College van Beroep voor het bedrijfsleven


Is sprake van vooringenomenheid tijdens hoorzitting

De Raad stelt eerst vast dat hij de namens betrokkenen opgeworpen grief met betrekking tot de gestelde schending van de in artikel 7:2 van de Awb vervatte hoorplicht verwerpt. De enkele omstandigheid dat de gemachtigde van betrokkenen door de ambtenaar die de hoorzitting zou leiden bij de behandeling van een andere zaak in bezwaar het woord is ontnomen en gemachtigde moeite had met de wijze waarop dit geschiedde, betekent niet dat die ambtenaar in de onderhavige zaken zijn taak niet zonder vooringenomenheid zou kunnen vervullen. De omstandigheid dat het college het verzoek van de gemachtigde van betrokkenen om de hoorzitting door een ander te laten voorzitten, niet heeft ingewilligd, behoefde voor de gemachtigde en betrokkenen dan ook geen beletsel te zijn gebruik te maken van de hen geboden gelegenheid om de hoorzitting bij te wonen. Dat zij van die gelegenheid geen gebruik hebben gemaakt, dient volledig voor rekening en risico van betrokkenen te komen.

LJ Nummer

AT4032

Bron: Centrale Raad van Beroep
Datum actualiteit: 4 mei 2005 Naar boven