MILIEU- EN NATUURPLANBUREAU

MNP: Aanvullend Nederlands beleid nodig door milieueisen EU

Het uitvoeren van de Europese emissie-eisen leidt tot forse vermindering van uitstoot van vervuilende stoffen in Nederland. Maar door de specifieke situatie in Nederland is dat niet genoeg om te voldoen aan de milieukwaliteitseisen die de Europese Unie stelt. Dat blijkt uit de Milieubalans 2005 van het Milieu- en Natuurplanbureau. Het rapport is op 10 mei aangeboden aan staatssecretaris Van Geel van VROM.

Nederland is dichter bevolkt en bebouwd dan veel andere Europese landen. Daardoor kampen we met meer uitstoot van vervuilende stoffen per vierkante kilometer. Bovendien heeft Nederland te maken met veel vervuiling uit het buitenland. Om de wettelijk vastgelegde milieukwaliteit te halen heeft Nederland daarom extra maatregelen nodig, bovenop het Europese emissiebeleid. Wanneer Nederland een gelijke concurrentiepositie voor bedrijven in stand wil houden, kan dit op gespannen voet staan met het Europese streven naar een gelijke bescherming van burgers tegen een lage milieukwaliteit.

Ruimtelijke oplossingen niet altijd effectief
Aanvullende Nederlandse maatregelen bestaan vaker dan voorheen uit ruimtelijke oplossingen. Dat wil zeggen dat vervuilingsbronnen ruimtelijk gescheiden worden van natuur of mensen. Nederland voorkomt op deze manier strengere nationale eisen bovenop Europees emissiebeleid. Maar het scheiden van vervuilingsbronnen van natuur of mensen is niet altijd effectief, bijvoorbeeld bij een ruimtelijke versnippering van te beschermen natuur of mensen. Zo is het instellen van zones rond natuurgebieden waar geen uitstoot plaatsvindt (zoneringsmaatregelen) weinig effectief om het neerslaan van ammoniak in die natuurgebieden te verminderen. Dat komt doordat de totale uitstoot van ammoniak daarmee niet afneemt.

Luchtkwaliteit blijft onvoldoende
Nederland heeft de Europese luchtkwaliteitsrichtlijn relatief strikt ingevoerd in het Besluit Luchtkwaliteit, vooral door de koppeling met het ruimtelijk ordeningsbeleid. Met het vastgestelde beleid zal Nederland meer stikstofdioxide uitstoten dan toegestaan en de luchtkwaliteitsnormen voor stikstofoxide en fijn stof waarschijnlijk niet halen, ondanks het verdergaande bronbeleid dat Nederland voert vergeleken met andere lidstaten. Overigens zullen ook verschillende andere lidstaten het emissieplafond voor stikstofdioxide waarschijnlijk niet halen, en is de stedelijke luchtkwaliteit in Nederland vergelijkbaar met die in andere Europese steden. Nederland zet in op aanvullend Europees emissiebeleid. Dit kan er toe bijdragen dat Nederland in de toekomst de luchtkwaliteitsnormen minder overschrijdt. Het is echter maar de vraag of ook andere lidstaten het Europese emissiebeleid willen aanscherpen, als zij zonder aanscherping ook al kunnen voldoen aan de Europese luchtkwaliteitseisen.

Nakomen van klimaatverplichtingen mogelijk
De kans dat Nederland zijn verplichtingen voor klimaat kan nakomen is circa 50%. Dat lukt alleen als we er in slagen de voorgenomen aankoop van buitenlandse emissiereductie ook echt te realiseren. Ondanks het Nederlandse energiebeleid en het beleid voor overige broeikasgassen, neemt de binnenlandse uitstoot van broeikasgassen toe met bijna 3%. De doelen voor energiebesparing en duurzame energie worden niet gehaald. In vergelijking met andere EU-lidstaten neemt Nederland vroegtijdig veel maatregelen in het buitenland.

Mestoverschot langzaam kleiner
De gebruiksnormen voor dierlijke mest in 2009 lijken voldoende om aan de Europese nitraatdoelstelling voor grondwater te gaan voldoen. Maar het bereiken hiervan kan pas na 2009 aan Brussel gerapporteerd worden. Dat jaar is relevant omdat de Europese Unie in 2009 opnieuw vaststelt hoeveel dierlijke mest Nederlandse boeren mogen gebruiken. De fosfaat- en stikstofoverschotten zijn sterk gedaald dankzij de Nederlandse systematiek van het mineralen aangiftesysteem, maar de daling is de afgelopen jaren niet in hetzelfde snelle tempo voorgezet. Na de introductie van het gebruiksnormenstelsel in 2006 zal de landbouw tot 2009 een grote inspanning moeten leveren om aan de nitraatdoelstelling te voldoen. Voor de fosfaatbelasting leidt de overgang naar het gebruiksnormenstelsel tot een grote aanscherping tot 2015.

EINDE BERICHT

Het Milieu- en Natuurplanbureau (MNP) voorziet de Nederlandse regering van onafhankelijke evaluaties en verkenningen over de kwaliteit van de fysieke leefomgeving en de invloed daarvan op mens, plant en dier. Het Milieu- en Natuurplanbureau vormt hiermee een schakel tussen wetenschap, beleid en politiek.
Het MNP is onderdeel van het RIVM en heeft naast een onafhankelijke rol, sinds 1 mei 2005 ook een eigen gezicht. Vanaf die datum zijn MNP-uitingen herkenbaar aan een eigen logo en huisstijl.