Federale regering Belgie
Verklaring van de Regering in de Kamer van Volksvertegenwoordiging op
11 mei 2005.
(2005-05-11)
Verklaring van de Regering in de Kamer van Volksvertegenwoordiging op
11 mei 2005.
Mijnheer de voorzitter,
Geachte collega's,
In de federale beleidsverklaring van 12 oktober 2004 had de regering
aangekondigd dat zij zou pogen een oplossing te vinden voor het
probleem gesteld door het arrest n°73/2003 van het Arbitragehof. In
één ruk had ik er toen aan toegevoegd dat het goed zou zijn om naar
aanleiding hiervan ook een reeks gevoelige pijnpunten weg te werken
die reeds decennia een definitieve communautaire vrede in en vooral
rond Brussel in de weg staan.
Hoewel dit geen engagement was van het federale regeerakkoord, vond ik
en blijf ik vinden dat het na veertig jaar wenselijk zou zijn deze
problemen achter ons te laten.
De voorbije weken en maanden heeft de regering en in het bijzonder de
ministers van institutionele hervormingen, alsook ikzelf, tijd noch
moeite gespaard en alle mogelijke pistes grondig bestudeerd en
besproken. Wekelijks hebben we namens de regering hierover in het
parlement verslag uitgebracht.
Ondanks het feit dat bij iedereen rond de tafel de ambitie bestond om
tot een oplossing te komen, is het onmogelijk gebleken om daarvoor de
nodige meerderheid te vinden, een oplossing die door beide grote
gemeenschappen aanvaard en gedragen kon worden.
Want dit is steeds mijn uitgangspunt geweest. Ik heb dit hier in de
Kamer bijna wekelijks herhaald. We kunnen in ons land voor
communautaire problemen alleen maar een oplossing vinden wanneer die
gedragen wordt door elk van de twee grote gemeenschappen. Een
oplossing die aanvaard wordt door Nederlandstaligen én Franstaligen.
Dit is de enige manier die werkt. Alleen zo worden akkoorden gemaakt.
Dat was in het verleden zo. En dat is vandaag niet anders.
Net zoals men moet leren aanvaarden dat bij de zoektocht naar zo'n
akkoord compromissen moeten worden gemaakt, toegevingen moeten worden
gedaan. Dat weet elke burger, elke partij die het goed meent met ons
land. Een oplossing vinden is onmogelijk als niet beide kanten bereid
zijn water in de wijn te doen. Of nog anders gezegd: één taalgroep kan
niet eenzijdig zijn visie opdringen aan een andere taalgroep. Dat
houdt geen steek in een federaal land. Tenzij men er een verborgen
agenda op nahoudt natuurlijk, een verborgen agenda die alleen maar kan
inhouden dat men het einde wil van het land.
Maar begrijp mij niet verkeerd. We moeten tot een vergelijk komen. We
moeten die hypotheek die reeds veertig jaar op ons federaal bestel
weegt, kunnen lichten. Dit zal een inspanning vergen van beide grote
gemeenschappen, van de Vlaamse gemeenschap en van de Franstalige
gemeenschap. Maar vooral zal dit een sereen klimaat vereisen, een
sereen klimaat dat we de komende jaren geduldig zullen moeten opbouwen
en waaraan ik wil werken. Want nogmaals onder de dreiging van een
stemming in het parlement, creëert men zo'n klimaat niet. Zo werkt ons
samenlevingsmodel niet. Het leidt er alleen toe dat beide
gemeenschappen zich dieper ingraven in hun eigen waarheid. Wat het
vinden van een oplossing onmogelijk maakt.
Overigens wil ik er de nadruk op leggen dat volgens het Arbitragehof
het noodzakelijk is een oplossing te vinden tegen uiterlijk 19 juni
2007 [, zijnde vier jaar na de aanwijzing van de gecoöpteerde
senatoren bij de laatste verkiezingen,] en bijgevolg niet noodzakelijk
vóór de eerstkomende verkiezingen in 2007. Het is in die geest dat de
regering dan ook vraagt om de bespreking van de voorstellen van wet
sine die uit te stellen. Want nogmaals, nu kost wat kost die
bespreking willen aanvatten en zijn gelijk willen halen, komt neer op
het uitlokken van een politieke crisis; een crisis die bovendien de
grond van het probleem niet dichter bij een oplossing brengt.
Een diepe politieke crisis is datgene wat de regering niet wil. En ik
ben ervan overtuigd de ganse bevolking evenmin. De regering wil geen
crisis die het land maandenlang verlamt. Daarvoor zijn de uitdagingen
te groot. Dat is de reden waarom ondanks de intensieve
onderhandelingen van de voorbije maanden, het regeringswerk op geen
enkel moment is stilgevallen. De regering is blijven doorwerken. De
begroting werd op koers gehouden. Een Interprofessioneel Akkoord werd
tot stand gebracht. Een radicale vernieuwing in de
vennootschapsbelasting die nieuwe investeringen moet aantrekken, werd
zopas bij het Parlement neergelegd. Ook werd er een pak nieuwe
maatregelen voorbereid om het voor werklozen gemakkelijker en
aantrekkelijker te maken een job te aanvaarden en de jeugdwerkloosheid
te bestrijden alsook om de kwaliteit van onze gezondheidszorgen te
handhaven.
En dit is niet het eindpunt. Het belangrijke debat over de
eindeloopbaan komt in een cruciale fase. Nieuwe sociale en economische
hervormingen worden op stapel worden gezet om de stagnerende groei te
stimuleren. In de volgende weken komt de regering naar het parlement
met de uitvoering van de begrotingscontrole. De evaluatie en de
aanpassing van de verkeerswet zijn quasi afgerond. De hertekening van
het gerechtelijk apparaat staat in de steigers. Met andere woorden we
staan voor een periode van beslissingen die voor elk van onze
landgenoten belangrijk is. We mogen nu het land, we mogen nu de mensen
niet in de steek laten.
Mijnheer de voorzitter,
Geachte collega's,
We hebben in 2003 een regeerakkoord afgesloten. Daarvoor hebben wij in
2003 het vertrouwen van het parlement gekregen en daarop zullen wij
ons tot 2007 ten volle concentreren. Daarvoor vraag ik u vandaag
opnieuw het vertrouwen.