Ministerie van Verkeer en Waterstaat

Contactpersoon

-
Datum
4 mei 2005
Ons kenmerk
DGTL/05.004355
Doorkiesnummer

-
Bijlage(n)

-
Uw kenmerk
Griffienr. 127752.151
Onderwerp
Uitvoering motie-Baarda

Geachte voorzitter,

De voorzitter van de Commissie Deskundigen Vliegtuiggeluid (CDV), de heer Eversdijk, heeft mij erop gewezen dat in mijn brief aan u van 19 april 2005 (kenmerk DGTL/05.003869) een passage staat die aanleiding kan geven tot misverstanden. Het betreft het begin van de tweede alinea waarin staat:

Het wijzigingsbesluit, dat op verzoek van de Tweede Kamer is genomen, is bedoeld als een extra waarborg voor een juiste en zorgvuldige uitvoering van de motie-Baarda en de beantwoording van de aanvullende vragen daarbij.

Hiermee zou de suggestie kunnen worden gewekt dat naast de uitvoering van de motie Baarda ook de beantwoording van de aanvullende vragen door de CDV wordt getoetst. Dit is niet juist. Zoals ook blijkt uit de stukken over de evaluatie van het Schipholbeleid die ik u op 31 maart 2005 heb gezonden, wordt de waarborg voor de evaluatie verzorgd door de procescommissie, die onder voorzitterschap staat van prof. dr. W. Derksen. Daar vallen ook deze aanvullende vragen onder.

Voorts wil ik in dit verband nog het volgende onder uw aandacht brengen. Uit uw brief begrijp ik, dat uw zorgen zich vooral richten op de bescherming van het zogenoemde 'buitengebied' tegen geluid. Eén van de opdrachten aan de CDV is om, in aanvulling op het Luchthavenverkeerbesluit Schiphol, voorstellen te doen voor een handhavingsysteem in dat buitengebied, dat wil zeggen in het gebied buiten de ring van handhavingspunten

in het Luchthavenverkeersbesluit. In dat kader zal vanzelfsprekend ook aandacht worden geschonken aan de bescherming van het buitengebied die een dergelijk systeem biedt.

Hoogachtend,

DE STAATSSECRETARIS VAN VERKEER EN WATERSTAAT,

mw drs. M.H. Schultz van Haegen