Stadsdeel De Baarsjes Amsterdam


Toespraak Henk van Waveren (stadsdeelvoorzitter) bij de Dodenherdenking Dames en heren,

Ik begin met u te zeggen dat ik het geweldig vind om onszelf hier zo bij elkaar te zien, op deze zestigste herdenking.
De Tweede Wereldoorlog heeft mij gevormd en ook velen van u. Want de Tweede Wereldoorlog heeft de overlevenden gevormd, hun kinderen en de nabestaanden van de slachtoffers. Heeft Nederland gevormd.

Het wonderlijke is ondertussen dat u, zoals u hier met u allen zit, geleidelijk aan 4 mei een nieuwe, vitale betekenis geeft. Een betekenis van de gemeenschappelijke ervaring. Om te beginnen op puur menselijk niveau. `Als mijn buurman lijdt, lijd ik mee', zei vorig jaar een bestuurslid van moskee Nour.

De nieuwe vitale betekenis zit ook in de gemeenschappelijke voorbereiding. Al weken hebben mensen uit alle hoeken van De Baarsjes toegewerkt naar deze herdenking: moskeeën en kerken; jongeren en ouderen; scholen en vrijwilligersorganisaties. Daardoor maken zij veel mee met alkaar. Zo weet ik bijvoorbeeld dat jullie als `Werkgroep 4/5 mei in De Baarsjes' gediscussieerd hebben over het gedicht De Achtien Dooden van Jan Campert:: wel of niet doen? En jullie zijn bezig de locale geschiedenis uit te zoeken. Dat zie ik aan de documentaires die Ben Berndsen maakt met de leerlingen van de Joop Westerweelschool. En ik zag deze week ook een lijst van locale joodse oorlogsslachtoffers voorbij komen, die Jan Voetberg ontleend heeft aan het joods monument: vijf gezinnen uit de Paramaribostraat, twee gezinnen van het Paramariboplein, zes gezinnen van de Admiraal de Ruijterweg. Ik zag maar twee keer staan: `overleefden de oorlog', bij bijna alle vijfentwintig andere namen staat vermeld: `overleden in Auschwitz' of `overleden in Sobibor'. Met de precieze data erbij. In Auschwitz allemaal in september 1942 en in Sobibor allemaal in de zomermaanden van 1943.

Er is niets dat zo sterk vergemeenschappelijkt dan samen iets doén. Ik zeg dat expliciet, want dit is het verhaal van 2005: dat de vergemeenschappelijking krijgt een vaste bodem blijkt te krijgen. De herdenking van 2004 was geen eendagsvlieg, het had een voorgeschiedenis en het krijgt een vervolg. Want waar mensen elkaar willen vinden, daar vinden ze elkaar ook. Ik kijk naar deze buurt en ik zie dat het goed is. De kracht zit in de voortgang.

Wat is zo mooi aan wat wij hier zien op 4 mei 2005? Wij leven in een land waar 4 mei traditioneel de joodse en Nederlandse slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog herdenkt. De afgelopen jaren is dit besef onder de autochtone Amsterdammers versterkt. Zo hebben wij op verzoek van de Ouderenadviesraad de Nederlandse vlag opnieuw geïntroduceerd bij het herdenkingsmonument. Tegelijkertijd zien wij dat nieuwe bewoners met eigen achtergronden hun eigen geschiedenis meenemen. En ­ nu komt het mooie ­ dat zij in staat zijn die vast te hechten aan een gemeenschappelijk vertrekpunt, dat in Nederland al bestond. Dat is de herdenking van 4 mei.
Kijk bijvoorbeeld naar de vlag die de jongeren hebben gemaakt, met de vlaggen van dertien landen die nu in oorlog zijn. Daar staan naast Irak en Tsjetsjenië ook Israël en Soedan. Ik zie daarin dat onze buurtjongens een eigen invulling van de herdenking zoeken, aangehaakt aan 4 mei. En wat minstens zo mooi is als de wens tot een gezamenlijk vertrekpunt: daar geven wij hier in Nederland ruimte voor. Dat we die ruimte beschikbaar hebben, dat wil ik koesteren en verdedigen.

Betrokkenheid vind ik belangrijker dan tolerantie. Ook als betrokkenheid meer wrijving oplevert dan tolerantie. Vandaar dat ik mijn verbaal begon en nu ook beëindig met de opmerking: u geeft 4 mei een nieuwe, vitale betekenis. Er zit onderlinge betrokkenheid in.

Toespraak Mustapha Laboui (Amsterdams 4 en 5 mei comité) bij de Dodenherdenking

Geachte aanwezigen,

Zestig jaar na het einde van de tweede wereldoorlog is Nederland veranderd. In de Baarsjes is ongeveer de helft autochtoon en de andere helft is allochtoon. De groep Nederlanders die de Tweede wereldoorlog hebben meegemaakt is steeds kleiner geworden. Dat betekent dat de jeugd steeds minder gevoed wordt met kennis over de tweede wereldoorlog in familiekring. Om de aansluiting op deze maatschappelijke veranderingen niet te missen streeft het Amsterdams 4 en 5 mei comité de laatste jaren naar verbreding. We willen een afspiegeling vormen van de Amsterdamse samenleving.

Pagina 1

Ons comité wilde graag weten hoe de Amsterdammers, jong en oud, tegen het herdenken aankijken. We waren ook benieuwd of er hierin verschillen bestaan tussen jongeren en ouderen. Het Amsterdamse bureau Onderzoek & Statistiek heeft dit voor ons onderzocht.

Ik zal enkele belangrijke punten uit het onderzoek noemen. Alle Amsterdammers, jong en oud, laag en hoog opgeleid en met een verschillende etnisch culturele achtergrond vinden herdenken op 4 mei belangrijk. Van alle ingrijpende gebeurtenissen die ons land de afgelopen eeuw hebben getroffen, is de Tweede Wereldoorlog het enige onderwerp waarover brede consensus bestaat als het gaat om de noodzaak van een jaarlijkse herdenking. De beste manier om dit te herdenken is door 2 minuten stilte in acht te nemen.

Uit het onderzoek blijkt dat de ouderen het idee hebben dat de etnisch culturele achtergrond invloed heeft op de houding ten aanzien van de dodenherdenking. De meeste jongeren zeggen echter dat de etnisch culturele achtergrond geen invloed heeft. Een van de belangrijkste uitkomsten is wat mij betreft dat de herdenking een breed draagvlak heeft, ongeacht de afkomst van de respondenten.

Uit het onderzoek blijkt ook dat we moeten oppassen dat de herdenking geen ritueel wordt. Zorgelijk is dat maar 50% aangeeft dat er aandacht op school aan dit onderwerp wordt besteed. Juist het onderwijs kan zorgen voor verdieping en verbreding van de kennis over de tweede wereldoorlog.

De resultaten van het onderzoek zijn hoopvol voor de toekomst. De Dodenherdenking in de toekomst staat volgens de ondervraagden niet ter discussie.

Een goed voorbeeld hiervan is wat mij betreft de wijze waarop stadsdeel De Baarsjes de doden van de Tweede Wereldoorlog herdenkt. Vele Nederlandse- en migrantenorganisaties zijn als vrijwilligers betrokken bij het organiseren van deze dodenherdenking. Uiteraard krijgen de Joodse en andere slachtoffers van de concentratiekampen in de herdenking een centrale plek. Daarnaast wordt ook stil gestaan bij de rol van Suriname in de oorlog en de Marokkaanse soldaten die toen in Nederland zijn omgekomen. Daarmee is De Baarsjes één van de weinige stadsdelen waar zo'n breed draagvlak bestaat voor de herdenking. Hiermee laat De Baarsjes zien dat de dodenherdenking iets is wat ons allemaal aangaat, ongeacht herkomst.

De tweede wereldoorlog heeft de wereld veranderd. Genocide, discriminatie, onderdrukking en vrijheid zijn de centrale thema's bij het herdenken. Sommigen van u hebben de Tweede Wereldoorlog persoonlijk meegemaakt, of hebben familieleden verloren.

Daarnaast is er natuurlijk ook een groep die geen persoonlijke betrokkenheid heeft bij de oorlog, maar die wel meeleeft, en die zich tegelijk ook zorgen maakt over de wereld van vandaag. Iedereen beleeft de dodenherdenking op zijn eigen manier, maar het is belangrijk dat we hier gezamenlijk vorm aan geven.

Tot slot dames en heren. Herdenken is cruciaal, er is geen 5 mei zonder 4 mei. Hoe kun je vrijheid vieren als je niet eerst stilstaat bij datgene wat de vrijheid mogelijk maakt. Vrijheid is niet vanzelfsprekend. Er is strijd geleverd voor het verkrijgen van vrijheid, er zijn veel offers gebracht voor de democratie die we vandaag de dag hebben. Het is goed om daar vandaag bij stil te staan. Dank u wel.