kamervragen over het zoekraken van 30 kilo plutonium in Sellafield
Antwoorden op kamervragen over het zoekraken van 30 kilo plutonium in
Sellafield
13 mei 2005
Vragen van het lid Externe link Duyvendak (GroenLinks) aan de
staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en
Milieubeheer, de ministers van Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties en van Buitenlandse Zaken over het zoekraken van
30 kilo plutonium in Sellafield.
---
1. Vraag
Kent u het bericht "Sellafield mist 30 kilo plutonium"? 1)
1. Antwoord
Ja
2. Vraag
Wat betekent het feit dat plutonium zoekraakt voor de veiligheid van
kernenergie?
2. Antwoord
De gegevens als bedoeld in vraag 1 zijn afkomstig uit de jaarlijkse
publicatie van de Nuclear Material Balance in het Verenigd Koninkrijk
en vallen onder de vermelding «Materials Unaccounted For» (MUF). Deze
hoeveelheden MUF komen voort uit de verschillen tussen de -
voorafgaand aan de opwerking - berekende hoeveelheden plutonium (en
uranium) die zich in de op te werken splijtstof bevindt en als zodanig
in de administratie worden opgenomen, en de na de opwerking
daadwerkelijk vastgestelde (gemeten) hoeveelheden. Sommige jaren is
het verschil positief en soms (zoals nu) is het verschil negatief. Dit
betekent niet dat er ineens plutonium bijkomt of zoekraakt. De
verschillen zijn het gevolg van onzekerheden in de bepaling van de
hoeveelheden. Uit deze gegevens mag dan ook niet geconcludeerd worden
dat er materiaal is kwijtgeraakt of gestolen. In die zin heeft dit dus
ook geen betekenis voor de veiligheid van kernenergie.
3. Vraag
Kunt u een overzicht geven van de vermissingen van plutonium uit
opwerkingsfabrieken wereldwijd in de afgelopen tien jaar?
3. Antwoord
Er zijn mij geen gegevens bekend waaruit geconcludeerd kan worden dat
er in het verleden plutonium vermist is. De inspecties van de
toezichthoudende internationale organisaties (Euratom, de Europese
organisatie verantwoordelijk voor het administratieve splijtstofbeheer
in de EU en de International Atomic Energy Agency, IAEA) zouden zulke
vermissingen ook moeten hebben constateren.
4. Vraag
Klopt het dat een meetverschil van 30 kilo plutonium per jaar voor een
opwerkingsfabriek "niet ongebruikelijk" is, zoals de Britse
autoriteiten beweren?
4. Antwoord
Ja. De hoeveelheid van 30 kg plutonium die nu gemeld is, is in lijn
met de afwijkingen die kunnen optreden. Euratom heeft de gemelde
hoeveelheden geaccepteerd. De IAEA hanteert als richtssnoer een
onzekerheidspercentage van 1. In het geval van Sellafield bedroeg dit
percentage 0,5, dus ruimschoots daarbinnen.
5. Vraag
Deelt u het standpunt dat de mogelijkheid dat nucleair materiaal in
handen valt van terroristen een groot gevaar vormt? Zo ja, waarom? Zo
neen, waarom niet?
5. Antwoord
De regering onderkent het risico dat terroristen nucleair materiaal in
handen zouden willen krijgen. Het Nederlandse beleid is erop gericht
dit te voorkomen. Nederland heeft zich gebonden aan internationale
normen en richtssnoeren op dit gebied, zoals het
Non-proliferatieverdrag en het Additioneel Protocol en de IAEA
gedragscode inzake veiligheid en beveiliging van radioactieve bronnen
en leeft deze ook na. Nederland draagt ook actief bij aan
internationale inspanningen om de acceptatie van deze en andere
instrumenten zoveel mogelijk te verbreiden.
6. Vraag
Deelt u het standpunt dat kernafval niet meer moet worden opgewerkt
zolang niet 100% gegarandeerd is dat er bij dat proces geen
radioactief materiaal zoekraakt? Zo neen, waarom niet?
