Ministerie van Justitie
Persbericht ministerraad
13 mei 2005
VORDERINGEN IN DE AANPAK CRIMINALITEIT EN OVERLAST
Er zijn sinds de start van het Veiligheidsprogramma Naar een veiliger
samenleving in 2002 aanzienlijke vorderingen geboekt in het tegengaan van
criminaliteit en overlast. Het aantal geweldsdelicten is met bijna 11
procent gedaald en het aantal vermogensdelicten met meer dan 9 procent. Ook
het percentage burgers dat zich wel eens onveilig voelt is sinds de
nulmeting in 2002 gedaald van 30,8 naar 24 procent. Ook de criminaliteit in
het bedrijfsleven daalt. Het percentage bedrijven in de detailhandel dat
slachtoffer werd van één of meer vormen van criminaliteit daalde van 67
naar 49 procent. Dat blijkt uit de vijfde voortgangsrapportage over het
Veiligheidsprogramma waar de ministerraad op voorstel van de ministers
Donner van Justitie en Remkes van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
mee heeft ingestemd.
In oktober 2002 heeft het kabinet met het Veiligheidsprogramma een
ambitieuze koers uitgezet: criminaliteit en overlast in het publieke domein
moeten worden teruggebracht met 20 tot 25 procent. Deze reductie moet in de
periode 2008 tot 2010 worden gerealiseerd door het nemen van meer dan 150
maatregelen. Er zijn inmiddels de nodige successen geboekt, maar het
kabinet is nog niet tevreden. Het is van belang de positieve ontwikkelingen
in de veiligheid vast te houden.
Een van de speerpunten is de aanpak van veelplegers. Er is inmiddels
wetgeving waardoor veelplegers in de vorm van een maatregel een aanvullende
vrijheidstraf (tot maximaal twee jaar) opgelegd kunnen krijgen in een
speciale justitiële inrichting. Het aantal beschikbare plaatsen in deze
inrichtingen voor stelselmatige daders (ISD) is 544. Tevens zijn er in de
arrondissementen van de vier grote steden extra plaatsen voor veelplegers
die worden veroordeeld, maar geen ISD-maatregel krijgen opgelegd. Dezelfde
gemeenten hebben verder 250 plaatsen voor specifiek de jeugdige veelpleger.
Vanuit het Grote Stedenbeleid zijn pilots gestart om de terugkeer van
veelplegers te begeleiden op het gebied van primaire levensbehoeften
(inkomen, huisvesting, arbeid) en zo mogelijk aanvullende activiteiten,
zoals scholing, (psychosociale) begeleiding, arbeidstoeleiding en
woonbegeleiding. Met de ondertekening van de convenanten met de grote
steden zijn hiervoor de kaders voor de periode 2005-2009 vastgelegd.
Speciaal voor risicojongeren wordt er een methodiek ontwikkeld om ouders en
jongeren die met de politie in aanraking zijn gekomen pedagogische
thuiszorg te verstrekken. Dit zal in de vorm van een pilot starten in drie
regio's. Verder ligt er een wetsvoorstel gedragsbeïnvloeding jeugdigen dat
voorziet in verplichte vormen van heropvoeding buiten de inrichting.
Inmiddels zijn de doorlooptijden in jeugdstrafzaken korter, is er een
helpdesk privacy voor betrokken organisaties en start dit jaar een
erkenningscommissie voor het beoordelen en accrediteren van
strafrechtelijke interventies die in projectvorm worden toegepast.
Ook de politie, het openbaar ministerie (OM) en de rechterlijke macht
leveren forse prestaties. Het aantal misdrijven dat door de politie wordt
aangemeld bij het OM is sinds 2002 gestegen van 218.000 naar 244.000 en het
aantal boetes en transacties die voortkomen uit een staandehouding is
gestegen van ruim 1,4 miljoen naar bijna 2 miljoen. De doorlooptijden zijn,
ondanks de stijging, licht gedaald. Ook de rechtbanken hebben door het
tijdig nemen van maatregelen voldoende zittingscapaciteit gecreëerd.
RVD, 13.05.2005
Ministerie van Algemene Zaken