereidingen voor de pilot (collectieve) winkelontzeggingen d.m.v. gezichtsherkenning uitdrukkelijk gekeken naar de mogelijkheden om naast op basis van het plegen van een strafbaar feit ook op basis van het herhaaldelijk veroorzaken van ernstige overlast iemand een (collectieve) winkelontzegging op te kunnen leggen. Ondanks de gezamenlijke inspanningen die momenteel worden verricht en de afname in het aantal meldingen, is winkeldiefstal nog steeds een fors maatschappelijk probleem. Dit betekent dat huidige werkwijze voortgezet zal moeten worden en nog verder over de stad moet worden verspreid.
Inde vergadering van uw commissie d.d.10 mei jl. zijn vragen gesteld over het project (collectieve) winkelontzegging op basis van gezichtsherkenning. Ik heb toegezegd daarover informatie toe te zenden, zodat het onderwerp desgewenst in uw vergadering van 17 mei kan worden besproken in relatie met het al geagendeerde onderwerp enquête winkeldiefstal in Utrecht. Bij deze brief is een notitie gevoegd die doelstelling, werkwijze en stand van zaken beschrijft van dit project.
Hoogachtend,
de Burgemeester van Utrecht
mr. A.H.Brouwer-Korf
| | |Postadres: Postbus 16200, 3500 | | | |CE Utrecht | | | |Bezoekadres: Korte | | | |Minrebroederstraat 2, Utrecht | | | |Telefoon: 030 - 286 10 00 | | | |Fax: 030 - 286 12 24 | | | |Internet: www.utrecht.nl |
---- --
(Collectieve) winkelontzegging op basis van gezichtsherkenning in het kader van aanpak winkelcriminaliteit Utrechtse binnenstad.
Inleiding
Eind 2004 zijn de ondernemers, politie, justitie en gemeente, in aansluiting op de proef gezichtsherkenning bij Thom Broekman/ de Rode Winkel, gestart met onderzoek naar de toepassing van een voor Utrecht nieuw instrument in de strijd tegen winkelcriminaliteit: "de collectieve winkelontzegging". Kern daarbij is dat overlastveroorzakers een collectieve winkelontzegging opgelegd kunnen krijgen als aan een aantal criteria is voldaan. Wanneer de overlastveroorzaker dan (toch) een winkel betreedt waarop de ontzegging van toepassing is, kan de politie op grond van huisvredebreuk proces-verbaal opmaken en kan de persoon in kwestie strafrechtelijk worden vervolgd.
Doelen
De doelen die worden nagestreefd zijn vooralsnog:
. Daling met tenminste 50% van de winkelcriminaliteit en overlast in de aangesloten winkels
. Binnen 3 jaar deelname van 50% van het totale winkelbestand in de binnenstad aan het samenwerkingsverband middels een samenwerkingsovereenkomst.
. Verschaffen van relevante informatie aan politie en justitie om tot opsporing en vervolging te kunnen overgaan, dan wel adequate actie te kunnen nemen in het nazorgtraject voor specifieke overlastveroorzakers
. Verschaffen van relevante informatie aan collega-ondernemers, opdat zij tijdig zijn gewaarschuwd voor verdachte personen en/of werkwijzen
. Preventieve uitstraling en het ontmoedigen van de overlastveroorzakers
. Tijdig herkennen, preventief op kunnen treden tegen en zo nodig weren van ongewenste gasten
. Vergroten van de pakkans
. Verbeteren van het ondernemersklimaat en de leefbaarheid in de binnenstad
. Veiliger en prettiger maken van het winkelgebied voor bezoekers
Instrument: (collectieve) winkelontzegging met gezichtsherkenning
Het 'instrument' dat wordt ingezet om gestelde doelen te realiseren bestaat uit een systeem voor (collectieve) winkelontzegging met gezichtsherkenning (FaceCheck). De apparatuur voor gezichtsherkenning bestaat uit een camera, computer met lokale database en een monitor. Elke deelnemende ondernemer bouwt een eigen bestand op in de lokale database van personen met een winkelontzegging. Deze individuele bestanden worden gekoppeld aan een centrale database, zodat die informatie in de collectieve database kan worden ingebracht. Vanuit deze centrale database wordt relevante informatie (personen met een (collectieve) winkelontzegging) vervolgens gedistribueerd naar de lokale databases van de individuele deelnemers. Het FaceCheck systeem zal vanaf dat moment een signaal afgeven wanneer een persoon met een (collectieve) winkelontzegging de winkel van een deelnemende ondernemer betreedt. In het publiek-private Dienstencentrum Beveiliging, dat op dit moment door DSO/EZ wordt opgezet, zal de centrale database worden ondergebracht. Het plan voor het ontwikkelen en opzetten van dit publiek-private Dienstencentrum is vorig jaar bekroond met een prijs van het ministerie van Economische Zaken.
