Duurzame energie kan flink in kostprijs dalen
10 mei 2005
Het Nederlandse energiebeleid heeft tot doel dat 17 procent van de
elektriciteit in 2020 afkomstig is uit hernieuwbare bronnen.
Promotieonderzoek van Martin Junginger toont aan dat dit mogelijk is
tegen aanzienlijk lagere kosten dan nu het geval is. Ook kan het
volgens hem financieel voordeliger zijn om een gedeelte van de
doelstelling buiten Nederland te realiseren, omdat daar bijvoorbeeld
meer ruimte voor windturbines of meer biomassa beschikbaar is.
Jungeninger promoveert op 13 mei aan de Universiteit Utrecht.
Duurzame elektriciteit kan een significante bijdrage leveren aan de
reductie van broeikasgasemissies en aan de verminderde afhankelijkheid
van fossiele brandstoffen. Vooral de snelheid waarmee de
productiekosten van elektriciteit uit windturbines op land kunnen
dalen, is tot nu toe in de meeste berekeningen en energiemodellen fors
onderschat, stelt drs. Martin Junginger (Copernicus Instituut) in zijn
proefschrift Learning in renewable energy technology development. Ook
de kosten van elektriciteit die afkomstig is van windparken op zee
kunnen tot 2020 met 25 tot 39 procent dalen. Hiervoor is wel de bouw
van een aantal pilot plants noodzakelijk, evenals een verbeterde
kennisuitwisseling voor de ontwikkeling van deze technologieën op
Europees niveau. Hetzelfde geldt voor geavanceerde centrales die met
een hoog rendement biomassa vergassen voor elektriciteitsproductie. De
promovendus adviseert dan ook om leerprocessen en kennisuitwisseling
voor deze technologieën op Europees niveau meer te stimuleren.
Junginger maakt in zijn onderzoek gebruik van de zogenaamde
leercurve-benadering, die de kostenontwikkeling van een product of een
technologie beschrijft als functie van de cumulatieve productie.
Onderzoekers kunnen hiermee in het verleden behaalde kostenreducties
kwantificeren en mogelijke toekomstige kostenreducties analyseren.
Junginger heeft voor diverse duurzame elektriciteitstechnologieën een
kwalitatieve analyse uitgevoerd om te bepalen welke leermechanismen
verdere kostenreducties kunnen bewerkstelligen.
De promotie is uitgevoerd aan de Universiteit Utrecht via het Utrecht
Centrum voor Energie-onderzoek en maakt onderdeel uit van het
programma Accelerated Implementation of a Renewable Electricity supply
in the Netherlands (AIRE) dat wordt gefinancierd door het
NWO/SenterNovem Stimuleringsprogramma Energieonderzoek. Dit programma
is een gezamenlijk initiatief van SenterNovem en het NWO-gebied
Maatschappij- en Gedragswetenschappen, bedoeld om bèta/gammakennis te
ontwikkelen ten behoeve van de transitie naar een duurzame
energievoorziening.
Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek