Persbericht Amnesty International
4 mei 2005
'Het martelverbod moet dagelijks opnieuw bevochten worden'', aldus Amnesty
International voorafgaand aan het bezoek van President Bush op 7 en 8 mei
aan Nederland
'Wij leiden de strijd door het goede voorbeeld te geven', zei president
Bush op 26 juni 2003.
De strijd waarop hij doelde is de strijd tegen foltering. De gelegenheid
waarbij hij sprak was de internationale dag ter ondersteuning van de
slachtoffers van foltering. Geen dag die erg tot de verbeelding spreekt,
zoals 8 mei, VE Day (Victory in Europe Day) de verjaardag van het einde van
de Tweede Wereldoorlog in Europa.
Toch heeft 26 juni alles te maken met 8 mei, want mensenrechten hebben
alles te maken met de Tweede Wereldoorlog. De Universele Verklaring van de
Rechten van de Mens uit 1948 is een antwoord van de internationale
gemeenschap (georganiseerd in de Verenigde Naties) op de verschrikkingen
van die oorlog. Zij kan gelezen worden als één grote omkering van het
denken dat ten grondslag lag aan het nazisme en fascisme in Europa. De
Verklaring is als niets minder bedoeld dan een eerherstel van de menselijke
waardigheid.
De vrijwaring van marteling is een kernelement van de Verklaring. In de
afgelopen decennia heeft Amnesty International al drie wereldwijde
campagnes tegen martelen moeten voeren en wekelijks geeft de organisatie
bliksemacties uit voor personen die gefolterd worden of dreigen gefolterd
te worden. Het martelverbod moet dagelijks opnieuw bevochten worden.
Waaruit bestaat het goede voorbeeld waarmee de regering van president Bush
deze strijd zou leiden?
Het bestaat niet uit de weigering om een werkelijk onafhankelijk onderzoek
in te stellen naar de gebeurtenissen in de Iraakse Abu Ghraib-gevangenis.
Een jaar geleden drong tot de wereld door wat er in deze gevangenis onder
Amerikaans bewind echt gebeurde. Pleidooien van mensenrechtenorganisaties
voor een onafhankelijk onderzoek dat zich ook uitstrekt tot de politieke,
ambtelijke en militaire top van de regering vonden tot nu toe geen gehoor
bij president Bush.
Het goede voorbeeld bestaat ook niet uit de weigering van de Amerikaanse
regering om deskundigen van de Verenigde Naties of vertegenwoordigers van
mensenrechtenorganisaties toegang te verlenen tot Guantànamo Bay. Berichten
en getuigenissen, recent zelfs van FBI-agenten, over marteling en slechte
behandeling van gedetineerden aldaar doen al jarenlang de ronde. De
willekeurige en inmiddels langdurige detentie van honderden personen zonder
contact met de buitenwereld is een omstandigheid die niet alleen
onrechtvaardig is, maar ook slechte behandeling of zelfs foltering uitlokt.
Het goede voorbeeld bestaat zeker niet uit het gevangen houden van personen
op geheime locaties. Als iets makkelijk tot marteling of slechte
behandeling leidt, dan is het wel de geheime detentie en 'verdwijning' van
personen.
Evenmin bestaat het goede voorbeeld uit het buiten alle wettelijke kaders
overleveren van personen aan staten zoals Egypte, waarvan de Amerikaanse
autoriteiten, bijvoorbeeld vanwege de jaarlijkse mensenrechtenrapportages
van hun eigen ministerie van Buitenlandse Zaken, gegronde redenen hebben om
te vermoeden dat zij overgeleverde personen zullen martelen.
In oktober 2004 publiceerde Amnesty International het tweehonderd pagina's
dikke rapport USA: Human dignity denied -- Torture and accountability in the
'war on terror'. Het bevat 66 aanbevelingen aan de Amerikaanse regering om
foltering te voorkomen. Misschien moeten wij in Europa op 8 mei aan
president Bush vragen om op 26 juni aanstaande aan te kondigen dat hij de
aanbevelingen van Amnesty International alsnog overneemt. Waarom? Omdat hij
het goede voorbeeld wil geven. En ter wille van de menselijke waardigheid.
Noot voor de redactie-
Amnesty International