Ministerie van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801
2509 LV Den Haag
der Staten-Generaal Anna van Hannoverstraat 4
Binnenhof 1a Telefoon (070) 333 44 44
2513 AA `s-GRAVENHAGE Telefax (070) 333 40 33
Uw brief Ons kenmerk Doorkiesnummer
ARBO/A&V/2005/35624
Onderwerp Datum Contactpersoon
Herziening Arbowet 1998, stand van zaken 13 mei 2005
Eén van de doelstellingen van dit kabinet is het, waar mogelijk, verminderen van de administratieve
lasten en het terugdringen van de regeldruk voor het bedrijfsleven. Hieraan dient de huidige
wetgeving kritisch getoetst te worden.
Dat is dan ook een van de kernpunten van mijn verzoek aan de Sociaal-Economische Raad die ik
in oktober 2004 gevraagd heb om advies te geven naar aanleiding van de evaluatie Arbowet 1998.
Mijn adviesaanvraag bevat voorstellen tot aanpassingen in het wettelijk arbostelsel waarbij de
overheid zich een andere sturingsrol aan meet met meer focus op ernstige risico's en versterking
van de actieve rol van werkgevers en werknemers in sectoren en ondernemingen.
Aan de SER is gevraagd uiterlijk 1 mei 2005 een advies hierover uit te brengen.
Ik constateer dat de SER nog geen advies heeft kunnen uitbrengen. Van SER zijde heb ik
inmiddels begrepen dat ik het advies in juni 2005 zal ontvangen.
Zoals ik eerder aan u heb gemeld naar aanleiding van de motie Verburg/de Vries (TK 29 800 XV,
nr. 55) is mijn inzet om uiterlijk een maand na het SER advies met een reactie op hoofdlijnen op
het advies komen. Die inzet blijft onveranderd.
Voorts gaf ik aan in december 2005 met een wetsvoorstel te komen, houdende een pakket
maatregelen dat de arboregel en administratiedruk, zo veel mogelijk, terugbrengt. De vertraging
in de advisering heeft tot gevolg dat ook het indienen van dit wetsvoorstel enige vertraging zal
ondervinden. Ik doe mijn uiterste best om dit zoveel mogelijk te beperken.
Het komende SER advies zal worden meegenomen in de vaststelling van het pakket maatregelen
ter vermindering van de huidige (ervaren) arboregel- en administratiedruk.
Ter voorbereiding van dat pakket maatregelen lopen binnen mijn departement inmiddels een aantal
acties. Ik noem de volgende.
2 ARBO/A&V/2005/35624
De huidige arboregelgeving wordt doorgelicht waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen
Europese regelgeving en de zogenoemde nationale kop. Insteek is dat voor behoud van de
nationale kop zwaarwegende redenen moeten bestaan. Voorts wordt in deze doorlichting onder
meer gekeken naar het tegen gaan van te vergaande detaillering, het bevorderen van transparantie
van regelgeving en mogelijkheden voor een grotere verantwoordelijkheid van werkgevers en
werknemers. Van belang hierbij is dat partijen meer mogelijkheden krijgen tot maatwerk. Hiertoe
dient bijvoorbeeld ook de vernieuwde wetgeving rondom de arbodienstverlening, die per 1 juli
2005 van kracht zal worden.
Voorts wordt bezien op welke wijze aanpassingen van het inspectiebeleid kunnen bijdragen aan
vermindering van ervaren regeldruk. Belangrijk hierin is de gedachte dat de Arbeidsinspectie per
branche een beperkt aantal inspectieprioriteiten benoemt. Deze prioriteiten zullen vooraf, vergezeld
van de van toepassing zijnde normering, in korte brochures kenbaar gemaakt kunnen worden aan
de branche. Hiermee wordt voor alle bedrijven uit deze branche kenbaar waar de focus van de
overheid/handhaving ligt en wordt de arboregelgeving tot een, op een specifieke branche gericht,
concreet en overzienbaar geheel van verplichtingen teruggebracht. Ook wordt gekeken naar
stroomlijning en waar mogelijk vermindering van op de arboregelgeving berustende meldingen en
kennisgevingen van werkgevers aan de Arbeidsinspectie.
Tevens worden voorstellen ontwikkeld om naar Europa toe het belang van transparante en minder
gedetailleerde regelgeving, en meer ruimte voor invulling door werkgevers en werknemers, te
communiceren.
Ik zal u spoedig na ontvangst van het SER advies nader informeren.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,
(H.A.L. van Hoof)
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid