De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
ons kenmerk: VD. 2005/1564
datum: 13-05-2005
onderwerp: Illegaal hormoongebruik in de veehouderij
Bijlagen:
Geachte Voorzitter,
Via deze brief informeer ik u over de recente actie in de
vleesveehouderij, waarbij enkele maatregelen genomen zijn in verband
met vermoedens van illegaal gebruik van de stof dexamethason.
Bij huiszoekingen in België, Spanje en Nederland zijn acht personen
aangehouden in verband met vermoedens van illegaal hormoongebruik in
de veehouderij, waarvan twee in Nederland. Hoofdverdachte is een Belg
die legale kruidenmengsels kocht in Spanje waar het
corticosteroïd-hormoon dexamethason in een clandestien laboratorium
werd toegevoegd. De mengsels werden vervolgens naar België
getransporteerd waar verdere verspreiding plaatsvond. Echter, de
verdachte leverde ook aan Nederland. Voor zover bekend, werden de
mengsels met dexamethason toegepast op twee vleesveebedrijven. Vanwege
het vermoeden van gebruik zijn op instigatie van het Openbaar
Ministerie, in samenwerking met de Algemene Inspectiedienst, de
betrokken eigenaren aangehouden en de bedrijven geblokkeerd, zodat
afvoer van dieren niet mogelijk is. Er zijn geen indicaties voor
verder gebruik buiten bovengenoemde bedrijven. Het maatregelenpakket
is afgestemd met de Belgische autoriteiten.
Dexamethason is een diergeneesmiddel dat toegelaten is als
ontstekingsremmer in de rundveehouderij. De enige toegelaten
toepassing betreft gebruik als injectiepreparaat. Voor de stof is een
maximum residulevel (MRL) vastgesteld en een acceptabele dagelijkse
inname (ADI). Afhankelijk van de toepassing geldt een wachttijd voor
het slachten van tenminste zeven dagen. De toepassing via voer is
echter niet toegestaan.
Omdat het in Nederland nog een vermoeden van gebruik betreft en de
gehaltes in het voer nog niet zijn vastgesteld - deze onderzoeken
lopen nog - kan er nog geen definitieve risicoanalyse ten behoeve van
de volksgezondheid worden uitgevoerd. Ik heb de betrokken diensten
gevraagd de definitieve risicoanalyse uit te voeren, zodra de
analysegegevens bekend zijn. Gelet op het voorgaande heb ik vooralsnog
geen aanleiding aan te nemen dat er gevaar voor de volksgezondheid is
opgetreden.
Ik houd u van het vervolg op de hoogte.
De minister van Landbouw, Natuur
en Voedselkwaliteit,
dr. C.P. Veerman
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit