Ingezonden persbericht


Stichting Historische en Heemkundige Studies in en rond het Geuldal adres: www.historiegeuldal.nl

productie nieuw jaarboek Stichting Historische en Heemkundige Studies van start

Redactie en bestuur van de Stichting Historische en Heemkundige Studies in en rond het Geuldal zijn weer druk in de weer met de productie van een nieuw jaarboek.

Dit vijftiende Jaarboek zal naar verwachting zeven artikelen omvatten en wordt weer rijk geïllustreerd, opnieuw met een aantal afbeeldingen in kleur. De omvang is bij benadering 300 bladzijden. Het verschijnt voor Sint-Nicolaas en kost bij voorinschrijving ¬ 21,--

Blikvanger is ongetwijfeld het artikel over de in 2003 ontdekte Sarcofaag van Bocholtz. De archeologe drs Tessa de Groot schetst een beeld van de vondst.

Eind 2003 heeft de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek in het Limburgse Bocholtz een bijzonder Romeins graf onderzocht. Het graf bestond uit een met hout beklede grafkamer met daarin een zandstenen askist en een areaal aan bijgiften. Het karakter van het graf en zijn inhoud en de ligging vlakbij de Romeinse villa van Vlengendaal plaatst de begraven persoon in de wereld van de Romeinse villa-elite. De constructie van het graf en de symboliek van de verschillende bijgiften tonen elementen die typerend zijn voor de Romeinse ideeën omtrent de dood en het leven in het hiernamaals. Op basis van de voorlopige resultaten wordt het graf tegen het einde van de tweede eeuw gedateerd.

Naast de "traditionele" uitwerking van de resultaten van de opgraving, is de vondst aangegrepen om een aantal specialistische onderzoeken uit te voeren. In samenwerking met het Instituut Collectie Nederland en TNO-NITG Utrecht wordt de materiaalsamenstelling van de glazen en bronzen voorwerpen geanalyseerd om inzicht te krijgen in de degradatieprocessen waaraan de voorwerpen in de bodem zijn blootgesteld. Op deze manier levert het graf van Bocholtz belangrijke informatie voor zowel de inhoudelijke kant van de archeologie als ook voor de archeologische monumentenzorg.

Mevrouw M. Th. Van Dijk-Franx heeft een bijdrage geleverd over de tuin van kasteel Genhoes te Oud-Valkenburg. Toen in 1988 nieuwe bewoners kasteel Genhoes betrokken was er van enige tuinaanleg geen spoor meer te bekennen. Het omgrachte kasteel lag ingebed in boerenland, dat zich in staat van verwaarlozing bevond.

Bij verkenning bleken zich op deze terreinen vervallen muurwerk, een Herculesbeeld en divers steenwerk te bevinden, die de latente hoop dat er in vroegere tijden wel een stijltuin was geweest in niet geringe mate aanwakkerden. Ook het oude verwilderde bomenbestand wees daar op. Uitgaande van de basisprincipes van historische tuinaanleg en door enige tuinaanleg op hoofdlijnen te realiseren, bleek deze wonderwel balans, ritme, evenwicht en lijnvoering terug te brengen. Verdere vondsten en papieren documentatie brachten een even interessant als verrassend beeld van deze in architectuur aangelegde tuin aan het licht.

Pastoor Crutzen gaat in op de bouw van de Dumoulinkerk in Voerendaal tussen 1840 en 1845. Aan het einde van de achttiende eeuw was de kerk van Voerendaal al zo vervallen dat men dacht aan herbouw. Dit kwam er niet van. In 1840 stortte een gedeelte van het gewelf van de kerk in. De muren van het godshuis waren behoorlijk uit het lood geweken en het metselwerk was op tal van plaatsen gescheurd. De bouwmeester Jean Dumoulin (1800-1857) uit Maastricht kwam tot de conclusie dat de kerk moest worden afgebroken, met uitzondering van de toren. Hij maakte een paar ontwerpen voor een nieuwe parochiekerk. Het werk werd in maart 1842 aanbesteed en toegewezen aan G.J. Louppen uit Heerlen. De bisschop van Roermond consacreerde kerk en altaren op 26 september 1843. De totale kosten van de bouw bedroegen fl. 19.792,76.

Dhr. Gerards beschrijft in zijn artikel de regulering van de jacht in het Land van Valkenburg in de 18de eeuw. In die tijd was de uitoefening van de jacht en de visserij in het Land van Valkenburg in meerdere opzichten een probleem. Met name de vraag wie wel en niet het recht had om te jagen, maar ook de vraag wie nu eigenlijk de bevoegdheden toekwam om jachtpermissies uit te delen, was tussen de verschillende bestuurders een voortdurende bron van meningsverschillen. Onduidelijkheid hierover leidde niet alleen tot excessen maar bracht de jacht ook schade toe. In deze bijdrage wordt een overzicht gegeven van de diverse problemen en de pogingen die werden ondernomen om tot een oplossing te komen. Tot slot wordt stilgestaan bij de voorstellen van de Staten-Generaal om tot een alles omvattende regeling te komen.

Van Dr. Rudolf Philips is een artikel over de opkomst van het Geuldal als toeristenstreek. Ongeveer honderd jaar geleden begonnen Hollandse toeristen het Geuldal te ontdekken. Valkenburg had toen al een bekende naam, maar nu gingen zij ook andere plaatsen verkennen. Ondanks de nog primitieve accommodaties viel de streek erg in de smaak bij de vakantiegangers. Uit hun spontane reacties bleken vooral het geheel andere landschap en de eigen streekcultuur indruk te maken. Wat thans het meeste opvalt is de kleinschalige beslotenheid van deze plaatsen en de goedmoedige gastvrijheid van de eerste hoteliers. En niet minder welke grote ruimtelijke veranderingen dit toerisme teweeg bracht. De opgenomen illustraties, uit de tijd zelf, zullen zeker een nostalgisch effect achterlaten.

Broeder Lambertus Moonen vervolgt zijn verhaal over de de monniken van de abdij St. Benedictusberg in de periode 1951-2005. Stond in het vorige jaarboek de gemeenschap van de abdij St. Benedictusberg te Mamelis centraal, dit jaar wordt aan het leven en het werken van iedere monnik aandacht besteed. Uniek fotomateriaal over de paters en broeders en hun werkplaatsen illustreert deze biografische bijdrage.

Henk Kwakkernaat schetst aan de hand van recente ontwikkelingen de kennis over Valkenburg als vestingstad. Het artikel bevat nieuwe inzichten op grond van recente archeologische waarnemingen en kritische studie van oud en nieuw beeldmateriaal. Aangevuld met veel nieuw beeldmateriaal, foto s zowel als onbekende historische tekeningen plus een nieuwe getekende reconstructie van de vestingstad.

De laatste 15 jaar is er veel toegevoegd aan de kennis omtrent de - voor Nederland - unieke combinatie van hoogteburcht en vestingstad Valkenburg. De schaarse overblijfselen van de drie stadsmuren, poorten en verdedigingstorens bleken, aangevuld met aandachtige bestudering van de beroemde kaart van Jacob van Deventer, nieuw archeologisch onderzoek en kritische beschouwing van het schaarse nagelaten beeldmateriaal veel meer geheimen prijs te geven dan ooit verwacht werd.

Een folder en inschrijfformulier zijn verkrijgbaar bij H.T.J. Roelofs, Daalhemerweg 24, 6301 BK Valkenburg aan de Geul, tel. 043-6016390.