Contactpersoon
-
Datum
4 mei 2005
Ons kenmerk
05.u003802
Doorkiesnummer
-
Bijlage(n)
1 (apart verzonden)
Uw kenmerk
-
Onderwerp
Motie van het lid Verdaas c.s.
Differentiatie van de geluidsheffingen over de dag en nacht
Geachte voorzitter,
De Kamer heeft bij motie van de geachte afgevaardigde Verdaas c.s. de
regering verzocht, om voor 1 mei 2005 een concreet en budgettair neutraal
voorstel te ontwikkelen waarbij, in de geluidsheffingen van artikel 77 van
de luchtvaartwet, onderscheid gemaakt wordt tussen dag en nachtvluchten.
Conform het verzoek van de Tweede Kamer heb ik over de uitvoering van de
motie overlegd met de CROS, Amsterdam Airport Schiphol en de KLM. De CROS,
AAS en de KLM zijn van mening dat een differentiatie van de
geluidsheffingen naar de dag en nacht het omgevingsvriendelijk vliegen, met
name in de nacht, niet bevorderen.
De voorzitter van de CROS wijst er, in een brief aan het ministerie op,
dat het overgrote deel van de overlast in de nacht veroorzaakt wordt door
vliegtuigen die niet beschikken over RNAV boordapparatuur. Vliegtuigen
uitgerust met deze moderne navigatie apparatuur hebben de mogelijkheid om
van grote hoogte en met weinig motorvermogen veilig de luchthaven te
naderen. Op dit moment beschikt, volgens de CROS, 10-15% van de
vliegtuigen, niet over deze apparatuur. De CROS is van mening dat ten
aanzien van deze vliegtuigen een aanscherping van het beleid noodzakelijk
is en adviseert om, in het kader van de evaluatie van de Schipholwet, na te
gaan of een verbetervoorstel voor nachtlandingen geformuleerd kan worden.
Ik ben het de CROS eens dat het stimuleren van het gebruik van RNAV
effectiever is om van de geluidshinder in de nacht terug te dringen, dan
het differentiëren van de geluidsheffingen.
De geluidsheffingen zijn een tijdelijke heffing, bedoeld om de kosten van
de geluidsisolatie te verhalen op de luchtvaartsector. Een tijdelijke
heffing is geen geschikt instrument om de verdeling van het vliegverkeer
over de dag en de nacht te sturen.
Bovendien vormen de geluidsheffingen voor de luchtvaartmaatschappijen een
relatief geringe post (9%) ten opzichte van de havengelden en overige
overheidsheffingen.
Het voorstel van de CROS sluit aan bij het beleid van de regering om het
gebruik van RNAV-apparatuur in internationaal verband te stimuleren.
Ik zal het voorstel van de CROS in het kader van de evaluatie van het
Schipholbeleid onderzoeken op effecten voor overlast en mainport. Dergelijk
onderzoek wordt ook voor andere verbetervoorstellen uitgevoerd. Op basis
van de onderzoeksresultaten zal het kabinet een standpunt opstellen over de
voorstellen.
Ik ben van mening dat ik hiermee op een goede wijze invulling geef aan de
doelstelling van de motie Verdaas.
Hoogachtend,
DE STAATSSECRETARIS VAN VERKEER EN WATERSTAAT,
mw drs M.H. Schultz van Haegen
-----------------------
Zie bijlage 1
Ministerie van Verkeer en Waterstaat