Openbaar Ministerie

Persberichten
Landelijk Parket, 4 mei 2005

AIVD wist niet vooraf van bezit handgranaten

Tijdens de behandeling van de pro forma-zitting gisteren in de strafzaak tegen de verdachten van de zogenaamde Hofstadgroepering, heeft het Openbaar Ministerie niet gesteld dat de AIVD voorafgaand aan de inval in de Antheunisstraat te Den Haag, wetenschap heeft gehad van de aanwezigheid van handgranaten in dat pand.

Tijdens het strafrechtelijk onderzoek zijn de door de AIVD aan de politie ter beschikking gestelde banden van via een microfoon afgeluisterde gesprekken langdurig, intensief en verscheidene malen beluisterd en geanalyseerd. Een van die afgeluisterde gesprekken betrof een gesprek dat enkele dagen voor de inval en arrestatie in de Antheunisstraat had plaatsgevonden. Het betreft een qua geluidskwaliteit buitengewoon moeilijk uit te luisteren gesprek. Na nauwkeurige en langdurige analyse door onder meer verscheidene tolken lijkt dat men rekening houdt met de mogelijkheid van een politie-inval en hoe zich daar op voor te bereiden. Nergens wordt het gooien van een handgranaat nadrukkelijk besproken. Het gesprek leek vooral te gaan over de wijze waarop de politie invallen doet. Feit is dat de verdachten op 10 november een handgranaat gegooid hebben. Tegen de achtergrond hiervan kan met de woorden het gooien van eentje, ook bedoeld zijn het gooien van een handgranaat

Voor informatie: Desirée Leppens

Noot: Dit bericht is hedenavond aan NCRV Netwerk aangeboden, maar door hen niet gebruikt in de uitzending.