Linkse zaken doen
De Sociaal Democratische Bond (u weet wel, van `us folosser' Domela
Nieuwenhuis), de Sociaal-Democratische Arbeiderspartij (van
Troelstra), de Bond van Christen-Socialisten, de Socialistische Partij
(niet van mij, maar van Koltek), de Communistische Partij Holland, de
Revolutionair Socialistische Partij (wéér niet die van mij, maar deze
keer van Sneevliet), de Partij van de Arbeid, de Communistische Partij
van Nederland, de Pacifistisch Socialistische Partij, de Politieke
Partij Radicalen, Democratisch Socialisten '70, GroenLinks en de
Socialistische Partij (deze keer wél die van mij).
---
Door Ronald van Raak, lid van de Eerste Kamer voor de SP
---
Er hebben in de afgelopen 115 jaar nogal wat linkse partijen
plaatsgenomen in het Nederlandse parlement. Toch is een links kabinet
er nooit van gekomen. Wie het verleden overziet krijgt wel een indruk
waaróm het nooit is gelukt. Links is er altijd goed in geweest om
elkaar de maat te nemen. Domela kreeg ruzie met Troelstra.
Sociaal-democraten maakten bonje met communisten, die elkaar ook
onderling met een gereformeerde felheid bestreden, met bijbehorende
kerkscheuringen. Drees was de gebeten hond voor zelfverklaarde échte
socialisten. De PvdA voor Nieuw Linksers. En PPR-ers voor PSP-ers en
deze weer voor CPN-ers. En GroenLinksers voor SP-ers.
En hoe was het ook alweer met die linkse honden die vechten om één
been been? Juist, daar gaat rechts mee heen! Natuurlijk hadden we Joop
den Uyl, de sociaal-democraat die leider was van de meest linkse
regering in Nederland ooit. Maar omdat ook hij afhankelijk was van
katholieken en antirevolutionairen was dit `rood met een wit randje'.
Met natuurlijk weer veel gekrakeel. Hoe komt het dat we op zoveel
linkse partijen kunnen stemmen, maar tóch zo weinig gesproken wordt
over een links kabinet?
Tja, zult u denken. Dat is toch niet zo moeilijk? Dat komt omdat links
nooit een meerderheid heeft! Dit is een sterk argument. In die
revolutionaire jaren zeventig, toen de vrijheid werd geproclameerd en
de solidariteit werd bezongen, zélfs toen haalde links het niet. Bij
de verkiezingen van 1972, toen vol trots een Keerpunt '72 werd
gepresenteerd en stoutmoedig werd nagedacht over een Progressieve
Volkspartij, behaalden PvdA, CPN, PPR, PSP en DS '70 niet meer dan 64
zetels. Zelfs met het toen nog progressieve D66 werd bij lange na geen
meerderheid gehaald. Maar hoe anders is de situatie nu? We mogen
onszelf op basis van peilingen niet rijk rekenen, maar onmiskenbaar is
in dit conservatieve tijdsgewricht het electorale perspectief voor
links beter dan ooit! De PvdA schommelt al lange tijd rond de vijftig
zetels. De SP staat stabiel op vijftien en GroenLinks op tien-plus.
Dan zij we d'r toch?
Op 1 mei hebben enkele Kamerleden van de SP, GroenLinks en de PvdA het
initiatief genomen voor Een Ander Nederland. We willen onze partijen
voorbereiden op een nieuwe coalitie. De tijd is daarvoor rijp. Het
huidige kabinet heeft een historisch dieptepunt bereikt in het
vertrouwen dat zij krijgt van de bevolking. Ook binnen de fracties van
de regeringspartijen wordt veel geklaagd en gesteund. Toch hebben CDA
en VVD aangekondigd na de verkiezingen met elkaar verder te willen.
Het volgende angstbeeld staat ons nu voor ogen: dat Nederland in 2007
wéér een liberale regering krijgt, niet omdat de kiezers dat zo graag
willen, maar omdat er geen alternatief is.
Ik gaf al toe dat opiniepeilingen geen zekerheid bieden voor de
toekomst. Over die toekomst is de Nederlander echter héél
uitgesproken. Het Sociaal en Cultureel Planbureau heeft Nederlanders
onlangs in een onderzoek In het zich van de toekomst gevraagd naar hun
wensen en verwachtingen. Die lopen nogal uiteen. Eigenlijk zijn
Nederlanders heel lieve mensen. We willen graag een samenleving met
veel solidariteit, sociale zekerheid en gemeenschapszin. Maar
Nederlanders zijn ook bang voor de toekomst. We hebben vrees voor een
kille samenleving, een materialistische cultuur en egoïstische buren.
Dit patroon wordt bevestigd door een ander onderzoek van het Sociaal
en Cultureel Planbureau, dat laat zien hoe Nederlanders sinds het
begin van de jaren zeventig onverminderd veel belang hechten aan
sociale zekerheid. Ook de onlangs gepubliceerde grootschalige
internetenquête `21minuten.nl' bevestigd het beeld van een bevolking
die een meer sociale samenleving wil in plaats van meer markt en
concurrentie, die een veilige samenleving wil maar ook veel belang
hecht aan democratische grondrechten, die genoegen neemt met een
minder snelle economische groei als dit leidt tot een meer duurzame
samenleving en een beter milieu. Peilingen, enquêtes en onderzoeken,
ik zal de eerste zijn om toe te geven dat het dagkoersen zijn. Maar
het beeld dat uit al deze cijfers, grafieken en meningen naar voren
komt is helder: Nederland wil een nieuwe coalitie.
Nog is bij u niet alle scepsis verdwenen. U weet dat er veel kritiek
is op het huidige rechtse kabinet. Maar u hebt nog niet veel
enthousiasme gezien voor een links kabinet. En kan dat wel, de PvdA in
één regering met de SP? U kunt zó tien verschillen noemen! En is de
PvdA niet veel te rechts geworden? En kan de SP wel besturen? Ook ziet
u nog niet een begin van een politieke liefde tussen Wouter Bos en Jan
Marijnissen.
Maar is dat dan allemaal nodig? Moeten de linkse partijen verliefd
worden? Moeten we het overal over eens zijn? Ik denk het niet. Ik
geloof ook helemaal niet dat Jan Peter Balkenende verliefd is op
Jozias van Aartsen. Of dat deze warme gevoelens koestert voor Boris
Dittrich. En ik kan ook zó tien punten noemen waarop deze partijen het
níet eens zijn. Bestuurlijke Vernieuwing, onderwijs, zorg, sociale
zekerheid, woningbouw, economie, milieu, Europa, veiligheid,
integratie. Niet dat ze het op deze punten overal over óneens zijn.
Maar ondanks het feit dat ze in één kabinet zitten snapt iedereen dat
het CDA, de VVD en D66 totaal verschillende partijen zijn.
Ook de SP, Groenlinks en de PvdA zijn totaal verschillende partijen.
Over elk denkbaar onderwerp zijn er verschillen aan te wijzen. Ik noem
maar wat: de Europese Grondwet! De komende weken reis ik stad en land
af om mijn linkse vrienden de Europese les te lezen! Maar we hoeven
het niet overal over eens te zijn. Laten de linkse partijen nu eens
leren van rechts. Rechtse kabinetten worden niet geboren uit een
gedeelde ideologische bevlogenheid. Rechts doet zaken! Waar zijn we
het over eens? Waarover niet? Waar kunnen we samenwerken? En wat is
het alternatief? De initiatiefnemers van Een Ander Nederland hebben
een inventarisatie gemaakt van de meer dan duizend moties die de SP,
GroenLinks en de PvdA de afgelopen twee jaar hebben ingediend. Soms
steunde één van de partijen een motie niet omdat deze fractie vond dat
de anderen niet ver genoeg gingen. Soms waren de partijen het
gewoonweg niet eens. Maar in tachtig procent van de gevallen hebben
alledrie de partijen elkaars moties wél gesteund.
Moties weerspiegelen vaak de waan van de dag. Maar samen met de
voorstellen en amendementen die de drie partijen hebben ondersteund
worden tóch de contouren zichtbaar van een nieuwe coalitie. En dit is
maar een begin. De SP, GroenLinks en de PvdA kunnen een gezamenlijke
tegenbegroting opstellen en gezamenlijk alternatieve voorstellen doen.
Volgend jaar zijn er bovendien gemeenteraadsverkiezingen en kunnen
linkse colleges worden gemaakt, zoals nu al in Nijmegen het geval is.
Amsterdam, Rotterdam, Utrecht, Den Haag, misschien kan hier de basis
worden gelegd voor een nieuw wethouderssocialisme? 90 procent van de
SP-stemmers ziet wel iets in een linkse coalitie. 85 procent van de
GroenLinks-achterban. En 70 procent van de PvdA-stemmers. Wouter Bos
zal nog vaak afstand nemen van de SP. En wij van hem. Maar vrienden
hoeven we niet te worden. We moeten linkse zaken doen. En dit land,
waar nog steeds de vorst in de grond zit, voorbereiden op een linkse
lente!
Uitgesproken op 11 mei 2005 in Historisch Café P96 te Amsterdam
Socialistische Partij