embargo tot respectievelijk 14.00 uur (Crooswijk)
4 mei 2005
Herdenkingstoespraak burgemeester op Begraafplaats Crooswijk
Vanmiddag herdenken wij hier op de Begraafplaats in Crooswijk alle vrouwen en mannen die sinds het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog zijn omgekomen in oorlogssituaties en bij vredesmissies.
Wij herdenken allen die omkwamen als soldaat, of in het verzet, door vervolging of uitputting, door oorlogsgeweld of dwangarbeid.
Deze begraafplaats is een passende locatie voor deze herdenking. Er zijn hier monumenten voor gevallenen die bij verschillende gelegenheden en op verschillende plaatsen zijn omgekomen.
De kranslegging bij het monument van de geallieerden symboliseert onze dankbaarheid voor het feit dat ook jonge mannen uit andere landen bereid waren hun leven te geven voor onze vrijheid. Zij stierven ver van huis. Nabestaanden van hen zijn ook hier aanwezig en ik wil hen nu kort begroeten.
To our visitors from abroad I would like to say this: We are so grateful that in de Second World War young men from other countries were willing to risk their lives to help us to regain our freedom.
De Tweede Wereldoorlog ligt zestig jaar achter ons. Verreweg de meeste Rotterdammers hebben die oorlog niet zelf meegemaakt. Zij hebben erover horen vertellen of weten het uit de vele geschiedenisboeken. Maar toch is iedereen er hecht mee verbonden, want oorlog, iedere oorlog, slaat wonden, die ook na zestig jaar nog pijn kunnen doen. Want de littekens blijven zichtbaar, bij mensen, maar ook in het weefsel van de stad.
Daarom zijn wij hier, op deze vierde mei, bijeen. Omdat wij niet willen vergeten. Omdat wij onze doden met ons meedragen. Omdat er voor ons alleen dán een toekomst is, wanneer wij het verleden niet verdringen en verloochenen.
Etty Hillesum was één van de velen die via Westerbork op transport werd gesteld naar Auschwitz, waar ze op 30 november 1943 omkwam. Tussen maart 1941 en oktober 1942 hield zij een dagboek bij, waarin zij haar persoonlijke ontwikkeling beschrijft en waarin de oorlog en de jodenvervolging een steeds grotere rol gaan spelen. Op 4 juli 1942 schreef zij:
"Ik zou lang willen leven, om het later allemaal nog eens te kunnen uitleggen en als me dat niet vergund is, welnu, dan zal een ander het doen en dan zal een ander mijn leven verder leven, daar waar het mijne is afgebroken en daarom moet ik het zo goed en zo volledig en zo overtuigd mogelijk leven tot de laatste ademtocht, zodat diegene, die na mij komt niet helemaal opnieuw hoeft te beginnen en het niet meer zo moeilijk heeft..."
Deze mooie woorden van Etty Hillesum bevatten een wijze les voor ons. Wij moeten ervoor zorgen dat jongere generaties niet helemaal opnieuw moeten beginnen. Dat zij beseffen hoe verschrikkelijk de oorlog is en waarom vreedzaam naast elkaar leven, ongeacht afkomst, geloof, politieke overtuiging of geaardheid, zo wezenlijk is.
We moeten ze meegeven hoe bevoorrecht wij zijn te leven in een democratische rechtstaat, met vrijheid van meningsuiting en met vrijheid van godsdienst. Geen enkele van deze vrijheden mag ter discussie staan. Toen niet, nu niet en in de toekomst niet. Het zijn de grondrechten van iedere Rotterdammer. Ongeacht herkomst, ongeacht religie.
Vrijheid: we weten allemaal hoe kwetsbaar deze waarde is, en hoe belangrijk het is daarvoor op te komen, altijd opnieuw. Wij herdenken vandaag al diegenen die de moed vonden om voor die waarde te vechten, en die voor de vrijheid hun leven gaven.
Laten wij ons daarvoor blijven inzetten. Laten we, om met de woorden van Etty Hillesum te besluiten, het leven zo goed en zo volledig en zo overtuigd mogelijk leven tot de laatste ademtocht, zodat diegenen, die na ons komen niet helemaal opnieuw hoeven te beginnen en het niet meer zo moeilijk hebben...
---- --
Gemeente Rotterdam