6. Antwoord
Zoals ik hiervoor in het antwoord op vraag 2 uiteen heb gezet, raakt
bij de opwerking geen radioactief materiaal zoek.
7. Vraag
Op welke wijze wordt gegarandeerd dat het kernafval uit de
kerncentrale Borssele, dat in Frankrijk wordt opgewerkt, niet
zoekraakt?
7. Antwoord
Zie antwoord op vragen 2, 3 en 6.
8. Vraag
Komt het Nederlandse kernafval dat in het buitenland is en wordt
opgewerkt, terug naar Nederland? Zo ja, op welke termijn? Hoe wordt de
veiligheid van het transport gegarandeerd?
8. Antwoord
Het hoog radioactief afval dat bij de opwerking van de splijtstof
afkomstig uit Nederland ontstaat, wordt naar Nederland terug gezonden
en opgeslagen in de speciaal daarvoor bestemde opslagfaciliteit bij
COVRA in Borsele. Eind 2004 is het eerste transport met
hoogradioactief materiaal bij COVRA aangekomen. Het volgende transport
zal naar verwachting komend voorjaar plaatsvinden. Voor de komende
jaren zijn thans nog twee transporten gepland. De transporten van dit
hoogradioactieve opwerkingsafval worden per spoor uitgevoerd. De
toegepaste speciale en internationaal goedgekeurde
transportverpakkingen garanderen de veiligheid voor de omgeving
tijdens de transporten en dragen ook bij aan de beveiliging tegen
ongewenste beïnvloeding van buiten af. Voorafgaand aan het transport
wordt een draaiboek opgesteld ter naadloze aansluiting op het plan
Externe beveiligingsorganisaties van COVRA. Dit draaiboek dient tevens
ter monitoring en begeleiding van de transporten door het Korps
Landelijke Politie Diensten of de Koninklijke Marechaussee.
9. Vraag
Wat betekent de terugkomst van het opgewerkte Nederlandse afval voor
de veiligheidssituatie in Nederland? Is hiervoor al een
veiligheidsanalyse gemaakt? Zo neen, waarom niet en wanneer gaat dit
gebeuren? Zo ja, wat zijn de uitkomsten hiervan?
9. Antwoord
Bij de vergunningverlening voor de COVRA is met behulp van de
uitkomsten van risicoanalyses rekening gehouden met de opslag van dit
materiaal ter plaatse. Over de toegepaste beveiligingsmaatregelen kan
met het oog op de effectiviteit en vertrouwelijkheid daarvan geen
gedetailleerde informatie worden verstrekt.
10. Vraag
Wat zijn de kosten die verbonden zijn aan het beveiligen van het
radioactief materiaal, zowel het materiaal dat aanwezig is in of bij
de kerncentrale Borssele als het afval dat afkomstig is uit Borssele?
Wie betaalt die kosten?
10. Antwoord
Die kosten zijn moeilijk aan te geven omdat de kosten die gemaakt
moeten worden voor de bescherming van mens en milieu vanwege de
radioactieve eigenschappen van bedoelde materialen, ook hun vruchten
afwerpen bij de beveiliging tegen ongewenste beïnvloeding van buiten
af (zoals beperking van toegankelijkheid). De vergunninghouders van de
nucleaire installaties zijn verplicht om tal van
veiligheidsmaatregelen en beveiligingsmaatregelen te nemen. De kosten
van die maatregelen komen voor rekening van de exploitant en/of
vervoerder. Aansluitende maatregelen in het kader van de openbare orde
en veiligheid van de staat komen als gebruikelijk voor de overheid.
Het is mij niet bekend om welke bedragen het hierbij gaat omdat de
kerncentrale Borssele en de bijbehorende transporten deel uitmaken van
het totaal aan objecten die aandacht vergen in het kader van het
voorkomen van terroristische aanslagen en dergelijke. De brief van de
ministers van BZK en Justitie van 24 januari jl. (Kamerstuk 29 754,
nr. 5) gaat hierop nader in.
1) NOS-teletekst, 17 februari 2005
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties