Toespraak van de minister-president, mr. dr. J.P. Balkenende, Nationale
Herdenking, Amsterdam, 4 mei 2005
Herdenken en verzoenen
Iets meer dan zestig jaar geleden - in het vroege voorjaar van 1945 - zat
een 20-jarige studente in de gevangenis van Doetinchem. Opgesloten vanwege
een klein vergrijp tegen de bezetter. Ze hield een dagboekje bij.
Ze schreef:
"Je zit onafgebroken tussen de vier muren achter matglas. En binnen in je
voel je bruisen, je eigen onstuimige jeugd, die ze je nooit af kunnen
nemen. Ik heb vanmiddag anderhalf uur voor het ruitje gestaan. 't Is alles
zo zonnig en jong. daar buiten!"
Van de vijf mensen die nu in ons land leven, heeft er één de Tweede
Wereldoorlog nog meegemaakt. Hier, in Nederlands-Indië of elders. Als klein
kind. Als puber. Als jong-volwassene.
Aan u die het heeft meegemaakt vragen we: vertel ons hoe het was om jong te
zijn in die jaren.
Hoe was het om dromen en idealen te hebben, zonder de vrijheid om die te
verwezenlijken?
Een aantal van u heeft gevochten tegen de bezetter. Heeft gevangen gezeten.
Of heeft in kampen de ergste verschrikkingen moeten doorstaan.
Vertel ons over uw angst. Uw moed. Al was het soms niet meer dan de moed
der wanhoop.
Vertel ons over uw slapeloze nachten. Uw herinneringen, die steeds weer
terugkomen. Tot op de dag van vandaag. Telkens opnieuw. Vertel het ons,
zodat wij het blijven beseffen.
Vertel ons over uw ervaringen na die jaren van bezetting en terreur. De
manier waarop u - zonder te vergeten - het leven weer samen met anderen
heeft opgepakt. Uw moedige pogingen tot verzoening met wat is gebeurd.
Verzoening. 'Weer tot vrede of vriendschap brengen'. Dat stelt ons in staat
samen verder te gaan, ook na bittere ervaringen.
We hebben onze vrijheid herwonnen, 60 jaar geleden. Dankzij de offers van
velen kunnen we leven in vrede, voorspoed en veiligheid. Nooit mogen we dat
vergeten.
We herdenken de slachtoffers. De gevallenen. De mensen die op beestachtige
wijze werden weggevoerd en vermoord. De mensen die hun leven gaven voor
onze vrijheid.
Laten we luisteren naar al die verschillende verhalen. Ons erin verdiepen.
Laten we ze doorgeven. Want zij helpen ons. Door die verhalen voelen we in
ons hart en in onze ziel: 'Dit nooit meer'.
Iets meer dan zestig jaar geleden werden ook deze woorden neergeschreven in
de gevangenis van Doetinchem:
"O, wat moeten alle mensen die nu nog in de buitenwereld zijn en vrij uit
kunnen gaan, toch enorm dankbaar zijn. Maar ze weten niet wat ze bezitten.
Wat ze iedere dag opnieuw weer krijgen."
Ministerie van Algemene Zaken