VU Medisch Centrum

Piekerende patiënt heeft slechtere prognose

De wijze waarop patiënten omgaan met klachten aan arm, nek of schouder heeft grote invloed op het herstel. Degenen die veel piekeren over hun klacht of de neiging hebben zich terug te trekken, hebben een slechtere prognose. Dit blijkt uit het onderzoek waarop Sandra Bot op 13 mei 2005 promoveert aan het VU medisch centrum.

Ook patiënten die al lang last hebben van hun klacht voordat ze een huisarts raadplegen of herhaaldelijk dezelfde klacht ondervinden, blijken een slechtere prognose te hebben. Het hebben van meerdere klachten aan het bewegingsapparaat verlaagt de kans op herstel en vermindering van pijn en beperking.

Een huisarts met tweeënhalf duizend patiënten wordt circa 366 keer per jaar geconsulteerd vanwege een klacht aan de arm, nek of schouder. Slechts eenderde van de patiënten rapporteert volledig herstel na 1 jaar. Behalve dat arm- nek- en schouderklachten dus belastend zijn voor zowel de patiënt als de maatschappij (door verlies van arbeidsproductiviteit), vergroten ze ook de werkbelasting van de huisarts.

De informatie uit Bots onderzoek helpt de huisarts zijn patiënten beter te informeren over hun prognose. Daarnaast, stelt Bot, zijn patiënten te identificeren met een hoog risico op aanhoudende klachten en voor wie aanvullende diagnostiek of behandeling nodig is.