VERENIGING VNO-NCW
VNO-NCW: milieunormen mogen concurrentiepositie niet benadelen
DEN HAAG, 11 MEI 2005 - De ondernemingsorganisatie VNO-NCW is het niet
eens met de uitspraak van staatssecretaris van Geel, die meent dat het
Nederlandse bedrijfsleven een concurrentienadeel moet accepteren om er
voor te zorgen dat Nederland straks voldoet aan de Europese eisen voor
de luchtkwaliteit. Van Geel zei dit bij de presentatie van de
'Milieubalans'. Wat staatssecretaris van Geel nu van het bedrijfsleven
vraagt is onmogelijk te realiseren, aldus VNO-NCW.
De feiten:
- De jaarlijkse milieukosten in Nederland bedroegen in 2004 ruim 13
miljard euro, een verdubbeling ten opzichte van 1990.
- De inspanningen van het bedrijfsleven hebben geleid tot een
langdurige ontkoppeling tussen milieudruk en economische groei. De
milieubalans toont aan dat deze lijn onverminderd doorzet.
- In de periode 1985-2002 nam de emissie van fijn stof met ruim 40
procent af. Belangrijke industriële sectoren hebben stoffilters
geplaatst en zijn overgegaan op het stoken van het stofvrije gas, of
zullen dat binnenkort gaan doen.
- Het aandeel milieukosten in het bruto binnenlands product bedroeg 3
procent in 2004. Dit is bijna het dubbele van het Europese
gemiddelde.
- Via naleving van regelgeving en via vrijwillige afspraken
committeert het bedrijfsleven zich al jaren aan het toepassen van de
best beschikbare technieken. Onder meer op het terrein van
energie-efficiency behoort het Nederlandse bedrijfsleven tot de
absolute wereldtop.
Een nog verdere lastenverzwaring maakt de concurrentiepositie voor
veel internationaal opererende industrieën onhoudbaar en zal voor veel
industrieën aanleiding zijn om niet langer meer in Nederland te
investeren. Als Nederland vanwege de dichtbevolkte situatie
genoodzaakt is om nog verdergaande maatregelen te treffen dan zal de
industrie daarvoor volledig gecompenseerd moeten worden. Het is
onredelijk om alle verdere inspanningen om aan de Europese normen te
voldoen, nog verder op het bedrijfsleven af te wentelen.
De benzineprijs die de Nederlandse burger betaalt bestaat voor meer
dan tweederde uit accijns. VNO-NCW meent dat die opbrengsten ook
daadwerkelijk voor de verbetering van de luchtkwaliteit ingezet moeten
worden en dat de regering hiervoor ook garanties moeten geven.
--------------------