Rechtbank Roermond
Gevangenisstraf voor vierde verdachte in zaak poging tot
brandstichting moskee
Roermond, 9 mei 2005 â De vierde verdachte in de zaak van de poging
tot brandstichting van de moskee in Venray is vandaag door de
rechtbank Roermond veroordeeld tot 3 jaar gevangenisstraf, waarvan 1
jaar voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar.
De rechtbank verklaart de 20-jarige inwoner van Tienray schuldig aan
betrokkenheid bij voorbereidingshandelingen voor het in brand steken
van de moskee. Aan de straf is de bijzondere voorwaarde verbonden dat
de man zich onder behandeling stelt van de GGZ Groep Noord- en
Midden-Limburg, Justitiële Verslavingszorg Limburg.
Uit het dossier blijkt dat verdachte op 11 november 2004, samen met
een medeverdachte, met een auto naar de moskee in Venray is gereden.
Kort tevoren hadden verdachte en de betreffende medeverdachte
afgesproken dat zij bij de moskee zouden kijken of er iemand (in de
buurt) aanwezig zou zijn, en dat, indien dit niet het geval zou zijn,
zij de meegebrachte molotovcocktails naar de moskee zouden gooien.
Toen zij bij de moskee aankwamen, zagen zij een opvallende politieauto
in de buurt van de moskee staan, waarop verdachte en zijn
medeverdachte zijn doorgereden. Korte tijd later werden zij door de
politie aangehouden.
Dit gebeurde enkele dagen nadat Theo van Gogh gewelddadig om het leven
was gebracht en zeer kort nadat in het Haagse Laakkwartier door de
politie enkele personen waren gearresteerd, die verdacht werden van
terroristische activiteiten. In de dagen voorafgaand aan de door
verdachte en de mededaders gepleegde strafbare feiten hebben meerdere
pogingen tot brandstichtingen van islamitische gebedshuizen en
instellingen plaatsgevonden en ook zijn meerdere malen bedreigingen
geuit aan het adres van dergelijke instellingen. In de Nederlandse
samenleving leefden gevoelens van onrust en onveiligheid.
De activiteiten van verdachten vinden hun grondslag in de zojuist
genoemde gebeurtenissen, en hadden naar het oordeel van de rechtbank,
uitsluitend tot doel om een (negatieve) bijdrage te leveren aan de al
ontstane onrust en deze te vergroten. De rechtbank rekent dit
verdachte en zijn mededaders zwaar aan.
Uit klinisch psychologisch onderzoek is gebleken dat de man voor het
aan hem tenlastegelegde als verminderd toerekeningsvatbaar moet worden
beschouwd. Er is bij hem sprake van een persoonlijkheidsstoornis.
Daarnaast is de verdachte verslaafd aan verschillende middelen.
De straf voor de 20-jarige inwoner van Tienray is dezelfde als die de
medeverdachte â een 24-jarige inwoner van Venlo - op 23 maart 2005
door de rechtbank Roermond kreeg opgelegd voor betrokkenheid bij
voorbereidingshandelingen voor het in brand steken van de moskee.
Eerder, op vrijdag 11 maart 2005, zijn twee andere verdachten - een
20-jarige vrouw en een evenoude man, beiden uit Horst â eveneens
schuldig verklaard aan betrokkenheid bij voorbereidingshandelingen
voor het in brand steken van de moskee in Venray. De vrouw kreeg een
gevangenisstraf van 300 dagen opgelegd, waarvan 180 dagen
voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar. De man is veroordeeld tot
een gevangenisstraf van 295 dagen, waarvan eveneens 180 dagen
voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar. De feitelijke rol van
deze twee verdachten bij de voorbereidingshandelingen was beperkt. Zij
hebben slechts een geringe bijdrage geleverd aan het vervaardigen van
de molotovcoctails. Ook zijn zij niet met de twee andere verdachten
mee op weg gegaan naar de moskee.
Bron: Rechtbank Roermond
Datum actualiteit: 9 mei 2005 Naar boven