Beroep VPRO tegen uitspraak in Wob-zaak gegrond
âs-Gravenhage, 4 mei 2005 - Het hoger beroep van de VPRO tegen een
uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 26 april 2004 is vandaag door
de Raad van State gegrond verklaard. De VPRO verzocht in 2000 op grond
van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) het ministerie van
Economische Zaken om verstrekking van documenten die betrekking hebben
op de export van wapens in de periode 1990 tot en met 1999. Dat
verzoek werd gedeeltelijk afgewezen. De rechtbank verklaarde het
beroep tegen die afwijzing ongegrond.
De Raad van State stelt vast dat niet alle stukken die de Minister
heeft geweigerd te verstrekken, aan de rechtbank zijn overgelegd. Om
de juistheid te kunnen beoordelen van de beslissing om bepaalde
stukken niet openbaar te maken, moet de rechter kennis kunnen nemen
van alle geheimgehouden stukken. Het oordeel van de rechtbank dat de
Minister de geheimgehouden stukken op goede gronden niet aan de
openbaarheid heeft prijsgegeven is dan ook onbegrijpelijk.
Ook is de rechtbank niet ingegaan op de argumenten van de VPRO, die
onder andere heeft gesteld dat informatie afkomstig van de AIVD niet
zonder meer kan worden geweigerd door enkele verwijzing naar de
herkomst. De rechtbank heeft in wezen volstaan met een herhaling van
de afwijzingsgronden van de minister.
De Raad van State vernietigt de uitspraak en verwijst de zaak terug
naar de rechtbank.
LJ Nummer
AT5101
Bron: Centrale redactie rechtspraak.nl
Datum actualiteit: 4 mei 2005 Naar boven
Gerechtelijke organisatie