Vrije Universiteit Amsterdam

Persbericht

ONDER EMBARGO TOT WOENSDAG 04 MEI 2005 - 19.00 uur

Biofysici VU publiceren in Nature
Moleculair mikado maakt celdeling mogelijk

Fysici van de Faculteit der Exacte Wetenschappen zijn erin geslaagd te laten zien hoe Eg5, een sleuteleiwit voor celdeling, het interne celmilieu reorganiseert zodat twee celcentra ontstaan. Dit is nodig voor de accurate verdeling van het erfelijk materiaal tijdens celdeling. Onderzoekers drs. Lukas Kapitein, dr. ir. Erwin Peterman, prof. dr. Christoph Schmidt en collega s bewezen bovendien dat Eg5 kan opereren zonder hulp van andere eiwitten. Het inzicht biedt nieuwe aangrijpingspunten voor therapieën tegen ziekten als kanker en levert een publicatie op in het gezaghebbende tijdschrift Nature van donderdag 5 mei.

Van essentieel belang voor de overleving van organismen is dat ze hun cellen vermeerderen en vervangen. Dat gebeurt door celdeling, ook wel mitose genoemd. Een verstoorde celdeling is oorzaak van vele ziekten, waarvan kanker het bekendste voorbeeld is. Een gedetailleerd inzicht is cruciaal om celdeling en gerelateerde ziekten te begrijpen, maar veel belangrijke aspecten zijn nog steeds onduidelijk. Bekend was al wel dat het eiwit Eg5 (een zogeheten motoreiwit) onmisbaar is bij de reorganisatie van de cel voorafgaand aan de splitsing. Ook een stof die remmend werkt op Eg5 is al gevonden. Nu de fysici hebben aangetoond dat dit motoreiwit zelfstandig opereert én hoe, wordt verder onderzoek mogelijk naar toepassing bij ziekten.

Tijdens celdeling wordt het genetisch materiaal (DNA) van de cel verdubbeld en vervolgens gelijk verdeeld over twee celhelften; daarna deelt de cel zich definitief. Om dit proces goed te laten verlopen, vindt er in de cel een wonderlijke metamorfose plaats, die wel wat weg heeft van moleculair mikado.

Minuscule buizen die de cel zijn stevigheid geven, de zogeheten microtubuli, zijn vlak voor de celdeling georganiseerd in stervorm: de uiteinden (minpolen) van de buizen komen samen in het celcentrum, het zogeheten centrosoom (zie afbeelding). De losse uiteinden zijn de pluspolen. Aan het begin van mitose splitst het centrosoom zich in twee nieuwe, die zich van elkaar scheiden. Zo ontstaat een organisatie in spoelvorm. Eg5 blijkt essentieel bij de vorming van die spoel.

Kapitein, Peterman en Schmidt gebruikten microtubuli en Eg5 in vitro om de start van de celdeling te bestuderen. Met een fluorescentiemicroscoop volgden zij de interactie tussen microtubuli en Eg5. De onderzoekers zagen dat Eg5 werkt als een motortje dat twee microtubuli langs elkaar schuift, doordat het over beide microtubuli naar de pluspool beweegt terwijl het aan beide is verbonden. In de cel laat Eg5 zo de centrosomen aan de minpool van die microtubuli uit elkaar bewegen, elk naar een zijde van de cel. Als dan de spoel is gevormd, trekken de pluspolen van de microtubuli elk een volledig pakketje DNA (in de vorm van chromosomen) naar elk van de nieuwe celcentra.

De fysici van de VU werken samen met Amerikaanse collega s van de Rockefeller University in New York. Het onderzoek vindt plaats in het kader van het NWO-stimuleringsprogramma VIDI en is mede gefinancierd door het Stichting voor Fundamenteel Onderzoek der Materie (FOM), en het programma Human Frontier in Science.



Vrije Universiteit Amsterdam