Nederlandse Antillen - Parlementaire stukken - Verslag
kennismakingsbezoek minister Pechtold aan de West, 17 t/m 20 april
2005
Verslag kennismakingsbezoek minister Pechtold aan de West, 17 t/m 20 april
2005
10 mei 2005
Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Onderwerp
Verslag van mijn kennismakingsbezoek aan de West 17 t/m 20 april 2005
Van 17 tot en met 20 april 2005 bracht ik een kennismakingsbezoek aan
de Nederlandse Antillen en Aruba. In deze brief doe ik daar verslag
van: aansluitend reageer ik op het vervolgtraject en enkele verzoeken
van de vaste Kamer-commissie voor Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse
Zaken.
Na mijn aantreden als minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en
Koninkrijksrelaties wilde ik zo snel mogelijk kennis te maken met de
West om mij een eerste beeld te vormen en deze reis is in die opzet
geslaagd. Mijn gesprekspartners waardeerden de snelheid van mijn
bezoek, zo kort na mijn aantreden, hetgeen het belang weerspiegelt dat
ik aan dit deel van mijn portefeuille hecht. Ik heb op Curaçao en
Aruba laten weten op hoofdlijnen het beleid van mijn ambtsvoorganger
voort te zetten, maar wel mijn eigen accenten te zullen leggen.
Bezoek aan de Nederlandse Antillen
Op 18 en 19 april jl. verbleef ik op Curaçao om kennis te maken met de
Gouverneur en minister-president Ys en de leden van zijn kabinet. Wij
verkenden de belangrijkste onderwerpen die tussen onze landen spelen,
waarbij ik mij in het bijzonder oriënteer op de discussie inzake de
staatkundige structuur in combinatie met de zorgelijke financiële
positie van de Nederlandse Antillen. Ook had ik hierover een gesprek
met enkele gesprekspartners uit de top van de Bank van de Nederlandse
Antillen.
Voorts heb ik kennisgemaakt met de voorzitter van de Staten en sprak
ik met de fractieleiders van de coalitiepartijen in de Landregering.
Van hen vernam ik hun visie over de gewenste staatkundige
veranderingen in de Nederlandse Antillen en het proces dat daarbij
gevolgd kan worden. Ook sprak ik met de partijleider van de grootste
Curaçaose partij FOL, de heer Anthony Godett, die mij deelgenoot
maakte van zijn standpunt over de staatkundige veranderingen en de
relatie met Nederland.
Bij de Koninklijke Marine heb ik mij door de commandanten laten
informeren over de organisatie, werkwijze en resultaten van zowel de
marine als de Kustwacht van de Nederlandse Antillen en Aruba. Nadat ik
in de middag van dinsdag 19 april nog een korte toer over Curaçao heb
gemaakt, vloog ik aan het eind van de middag naar Aruba.
Bezoek aan Aruba
Op dinsdag 19 en woensdag 20 april 2005 heb ik vervolgens een
kennismakings-bezoek gebracht aan Aruba. Daar heb ik een onderhoud
gehad met gouverneur Refunjol. Vervolgens heb ik kennisgemaakt met de
vice-premier, de heer Croes. Beiden hebben wij benadrukt een
vruchtbare samenwerking na te streven en hebben ondermeer gesproken
over rechtshandhaving en veiligheid op Aruba.
Aansluitend werd kennisgemaakt met de Arubaanse ministerraad, waarbij
de aanwezige ministers hun beleidsterrein hebben toegelicht. Allen
verklaarden zeer tevreden te zijn over de werking van het
ontwikkelingsfonds FDA en zijn voorstander van een verlenging van de
ontwikkelingssamenwerking via dit fonds. Met de minister van Financiën
en Economische Zaken, de heer Swaen, is uiteraard ook gesproken over
de stand van de overheidsfinanciën en de snel oplopende buitenlandse
schuld. De heer Swaen vertelde dat aan de uitgavenkant maatregelen
zijn genomen op het gebied van de ziektekostenverzekering en
pensioenen.
