Nederlands Instituut voor Sport en Bewegen (NISB)
Nieuws
Omvang bewegingsonderwijs vogelvrij
9 mei 2005
Minister van der Hoeven (OCW) wil het verplichte aantal uren
lichamelijke opvoeding op middelbare scholen afschaffen. De omvang van
het bewegingsonderwijs op scholen in het VMBO, HAVO en VWO wordt
daarmee vrijgegeven. Hierdoor bestaat geen enkele garantie meer dat
kinderen gedurende hun schooltijd genoeg aan beweging doen en gaat de
hoeveelheid beweegtijd per school sterk verschillen. De Koninklijke
Vereniging van Leraren Lichamelijke Opvoeding (KVLO) verzet zich met
kracht tegen dit beleidsvoornemen. Vorige week is de KVLO daarom een
petitie-actie gestart. Alle relevante organisaties in de onderwijs- en
sportwereld worden benaderd om een petitie aan de Tweede Kamer te
ondertekenen tegen het voornemen van de minister. (Bron: KVLO)
KVLO-voorzitter Gert van Driel: Bewegen en sport zijn noodzakelijk in
het dagelijks leven van jongeren. De school is bij uitstek de plaats
om alle jongeren te bereiken en bewegingsbekwaam te maken. Jongeren
leren op school een verantwoorde keuze te maken uit het
bewegingsaanbod, en hun eigen voorkeuren te ontdekken, zodat ze nu en
later met plezier kunnen bewegen. Het is daarom een bijzonder slecht
signaal en een tegengestelde beweging om de beschermde status die de
lichamelijke opvoeding nu nog heeft af te schaffen. Scholen hebben het
financieel moeilijk en zullen snel geneigd zijn te bezuinigen op dit
vak omdat ze daar niet op worden afgerekend.
Koos van den IJssel, rector van het Atlas College in Rijswijk en
voormalig docent LO, onderkent dit probleem: Vanuit mijn eigen
ervaring kan ik zeggen dat veel scholen het water tot aan de lippen
staat. Het is erg verleidelijk om de lessen LO te beperken en zo meer
lucht te krijgen.
Gevolgen minder uren bewegen desastreus
Algemeen wordt erkend dat het gezond is om te bewegen. Het beschermen
van uren lichamelijke opvoeding is een eenvoudige en goedkope manier
om alle jongeren een minimum aan bewegen per week te garanderen. Ook
in de huidige situatie voldoen veel leerlingen in hun gedrag niet aan
de beweegnorm voor gezond bewegen (52% van de leerlingen in het vmbo:
onderzoek TNO). Het aantal uren dat kinderen nu lichamelijke opvoeding
krijgen, is ruim twee uur per week. De KVLO vindt dat het tenminste
drie uur zou moeten zijn. Bij een afnemende beweegtijd op school zal
het aantal leerlingen dat niet voldoet aan de beweegnorm alleen maar
toenemen. Met alle risicos op een slechte gezondheid en overgewicht.
Veel partijen steunen KVLO
Diverse belanghebbende partijen, maar ook niet direct belanghebbenden,
hebben de KVLO al steun betuigd: het Nationaal Instituut voor
Gezondheidsbevordering en Ziektepreventie (NIGZ), de Nederlandse
Hartstichting, het VU medisch centrum, de leerlingenvereniging LAKS,
ouderverenigingen, het Nederlands Instituut voor Sport en Bewegen
(NISB), het Nederlands instituut voor lokale sport en recreatie (LC),
de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG), het NOC*NSF en de Raad voor
de Volksgezondheid en Zorg.
Floris Sanders, voorzitter van de Raad voor de Volksgezondheid en
Zorg: Dit is nu typisch een voorbeeld waarbij deregulering te ver
doorschiet. Sommige zaken moet de overheid juist beschermen en
vastleggen. Dat geldt vooral als het om de gezondheid en het voorkomen
van overgewicht gaat. Het maatschappelijk belang van voldoende en goed
bewegen is groot en de school speelt daarin een sleutelrol. De raad
heeft juist in 2002 de minister van VWS geadviseerd om het aantal uren
bewegingsonderwijs op school uit te breiden.
Voorzitter van het NOC* NSF, mevrouw Erica Terpstra, in een reactie op
het voornemen van minister van der Hoeven: "Als de afschaffing van de
urenverplichting leidt tot minder sport en bewegen op school, dan zijn
we verkeerd bezig. Dan staan alle seinen op rood! Jongeren moeten
juist meer sporten om problemen met overgewicht en gezondheid te
voorkomen."
Voornemen in strijd met veel overheidsbeleid
Het voornemen van Van der Hoeven is ook in tegenspraak met het beleid
van VWS. Dit ministerie voert momenteel een grote campagne (FLASH),
met als doel de norm voor gezond bewegen bij alle leeftijdsgroepen
meer bekend te maken. Hetzelfde ministerie is bezig met de
voorbereiding van een nieuwe Sportnota, waarin als één van de
belangrijke beleidsdoelen wordt genoemd: een toename van het aantal
personen dat voldoet aan de norm voor gezond bewegen (voor jongeren
tot 18 jaar is dat één uur matig tot intensief bewegen per dag).
Daarnaast wordt in het project School en Sport samengewerkt door een
aantal landelijke partners dat betrokken is bij sport en bewegen voor
jongeren: NOC*NSF, LC, VNG, NISB en KVLO. Eén van de belangrijkste
doelen van de samenwerking is het realiseren van vijf uur bewegen per
week, waarvan drie uur onder schooltijd, voor alle jongeren in school-
en sportverband. Dit project wordt betaald en ondersteund door de
ministeries van VWS en OCW.
Politieke situatie
Naar verwachting zal de Kamer vlak voor of na het zomerreces de
wetswijziging in de wet Voortgezet Onderwijs behandelen waar dit
voornemen deel van uitmaakt (artikel 22, lid 3, en artikel 23 van het
Inrichtingsbesluit). KVLO-voorzitter Van Driel hoopt dat de Kamer een
amendement zal indienen waardoor de beschermde status gehandhaafd
blijft. De politieke beslissing moet dus nog vallen. We hebben wat dat
betreft wel enige hoop. Op 13 april heeft het Tweede-Kamerlid Jan
Rijpstra (VVD) schriftelijke vragen over dit onderwerp gesteld. Bij de
behandeling van de begroting van VWS in december 2004 heeft Rijpstra
ook al een motie ingediend waarin de regering gevraagd wordt om alle
leerlingen in de leerplichtige leeftijd tenminste drie uur
lichamelijke opvoeding per week aan te bieden. Deze motie is met een
zeer brede steun in de Kamer aangenomen. Ik hoop dus van ganser harte
dat de Kamer zichzelf aan deze uitspraak houdt!