Federale regering Belgie
Verkeerswet
(2005-05-13)
Persbericht van de Ministerraad
Op voorstel van de heer Patrick Dewael, Minister van Binnenlandse
Zaken, en de heer Renaat Landuyt, Minister van Mobiliteit, keurde de
Ministerraad het geamendeerd voorontwerp van wet goed (*) betreffende
de politie over het wegverkeer.
Tijdens de Ministerraad van 20 en 21 maart 2004 werd beslist de
verkeerswet van
7 februari 2003 te evalueren. Deze beslissing werd herhaald in de
regeringsverklaring van 12 oktober 2004.
In de schoot van de Federale Verkeerscommissie heeft Minister Landuyt
de afgelopen maanden, samen met de betrokken verenigingen en de
professionelen uit de sector, samen gezeten om de verkeerswet te
evalueren. Uit deze evaluatie kwam vooral de nood naar meer logica in
de verkeersveiligheidspolitiek naar boven. De doelstelling van iedere
verkeerspolitiek moet immers het vermijden van ongevallen zijn.
In dat licht werd ook het initiatief van de maandelijkse
verkeersveiligheids- barometer genomen. Meten is immers weten. De
barometer geeft de ongevallencijfers tot twee maanden voor de
maandelijkse publicatie. Maand na maand toont de barometer een daling
van het aantal ongevallen op onze wegen.
Uit de vergelijking van de voortschrijdende jaartotalen blijkt een
constante daling van de ongevallen. Aangezien het hoofddoel een daling
van het aantal ongevallen is, moet dit zich ook vertalen in een
logische indeling van de verschillende verkeersovertredingen. Hoe
groter de kans op het veroorzaken van gevaar op de weg, hoe zwaarder
de bestraffing moet zijn. Dit is een logische indeling van
overtredingen volgens het veroorzaken van risico van
verkeersonveiligheid. Ook de invoering van progressieve boetes voor
snelheidsovertredingen is een logische aanpassing.
In de toekomst wordt dus niet meer gesproken over gewone en zware
overtredingen maar over overtredingen van de 1ste, 2de, 3de of 4de
graad.
Overtredingen van de 4de graad leiden onvermijdelijk tot een
ongevalrisico.
Overtredingen van de 3de graad leiden rechtstreeks tot een
ongevalrisico.
Overtredingen van de 2de graad leiden onrechtstreeks tot een
ongevalrisico.
Overzicht progressieve boetes voor snelheidsovertredingen
Snelheid zal voortaan beboet worden per km/u dat er te snel wordt
gereden. Voor de eerste 10 km/u die de bestuurder te snel rijdt, geldt
een forfait van 50 euro. Vanaf 10 km/u te snel komt er telkens 5 euro
bij voor elke bijkomende kilometer die de bestuurder te snel rijdt. In
zones zoals de bebouwde kom en zone 30 is dit 10 euro voor elke
bijkomende kilometer.
In de bebouwde kom, schoolomgeving, zone 30, erf of woonerf (= zones
waar de snelheid beperkt is tot 20, 30 of 50 km/u).
- Minder dan 10 km/u te veel: 50 euro
- Vanaf 10 km/u te veel: +10 euro voor elke bijkomende km/u te snel
- Vanaf 30 km/u te veel: voor rechtbank: verval van recht tot sturen +
rechterlijke geldboete + gerechtskosten
Op de andere wegen:
- Minder dan 10 km/u te veel: 50 euro
- Vanaf 10 km/u te veel: +5 euro voor elke bijkomende km/u te snel
- Vanaf 40 km/u te veel: voor rechtbank: verval van recht tot sturen +
rechterlijke geldboete + gerechtskosten
Intrekking van het rijbewijs
Het parket kan na het begaan van de overtreding het rijbewijs voor ten
hoogste 15 dagen intrekken. Deze maatregel is een
veiligheidsmaatregel. Ze is bedoeld voor zware overtreders. In de
verkeerswet van 2003 was voorzien dat het parket het rijbewijs voor
een maand kon intrekken en deze intrekking tot twee maal toe met nog
eens een maand kon verlengen. Het arbitragehof heeft deze bepaling
vorig jaar vernietigd omdat dit een strafmaatregel is, en dit dus niet
door het parket zelf kan worden opgelegd.
Minister Landuyt voorziet nu dat via een zeer eenvoudige procedure het
parket de verlenging van de intrekking kan vorderen bij de
politierechter. Het parket kan, zoals nu het geval is, voor 15 dagen
intrekken. Het is de politierechter die bij een snelle en efficiënte
procedure moet beslissen of de intrekking kan verlengd worden. De
overtreder en zijn advocaat krijgen hierbij steeds de kans gehoord te
worden.
De voorziene inwerkingtreding is 1 oktober 2005, met uitzondering van
de overtreding inzake het niet-handenvrij gsm-gebruik achter het
stuur. Deze wijziging gaat in op 31 maart 2006, zodat autobestuurders
zich tijdig kunnen voorzien van een handenvrije-installatie.
(*) tot wijziging van de gecoördineerde wet van 16 maart 1968.