In een openhartige sfeer heb ik gesproken met de directie van de
Centrale Bank van Aruba, die zich enigszins zorgelijk toonde over de
financiële situatie van Aruba. Daarna heb ik een gesprek gevoerd met
de heer Eman, de leider van oppositiepartij AVP. Tenslotte heb ik ook
kennisgemaakt met de bestuursleden van het ontwikkelingsfonds FDA, de
heren Brown en Yazargaray en de directie van de Aruba Investment Bank.
Het FDA bestuur verzorgde een presentatie over de
samenwerkingsprogramma's en ik heb een project van het FDA in het
middelbaar beroepsonderwijs bezocht. Na en een rondrit over Aruba ben
ik in de avond van 20 april naar Nederland teruggevlogen.
Bezoek aan de West in mei 2005
Tijdens mijn korte bezoek was ik niet in de gelegenheid om de overige
eilanden van de Nederlandse Antillen te bezoeken. Ik heb aangekondigd
om van 9 tot 14 mei 2005 Aruba en alle Nederlands-Antilliaanse
eilandgebieden te bezoeken. Dit bezoek wil ik als vervolg op mijn
bezoek in april benutten om dieper in te gaan op enkele onderwerpen
die in het Koninkrijk spelen. Ik concentreer mij met name op de zeer
zorgelijke financiële positie van het Land de Nederlandse Antillen en
de eilandgebieden, met name in de context van de bestuurlijke toekomst
van de Antillen. In die context wil ik ook over
criminaliteitsbestrijding en goed bestuur praten. Ook op Aruba wil ik
ondermeer verder spreken over openbare financiën, goed bestuur en
rechtshandhaving.
Daarnaast is het voor mij van zeer groot belang om goed te weten wat
er onder een doorsnee van de Arubaanse en Nederlands-Antilliaanse
bevolking leeft. Ik heb er dan ook voor gekozen om verschillende
sociale projecten te bezoeken en wil zoveel mogelijk contact met de
plaatselijke bevolking maken.
Vervolg
In de brief van 31 maart jl. heeft de vaste Kamercommissie van
Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse Zaken mij verzocht een brief te
schrijven over de voortgang in het traject over de bestuurlijke
toekomst van de Nederlandse Antillen en daarover een overleg met de
commissie te voeren. Zij vraagt mij tevens in de besluitenlijst van
haar procedurele vergadering op 27 april jl. om de slotconclusies van
het tweede topoverleg op Sint Maarten van 26 en 27 april jl. en mijn
reactie daarop. Bij deze brief treft u als bijlage de slotconclusies
van dit topoverleg aan.
De slotconclusies bieden om een aantal redenen nog onvoldoende
perspectief op een succesvolle uitkomst van het traject inzake de
bestuurlijke en financiele verhoudingen. De slotconclusies besteden
geen aandacht aan zaken die absolute randvoorwaarden zijn voor
bestuurlijke veranderingen, te weten goed bestuur, de rechtsorde en
bovenal de openbare financiën. De rol van Aruba en Nederland is
bovendien dit proces te veel op de achtergrond geraakt. De weg naar
het op de eilandentop geschetste einddoel is nog te onhelder
aangegeven. Over deze slotconclusies wil ik tijdens mijn reis mei met
de lokale bestuurders spreken. Na mijn reis zal het kabinet een
standpunt innemen over de verdere aanpak inzake de bestuurlijke
toekomst van de Antillen.
Ik zal u vervolgens over dit kabinetsstandpunt in een brief op de
hoogte brengen en tevens verslag doen van mijn reis in mei. Daarna
hoop ik in een overleg met u over het kabinetsstandpunt over de
bestuurlijke toekomst van de Antillen van gedachten te kunnen
wisselen. Bij die gelegenheid zal ik ook nader reageren op de
slotconclusies van het tweede topoverleg op Sint Maarten.
Tenslotte is mij in de rondvraag van de eerder genoemde procedurele
vergadering op 27 april jl. gevraagd om een reactie op de brief van
april jl. van de heer Abraham van de Partido Demokratiko Boneriano. Ik
heb van deze brief kennisgenomen en acht dit een zaak die door de
lokale politiek van Bonaire moet worden opgelost.
DE MINISTER VOOR BESTUURLIJKE VERNIEUWING
EN KONINKRIJKSRELATIES,
A. Pechtold
***
Download het originele bericht in PDF-formaat.
Zie het origineel
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties