Ministerie van Verkeer en Waterstaat

Contactpersoon

-
Datum
6 mei 2005
Ons kenmerk
DGP/MDV/u.05.01085
Doorkiesnummer

-
Bijlage(n)

1
Uw kenmerk
VW-05-247
Onderwerp
IJ-veren van GVB-Amsterdam

Geachte voorzitter,

De vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat heeft mij gevraagd mijn reactie op de brief van het GVB te Amsterdam, van 10 maart 2005, over de IJ- veren, te mogen ontvangen.

Hierbij treft u mijn antwoord aan het GVB aan.

Hoogachtend,

DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT,

Karla Peijs

Contactpersoon
Caroline van der Maas
Datum
6 mei 2005
Ons kenmerk
DGP/MDV/u.05.01084
Doorkiesnummer
070 - 351 73 62
Bijlage(n)

-
Uw kenmerk
05100462
Onderwerp
IJ-veren

Geacht college,

In de brief van 7 maart 2005 van de Dienst GVB van uw gemeente verzoekt de heer Kroon mij in het kader van de wetsevaluatie van de Wet personenvervoer 2000 (Wp2000) de wet zodanig te wijzigen dat het vervoer over het IJ bij het GVB kan blijven. Naar ik aanneem is dit naar aanleiding van het oordeel van de NMa Vervoerkamer dat deze activiteit geen activiteit is die een GVB mag verrichten en dat daarom organisatorische maatregelen conform artikel 69 en 119 Wp2000 nodig zijn.

Ik heb begrepen dat de Nma u op de hoogte heeft gesteld van de uitleg die zij aan artikel 69, eerste lid, Wp2000 geeft. De uitleg van de NMa komt er op neer dat de activiteit als zodanig moet worden overgedragen aan een aparte, nieuwe rechtspersoon, terwijl het personeel en het materieel bij het GVB kan blijven en door de nieuwe rechtspersoon wordt 'ingehuurd'. Deze uitleg laat zien hoe de verplichting organisatorisch uitgewerkt kan worden, op een wijze waarop dit de minste lasten voor het GVB met zich meebrengt. In de praktijk blijkt ook dat alle overige GVB'en, via deze of andere constructies, aan hun verplichtingen inzake artikel 69 hebben voldaan. Voor het GVB Amsterdam is dit naar mijn oordeel dus ook goed mogelijk. De door u aangesneden problematiek is overigens door de andere GVB'en ook niet opgeworpen als onderwerp dat nadere aandacht behoeft in het kader van de lopende evaluatie van de Wp2000.

In uw brief geeft u aan dat naar uw mening artikel 7, vierde lid, Bp2000 zou moeten worden aangepast. Naar mijn mening is dat op de door u voorgestelde wijze niet wenselijk. Bedoeld artikel 7 van het Besluit regelt niet of bepaalde typen vervoer wel of niet door een GVB mogen worden verricht. Het artikel beoogt een grondslag te bieden voor de subsidiëring van OV te water en in het artikel wordt een aanbestedingsverplichting voor dat vervoer geregeld.

In mijn brief van 15 december 2004 (kenmerk DGP/MDV/u.04.04739) heb ik reeds aangegeven dat ik het, gelet op de verplichting naar aanleiding van artikel 69 die reeds geldt vanaf inwerkingtreding van de Wp2000, niet logisch acht om op dit moment in de toezichthoudende bevoegdheid van de NMa Vervoerkamer in te grijpen.

Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.

Hoogachtend,

DE MINSTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT,

Karla Peijs