parlementaire stukken - Antwoorden op Kamervragen over het laten lopen
van de leider van de Hofstadgroep
Antwoorden op Kamervragen over het laten lopen van de leider van de
Hofstadgroep
11 mei 2005
Antwoorden van de minister van Justitie mede namens de minister van
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties op Kamervragen van het lid
Externe link Van Heemst (PvdA) over het laten lopen van de leider van
de Hofstadgroep (ingezonden 5 april 2005)
---
1. Vraag
Herinnert u zich uw antwoord op de vragen d.d. 18 februari 2005 van
het lid Wilders over het laten lopen van de leider van de
Hofstadgroep, de Syrische terrorist Redouan al I., en met name de
uitleg dat "in de praktijk zich geen omstandigheden hebben voorgedaan
die een succesvolle en effectieve actie, strafrechtelijk dan wel
vreemdelingenrechtelijk, tegen Reoudan al I. mogelijk maakte"?
1. Antwoord
Ja.
2. Vraag
Wat is uw reactie op het artikel onder de kop "Donner kon leider
Hofstadgroep wél oppakken" en met name op de bewering dat uw uitleg
"ongeloofwaardig" is omdat de desbetreffende persoon eerder als
illegaal het land was uitgezet en dus gewoon kon worden opgepakt op
het moment dat hij zich weer in Nederland vertoonde?
2. Antwoord
Wij onderschrijven de strekking van het artikel en de daarin gedane
beweringen en uitspraken niet. Bovendien wordt ons antwoord op de
eerdere vragen over dit onderwerp van het lid Wilders verkeerd
geciteerd en uitgelegd.
In theorie was het mogelijk geweest Redouan al I.
vreemdelingenrechtelijk aan te pakken. In mijn eerdere antwoorden heb
ik echter aangegeven dat zich in de praktíjk geen omstándigheden
hebben voorgedaan die een succesvolle en effectieve aanpak van Redouan
al I. mogelijk maakten. Wij staan nog volledig achter dit eerdere
antwoord. De stelling in het artikel in Het Parool dat Redouan al I.
"eenvoudig gearresteerd kon worden" onderschrijven wij niet.
Een nadere onderbouwing van ons antwoord is niet mogelijk zonder
daarmee inzicht te geven in de werkwijze van de AIVD, ook in relatie
tot andere betrokken diensten en kan derhalve in het openbaar niet
gegeven worden.
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties