Contactpersoon
Datum
6 mei 2005
Ons kenmerk
RWS/SDG 2005/1504/8776
Doorkiesnummer
Bijlage(n)
Uw kenmerk
2040512960
Onderwerp
Kamervragen
Geachte voorzitter,
In antwoord op schriftelijke vragen van het lid Van der Staaij over
reclameborden langs de snelweg A12 bericht ik u het volgende.
1. Is het bericht waar dat de gemeente Ede een vergunning heeft afgegeven
voor zeven levensgrote reclameborden langs de snelweg A12? )
1. Ja.
2. Hebben zowel Rijkswaterstaat als onderzoeksbureau TNO deze borden
vanuit het oogpunt van de verkeersveiligheid als risicovol aangemerkt?
2. Rijkswaterstaat is tegen deze vorm van reclame vanwege de
verkeersafleidende werking. TNO concludeert tevens in zijn rapport dat
reclame op deze locatie niet gewenst is vanwege de verkeerssituatie. Er
moeten door het verkeer ter plaatse diverse beslissingen worden genomen,
weginformatie worden opgenomen en er vindt uitwisseling van rijstroken
plaats (van en naar de aansluiting Ede en de A30 en in de toekomst plus-
en weefstroken). De weggebruiker dient zich dus te concentreren op de
verkeerssituatie op de weg.
3. Hoe beoordeelt u het feit, dat de gemeente Ede desalniettemin
vergunning heeft verleend tot plaatsing van deze reclameborden? Heeft u
hierover contact gehad met de gemeente Ede?
3. Ik beoordeel de verguningverlening afwijzend. Hierover is op
bestuurlijk niveau contact geweest met burgemeester en wethouders van
Ede. De HID Oost-Nederland heeft de burgemeester van Ede, verwijzend naar
de conclusies van TNO, indringend verzocht geen vergunning te verlenen.
4. Is er door Rijkswaterstaat bezwaar dan wel beroep ingesteld tegen de
door de gemeente Ede verleende vergunning?
4. Nog niet. Er zal bezwaar worden ingediend.
5. Welke bevoegdheden heeft Rijkswaterstaat feitelijk ten aanzien van het
plaatsen van objecten, zoals reclameborden, langs rijkswegen? Op grond
van welke titel? Zijn deze bevoegdheden toereikend?
5. Binnen het beheersgebied van de rijkswegen heeft Rijkswaterstaat de
bevoegdheid om tegen dergelijke objecten op te treden. Dit gebeurt dan op
grond van artikel 2, lid 1a van de Wet Beheer Rijkswaterstaatwerken. In
onderhavig geval echter staat het object buiten het beheersgebied van
Rijkswaterstaat en kan slechts worden opge-treden door bezwaar aan te
tekenen tegen de door de gemeente af te geven vergunning. Dit geschiedt
op grond van verwacht gevaar voor de verkeersveiligheid.
Uiteraard kunnen bezwaren ook via bestuurlijk overleg door
Rijkswaterstaat kenbaar worden gemaakt bij de desbetreffende gemeente. In
onderhavig geval heeft dergelijk overleg helaas niets uitgericht.
Overigens heeft Rijkswaterstaat vanaf het begin, toen de
bestemmingsplanprocedure ten behoeve van de bouw van de bioscoop waarop
de reclame is aangebracht nog liep, al kenbaar gemaakt dat eventuele
reclame gericht op de autosnelweg ongewenst is. Rijkswaterstaat heeft ook
daarna diverse malen mondeling en schriftelijk bij de
gemeente Ede tegen de desondanks aangebrachte reclame geageerd. Dit is
zonder
resultaat gebleven.
6. Wilt u bevorderen dat Rijkswaterstaat het hem ter beschikking staande
instrumenta-rium zal benutten - bijvoorbeeld een gang naar de rechter -
om alsnog deze borden langs de A12 te laten verwijderen?
6. Ja, Rijkswaterstaat zal zonodig de gang naar de rechter maken.
7. Wat is op dit moment het beleid ten aanzien van het plaatsen van
(grote reclameborden) langs rijkswegen?
7. Langs rijkswegen is het beleid er in principe op gericht om afleiding
van de rijtaak
zoveel mogelijk te voorkomen. Om die reden staat Rijkswaterstaat niet toe
dat er
binnen het eigen beheergebied langs rijkswegen reclameborden geplaatst
worden. Daar worden alleen borden toegestaan die noodzakelijk zijn voor
een veilige en vlotte verkeersafwikkeling en om het verkeer van
verkeersinformatie te voorzien.
Op verzorgingsplaatsen langs rijkswegen geldt bovenstaande restrictie
niet en voert Rijkswaterstaat een ruimhartiger toelatingsbeleid.
8. Verdient dit beleid in uw ogen aanscherping, gelet op het feit dat een
gemeente als Ede - ondanks bezwaren van Rijkswaterstaat - toch tot
plaatsing van reclameborden kan overgaan met de genoemde consequenties
voor de verkeersveiligheid van dien?
8. Binnen het beheergebied van Rijkswaterstaat zelf zijn er voldoende
mogelijkheden om dergelijke reclameborden te weren. De betreffende
bioscoop waarop de reclame is aangebracht staat echter buiten het
beheersgebied en daar is de invloed beperkter.
Vooralsnog ga ik er echter van uit dat de mij ter beschikking staande
middelen voor acties in het beheergebied van een andere overheid
(bestuurlijk overleg, indienen
bezwaar en - uiteindelijk - een gang naar de rechter) voldoende zijn.
Hoogachtend,
DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT,
Karla Peijs
-----------------------
ANP, 13 april 2005
Ministerie van Verkeer en Waterstaat