Wet Bescherming Persoonsgegevens (WBP)
Op het geautomatiseerd verwerken en op het uitwisselen van gegevens over personen met een ontzegging is de Wet Bescherming Persoonsgegevens van toepassing. Daarbij is een zorgvuldige werkwijze conform een - door het College Bescherming Persoonsgegevens (CBP) goedgekeurd - protocol een randvoorwaarde. Dit protocol ligt op dit moment ter toetsing bij het CBP. Het Openbaar Ministerie is nauw betrokken bij de voorbereidingen van de pilot en kijkt mee naar de criteria voor het opleggen van een collectieve winkelontzegging.
De deelnemers verplichten zich door ondertekening van de samenwerkingsovereenkomst om conform het protocol te handelen voor wat betreft het registreren, verwerken, delen en gebruiken van gegevens over personen met een (collectieve) winkelontzegging. De gemeente houdt de regie op het goed toepassen van het protocol, regels en de samenwerkingsafspraken.
Uitgangspunten
. Er wordt gewerkt conform de afspraken en richtlijnen zoals vastgelegd in het overeengekomen protocol, welke onlosmakelijk deel uitmaakt van de samenwerkingsovereenkomst.
. Deelnemers betrachten uiterste zorgvuldigheid met betrekking tot het uitwisselen van persoonsgegevens en zullen deze gegevens nooit en te nimmer aan derde partijen - niet onderdeel uitmakend van dit samenwerkingsverband - verstrekken. Conform de WBP is verstrekking aan derde partijen strafbaar.
. Basis voor het opleggen van een winkelontzegging is het plegen van een strafbaar feit en/of het veroorzaken van ernstige overlast. Aan de hand van de matrix uit het protocol bepalen ondernemers welke sanctie een overlastveroorzaker wordt opgelegd. De winkelontzegging wordt in principe opgelegd en uitgereikt door de winkelier zelf.
. Basis voor het opleggen van een collectieve winkelontzegging is het stelselmatig veroorzaken van overlast of het herhaaldelijk plegen van een strafbaar feit. Collectieve winkelontzeggingen worden namens de deelnemende winkeliers via het Dienstencentrum Beveiliging opgelegd en uitgereikt. Óf en zo ja voor welke periode een collectieve winkelontzegging wordt opgelegd, wordt gebaseerd op de matrix uit de protocollen.
. De deelnemende winkeliers treden eenduidig en actief op: bij overlast wordt aan de hand van de matrix uit de protocollen een winkelontzegging opgelegd en uitgereikt. In het geval van strafbare feiten wordt altijd aangifte bij de politie gedaan.
. Gegevens worden alleen in het systeem geregistreerd, gemuteerd of verwijderd op basis van een daaraan ten grondslag liggend formulier of document (winkelontzegging en/of aangifte).
. In het systeem worden alleen gegevens geregistreerd van personen met een (collectieve) winkelontzegging.
. De gegevens in het systeem worden verwijderd na verloop van de ontzeggingsperiode.
. Winkeliers kunnen alleen de 'eigen' ingevoerde gegevens raadplegen en niet de gegevens die door andere winkeliers via het Dienstencentrum Beveiliging aan hun lokale database zijn toegevoegd.
. Het Dienstencentrum Beveiliging, politie en justitie kunnen in voorkomende gevallen alle opgeslagen gegevens raadplegen.
. Vooralsnog worden er geen gegevens uit politieregisters aan het systeem toegevoegd.
. Overeengekomen werkwijze en eventuele wijzigingen worden vastgesteld in overleg met alle betrokken partijen (ondernemersvereniging, gemeente, politie en justitie).
Evaluatie pilot
Voor de zomer wordt het samenwerkingsverband gestart met een pilot van 10 winkeliers. In het najaar vindt evaluatie van de pilot plaats. Bij positieve resultaten krijgt de pilot een definitieve status en kunnen andere ondernemers uit de binnenstad van Utrecht aanhaken bij het samenwerkingsverband. Het samenwerkingsverband wordt gecontinueerd zo lang de deelnemers dat zinvol achten, dus in principe voor onbepaalde tijd. Het staat de deelnemers vrij hun deelname aan het samenwerkingsverband te beëindigen.
Financiering
De aanpak winkelcriminaliteit Utrechtse Binnenstad, waar de ontwikkeling van het instrument collectieve winkelontzegging met FaceCheck onderdeel van uit maakt, valt onder het Programma Veilig Ondernemen 2005. Hiervoor zijn middelen gereserveerd en vrijgegeven. Vanuit dat programma wordt nu geïnvesteerd in de samenwerking om de pilot ten uitvoer te brengen. Ook is een subsidieaanvraag (E 225.000) in het kader van de Aanpak urgente bedrijfslocaties ingediend bij het Ministerie van Economische Zaken om een deel van de investeringskosten te dekken. Vandaag (12 mei 2005) is de subsidietoekenning bekend geworden. Naast deze subsidie van het ministerie investeren ondernemers zelf in de apparatuur van de winkels, wat een belangrijk deel oplevert van de tweederde cofinanciering. De overige cofinanciering komt uit het programma Veilig Ondernmen 2005.
J(an).W. Lavèn
Programmamanager Veilig Ondernemen
Dienst Stadsontwikkeling
Afdeling Economische Zaken
mei 2005
---- --