Kabinetskeuze is nekslag voor marktwerking
Het Verbond is bijzonder teleurgesteld in de manier waarop het kabinet
verzekeraars en het UWV wil laten concurreren in de nieuwe Wet werk en
inkomen naar arbeidsvermogen (WIA). Het kabinet besloot op 29 april op
advies van Anne Willem Kist (voorzitter Raad van Toezicht van de AFM)
dat werkgevers in 2006 een extra premie van 0,3 procent van de loonsom
moeten betalen bij het verzekeren van gedeeltelijke
arbeidsongeschiktheid.
Volgens het Verbond is de premieopslag bij lange na niet voldoende om
een gelijk speelveld te creëren. Marktwerking en daarmee de hele
grondgedachte van de WIA komt daardoor niet van de grond.
Vanaf 2006 wordt de WAO vervangen door de WIA, die uit twee regelingen
bestaat: een inkomensvoorziening voor volledig en duurzaam
arbeidsongeschikten (IVA) en één voor gedeeltelijk arbeidsgeschikten
(WGA). Verzekeraars gaan samen met het UWV concurreren op de
WGA-markt.
Groot struikelblok tijdens de onderhandelingen omhelst de vraag hoe
een gelijk speelveld tussen verzekeraars en het UWV kan worden
gecreëerd. Het belangrijkste bezwaar is dat van de rentehobbel: het
UWV kan in de eerste jaren een lagere premie hanteren, aangezien de
publieke uitvoerder met een omslagsysteem werkt. Verzekeraars
daarentegen moeten volgens toezichtregels een kapitaaldekkingsstelsel
hanteren en de eerste jaren enorm investeren om een financiële buffer
op te bouwen.
Opslag
Omdat verzekeraars daardoor een concurrentieachterstand hebben, is
afgesproken dat werkgevers de eerste zeven jaar een hogere premie
moeten betalen, die ze overigens weer gecompenseerd krijgen via een
korting op de IVA-premie. Daardoor zijn ze per saldo niet duurder uit.
Voorwaarde was wel dat het UWV premiedifferentiatie zou toepassen.
Begin februari heeft het UWV aangegeven de WGA-premie niet te kunnen
differentiëren in 2006. Het kabinet vond daarom dat de gemaakte
afspraken over het gelijke speelveld moesten worden gewijzigd. Na
veelvuldig overleg heeft het kabinet ervoor gekozen de WGA-uitkeringen
in 2006 te financieren uit een opslag op de WAO-basispremie, die alle
werkgevers, eigenrisicodragers en omslagleden verschuldigd zijn.
Advies
De afgelopen maanden is uitgebreid gediscussieerd over de hoogte van
deze opslagpremie, maar de betrokken partijen werden het niet eens.
Uiteindelijk heeft minister De Geus Kist om een advies gevraagd. Kist
is tot een opslag van 0,3 procent gekomen, uitgaande van 60 procent
compensatie van de netto rentehobbel en een verwachte WGA-instroom van
18.000 mensen. Het Verbond kan zich niet vinden in die berekening
(onder meer omdat het Verbond uitgaat van een hogere WGA-instroom) en
vindt dat minimaal tachtig procent van de rentehobbel moet worden
overbrugd. Anders komt de gewenste marktwerking niet van de grond en
hebben werkgevers én werknemers geen reële keuzevrijheid. Het Verbond
vindt het besluit van het kabinet bovendien niet in lijn met eerder
gemaakte afspraken (in augustus vorig jaar was nog een opslag van 0,8
procent overeengekomen) en pleit voor een jaar uitstel van de
invoering van de gehele wet.
Verzekerd!, mei 2005
Verbond van Verzekeraars