Gemeente Apeldoorn

|Raadsvoorstel                     |               |                |
|                                  |               |                |
|                                  |               |Nr. 45-2005     |
|                                  |               |                |
|                                  |               |                |
|Raadsvergadering                  |               |                |
|19 mei 2005                       |               |Datum           |
|                                  |               |13 mei 2005     |
|Onderwerp                         |               |                |
|Initiatiefvoorstel Raadsonderzoek |               |                |
|Reesink                           |               |                |
|                                  |               |                |
|                                  |               |                |
|                                  |               |                |
|Aan de gemeenteraad               |               |                |
Onderwerp
Besluiten tot het houden van een raadsonderzoek, ex artikel 155 van de Gemeentewet, m.b.t. de vestiging van het bedrijf Reesink NV op de Ecofactory te Apeldoorn:

Voorgesteld wordt dat de raad besluit:
tot het instellen van een onderzoekscommissie op grond van artikel 155a e.v. van de Gemeentewet.
een onderzoek te starten met als doel waarheidsvinding m.b.t. het bestuurlijke handelen van het college m.b.t. de vestiging van het bedrijf Reesink NV op de Ecofactory te Apeldoorn en de hiermee verbonden bestemmingsplanprocedure, vergunningverlening (milieu, bouw etc.), levering van grond en toegankelijk bouwperceel in de periode van 1995 tot 2005 waarin de procedures t/m uitspraken van de Raad van State zijn afgerond. dat de instelling van deze onderzoekscommissie wordt voorbereid door een afzonderlijke, door de raad benoemde, voorbereidingscommissie bestaande uit vijf raadsleden van verschillende fracties.
dat deze voorbereidingscommissie dezelfde bevoegdheden heeft als de commissie bedoeld in artikel 155 van de Gemeentewet. als secretaris van de voorbereidingscommissie aan te wijzen de raadsgriffier of diens plaatsvervanger dan wel door hem aan te wijzen medewerker van de griffie.
dat het college de griffier conform de 'verordening ambtelijke bijstand' en de 'verordening onderzoek door de raad' de noodzakelijke bijstand verleent. dat deze voorbereidingscommissie een 'plan van aanpak' opstelt en dit 9 juni aan de raad voorlegt. In dit plan van aanpak komen aan de orde een omschrijving van het onderwerp van onderzoek, verfijning van de onderzoeksvraag, planning, verdeling taken commissieleden, wenselijke ondersteuning: capaciteit (intern en extern), plaats en omvang werkruimten, communicatie (o.a. contacten met de pers), geheimhoudingsaspecten, onderzoeksbegroting.
dat dan de voorschriften, voor zover dit nog niet is geschied, inzake onder andere de bevoegdheden, de werkwijze en de instrumenten van de te benoemen onderzoekscommissie, worden vastgesteld door de raad. dat de onderzoekscommissie zich richt op de gehele periode vanaf 1995 tot en met 1 mei 2005.
dat de raad met de onderzoekscommissie zal overeenkomen dat de commissie haar onderzoek zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk december 2005 zal afronden.

Toelichting/Overweging
Doel
Doel van de instelling van een onderzoekscommissie is om een toegankelijke en zo exact mogelijke en waarheidsgetrouwe beschrijving te geven van alle gebeurtenissen die hebben geleid tot de vestiging van Reesink NV in Apeldoorn. De periode waarover het onderzoek zich uitstrekt heeft betrekking op de eerste besprekingen rondom een mogelijke vestiging, tot en met de afronding van alle juridische procedures die over en weer zijn gevoerd, met uitzondering van de procedure met betrekking tot de vaststelling van de schade die Reesink stelt te hebben geleden als gevolg van een vertraagde vestiging in Apeldoorn. Aangezien dit laatste een autonoom proces is, waarin op enig moment door een onafhankelijke rechter een uitspraak omtrent de hoogte van deze schade zal worden gedaan op vooral bedrijfseconomische gronden, behoeft dit geen onderwerp van onderzoek te zijn.

Conclusies
Het onderzoek dient zodanig te worden uitgevoerd, dat de resultaten de raad vervolgens in staat stellen conclusies te formuleren omtrent het handelen van het college van B&W, de ambtelijke organisatie en overige betrokkenen. Hoewel de gemeenteraad formeel geen onderzoek kan doen naar haar eigen handelen, moet de rol en de betrokkenheid van de gemeenteraad gedurende de onderzoeksperiode geenszins buiten beschouwing worden gelaten.

Middelen
Voor de uitvoering van het onderzoek kiest de commissie voor alle middelen die zij voor een adequaat eindresultaat dienstig acht. Het ligt voor de hand te starten met een grondig dossieronderzoek, waarbij onder meer gebruik kan worden gemaakt van het eigen dossier van de gemeente Apeldoorn inzake alle handelingen die met betrekking tot Reesink zijn verricht (intentie-overeenkomst, bestemmingsplanprocedure, bouwvergunning, milieuvergunning, levering grond, bouwrijp maken en onsluiten, juridische procedures zowel als eiser als gedaagde, de verslagen van getuigenverhoren op initiatief van Reesink, formele en informele besprekingen, correspondentie etc). Ook externe bronnen kunnen dienen om het beeld verder te completeren. Daarnaast kan de commissie besluiten tot het houden van interviews met intern en extern betrokkenen. Indien de commissie dat noodzakelijk acht, kan zij gebruik maken van de mogelijkheid die zij op grond van artikel 155c van de gemeentewet heeft om getuigen op te roepen en (indien gewenst) onder ede te horen.

Apeldoorn, 13 mei 2005
De Raadsfracties in de gemeenteraad van Apeldoorn, Namens hen,

J.C.G. Wegman