Persberichten
Leeuwarden, 13 mei 2005
Afghaanse getuige in zaak Vaatstra gehoord
Op donderdag 12 mei jl. heeft in Londen het verhoor van de Afghaanse
getuige in de zaak Vaatstra plaatsgevonden. Het verhoor is afgenomen
door twee medewerkers van de regiopolitie Fryslân en een officier van
justitie van het Openbaar Ministerie in Leeuwarden met het doel
informatie te krijgen die van belang zou kunnen zijn in het onderzoek
naar de dader van de moord op Marianne Vaatstra op 30 april 1999.
De getuige woonde destijds in het Asielzoekerscentrum in Kollum en
verbleef op de bewuste Koninginnedag in Kollum. Het gesprek heeft
enkele uren geduurd. Over de inhoud van de afgelegde verklaringen
worden geen mededelingen gedaan. Het Cold Cases Team van de
regiopolitie Fryslân en het Openbaar Ministerie zullen de verklaringen
bestuderen en vergelijken met het zeer uitvoerige onderzoeksmateriaal
dat al voorhanden is.
De getuige was in september 2003 op verzoek van het Openbaar
Ministerie in Leeuwarden al als verdachte in Groot-Brittannië
aangehouden. Een DNA-onderzoek wees echter uit dat hij niet de dader
van de moord op Marianne Vaatstra kon zijn. Hij was derhalve geen
verdachte meer en werd daarom na enige dagen vrijgelaten. Omdat het
onderzoeksteam nog wel graag met hem wilde spreken, werd aan de
Engelse autoriteiten gevraagd om hem als getuige te horen. Aangezien
voor het verhoor eerst toestemming moest worden verkregen van de
Engelse autoriteiten en de getuige terugkwam op zijn besluit
vrijwillig aan een verhoor te willen meewerken, duurde het ruim
anderhalf jaar voordat het gesprek daadwerkelijk kon plaatsvinden. Het
zeer regelmatig benaderen van de Engelse autoriteiten kon de procedure
helaas niet bespoedigen. Uiteindelijk werd in april dit jaar duidelijk
dat de getuige alsnog toestemde in een verhoor. Voor de inhoud van
zijn verklaringen heeft de vertraging overigens geen consequenties
gehad.
Openbaar Ministerie