Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut

het weer nader verklaard

Meer zon en stijgende temperatuur: Grassen gaan volop bloeien

Rond het weekeinde was er een stagnatie in de pollenproductie door talrijke regen- en hagelbuien. De atmosfeer zelf werd ook aardig gezuiverd en met een windrichting van zee kon geen pollen van het vaste land worden aangevoerd. In de loop van de week komt er meer zon en gaat de temperatuur weer omhoog, waardoor de bloei van de grassen goed op gang kan komen. In de vorige week zijn ook zuring en weegbree gaan bloeien.

Onvriendelijk begin van de bloeimaand

De bloeimaand is pas begonnen, maar voor vele kruiden, heesters en bomen is de bloei voorbij. Het groen gaat overheersen. Klein hoefblad, paardebloem, look zonder look en pinksterbloem verdwenen van het toneel, de bloei van de fruitbomen is voorbij, de tulpen zijn voor een groot deel gekopt en de iepenvruchtjes liggen massaal op straat. Die vruchtjes zijn steriel, een jonge iep zal men nooit zien op schieten. Het stralende wit van sleedoorn, wilde kersen en krentenbomen is eveneens verdwenen, maar er is nog steeds witte bloesem te bewonderen. Het volop bloeiende fluitenkruid vormt een sierlijke guirlande langs bermen en bosranden. De witte meidoorn bloeit nu volop. In de bermen wisselt het wit van het fluitenkruid af met het geel van scherpe en kruipende boterbloemen en soms van het koolzaad, zoals in de polders. Elders bloeien weer wilde margrieten. Op de zandgronden bloeit de brem. De tuinen worden gesierd door bloeiende seringen, de gouden regen komt daar spoedig bij.

Door mastjaar veel kiemplanten van bomen

2004 was een mastjaar, er was een overvloed aan boomzaden in de bossen, in lanen en straten. De melding van jonge wilde zwijnen en jonge eekhoorns omstreeks half februari van dit jaar was dan ook niet het gevolg van uitzonderlijk zacht weer waarmee 2005 was begonnen, zoals wel werd gesuggereerd, maar van het feit dat er in die winter geen gebrek was aan voedsel. Waar de boomvruchten grotendeels bleven liggen zoals in parken en tuinen, zullen veel kiemplanten van essen, esdoorns, eiken en beuken onder de bomen verschijnen.

Ontwikkeling in sneltreinvaart

Doordat april twee graden warmer was dan gemiddeld over het tijdvak 1971 - 2000 en er voldoende regen viel, soms zelf wat te veel van het goede, ging alles in de natuur in sneltreinvaart. Het gras in de bermen staat hoog, maar paardebloem en klein hoefblad zijn daar op voorbereid. De bloeistengel groeit tijdens de zaadvorming sterk uit tot boven het gras, zodat de rijpe zaden gemakkelijk door de wind verspreid kunnen worden. In de weilanden is de eerste snee vaak al geschied en rest slechts een bleek groen tapijt. De meeste bomen staan al zwaar in blad, al hebben sommige essen en eiken er nog moeite mee. Ook de acacia's zijn uitgelopen. De snelle ontwikkeling in de natuur sluit aan bij de vroegste lentes vanaf 1988.

door Baltus Zwart, oud- meteoroloog KNMI

Bomen, struiken en kruiden illustreren vervroeging van de lente na 1987

(bron: B. Zwart, Meteorologica, 1-2000 en recente waarnemingen)

Begin bladontplooiing of Gemiddelde datum Gemiddelde datum Verschil in bloei dagen 1975-1988 1988-2002 Van boom en plant

Oude beuken KNMI-park 1 mei 22 april 9 dagen

Eiken KNMI-park 3 mei 24 april 9 dagen

Vroegste kastanje KNMI-park* 7 april 19 maart 19 dagen

Idem (begin bloei)* 4 mei 15 april 19 dagen

Appel 7 mei 23 april 14 dagen

Peer 22 april 11 april 11 dagen

Prunus serrulata (Oosterse 25 april 17 april 8 dagen Kers)

Magnolia ("Tulpenboom") 18 april 3 april 15 dagen

Hamamelis 14 januari 4 januari 10 dagen

Forsythia 25 maart 5 maart 20 dagen

Cornus mas (Gele Kornoelje) 1 maart 10 februari 19 dagen

Hazelaar (begin stuiven) 7 februari 19 januari 19 dagen

Zwarte Els (begin stuiven) 2 maart 13 februari 17 dagen

Crocussen KNMI-park 7 maart 19 februari 14 dagen

Gele Trompetnarcis (Dutch 30 maart 11 maart 19 dagen Master)

Speenkruid 29 maart 2 maart 27 dagen

Fluitenkruid 25 april 8 april 17 dagen

Klein Hoefblad 24 maart 26 februari 26 dagen

Paardebloem 15 april 13 maart 33 dagen


* Gekapt in 2000

Bron: Baltus Zwart. Wat doet de natuur als het klimaat verandert. Meteorologica, maart 2000.

Baltus Zwart volgt de ontwikkelingen in de natuur en schreef daarover een aantal bijdragen in Weermagazine en Meteorologica.

Literatuur:

J.P.M. Woudenberg. Geschiedenis van de Landbouwmeteorologie in Nederland tot 1972. Technisch rapport KNMI, TR 116, De Bilt 1989.

Overeem, Aart en Arnold J.H. van Vliet en Rudolf de Groot (Wageningen Universiteit). Vervroeging van het hooikoortsseizoen in een warmer klimaat? Meteorologica 1-2003.

Natuurkalender: klimaatverandering in je achtertuin

Het VARA-programma "Vroege Vogels", zondagochtend tussen 8 en 10 uur op radio 1, besteedt onder de naam "De Natuurkalender" , aandacht aan het uitlopen van de bloeiende natuur en het verschijnen van vlinders en vogels. Het project, dat vorig jaar startte is een groot succes; talloze natuurliefhebbers volgen de ontwikkelingen in hun tuin en geven de informatie trouw door. De opzet is om met hulp van Nederlanders gestructureerd fenologische waarnemingen uit Nederland te verzamelen en analyseren. Door oude en nieuwe gegevens te vergelijken kan inzicht worden verkregen in het verband tussen de fenologie en het klimaat en of de fenologie al is veranderd door de temperatuurstijging. U kunt zelf uw eigen natuurkalender bijhouden en uw waarnemingen doorgeven via internet of de fenolijn (035 67 11 338). De gegevens komen van pas bij een internationaal onderzoek van de Wageningen Universiteit.

Laatste wijziging: 11 mei 2005

Harry Geurts, PR & Voorlichting KNMI
Copyright © KNMI