Nederlandse Vereniging van journalisten

NIEUWSBRIEF 4
ONDERHANDELINGEN MINIMUM PENSIOEN CAO DAGBLADJOURNALISTEN (3 mei 2005)

Aan de NVJ-leden werkzaam bij de dagbladen

Geachte collegae,

Een aantal maanden geleden hebben wij u voor het laatst bericht over de impasse in de onderhandelingen over een nieuwe minimumpensioen cao. Deze cao liep af per 1 januari 2005, maar heeft wel nawerking.

De afgelopen maanden hebben wij geprobeerd om de onderhandelingen tot een goed einde te brengen. Werkgevers bleken echter niet meer te reageren op emails, brieven en uitnodigingen van onze kant. Onder druk van een eventuele juridische procedure zijn we weer in gesprek geraakt. De houding van de werkgevers is als volgt: bij de meeste bedrijven zijn vorig jaar door de besturen regelingen toegepast en conform die regelingen worden de pensioenen geregeld. Die regelingen hebben ons inziens echter geen basis want tot vandaag geldt de oude minimumpensioen cao op grond van nawerking. Een tweetal regelingen die nu worden uitgevoerd zijn in strijd met de vigerende minimumpensioen cao: die van Wegener en die van PCM. We willen hierbij wel opmerken dat de besturen van de twee pensioenfondsen, ten tijde van het vaststellen van de regelingen, hebben opgenomen dat de regeling onder voorbehoud was van een nieuwe minimumpensioen cao.

De stand van zaken is nu zo dat we in het laatste stadium zijn aangekomen van de onderhandelingen. We blijven vasthouden aan het stellen van minima wat betreft het opbouwpercentage, de franchise en een nabestaandenpensioen op spaarbasis.
Indexatie moet gerelateerd worden aan hoogte van de premie en dat zijn beslissingen die we willen overlaten aan de besturen van de pensioenfondsen. Een aantal jaren niet kunnen indexeren zou moeten inhouden dat de premies dan (tijdelijk) omhoog zouden moeten. De bijspaaroptie die we wilden regelen voor journalisten om de klap tussen middenloon en eindloon op te vangen willen we eventueel regelen via een ombouw van het huidige prepensioen waarbij dan gekozen kan worden voor òf een aanvulling op je opgebouwde pensioen vanaf je 65ste òf vervroegde uittreding op een nog nader vast te stellen spilleeftijd. Belangrijk is wel dat de vervroegde of aanvullende pensioenuitkering geen uitruilpremie wordt voor fondsen in nood.

Het een en ander houdt dus in dat er nog geen definitieve duidelijkheid is over de minimumpensioen cao vanaf 2005. Dit heeft met name gevolgen voor de Wegener-journalisten die gedwongen worden om bij te betalen voor een nabestaandenpensioen op grond van de nieuwe regeling. Echter in de oude pensioen cao en wat de NVJ betreft ook in de nieuwe is dit niet mogelijk. Nabestaandenpensioen op risicobasis zoals nu opgenomen in de (voorlopige) Wegenerregeling komt niet overeen met de manier waarop de beroepsgroep is opgebouwd. Het merendeel is namelijk nog altijd kostwinner en met name kostwinners hebben baat bij een goed geregeld nabestaandenpensioen op spaarbasis. We begrijpen dat bij Wegener er druk op de journalisten wordt gelegd om aan te geven of je je al dan niet wilt aansluiten voor nabestaandenpensioen, met verhoging van de premie als gevolg. We adviseren iedereen om voor nabestaandenpensioen te kiezen, maar dan wel met het uitdrukkelijke voorbehoud dat de premiebetaling hiervoor in lijn moet zijn met wat afgesproken wordt in de nieuwe minimumpensioen cao voor Dagbladjournalisten. Voor een exacte formulering verwijs ik de NVJ-leden naar onze juristen.

We zullen u op de hoogte houden van de vorderingen. De bal ligt nu bij de werkgevers om te reageren op onze laatste voorstellen. Het leek ons goed om u van het een en ander op de hoogte te brengen.

Met vriendelijke groet,

Namens de NVJ onderhandelingsdelegatie,

Thomas Bruning, secretaris NVJ
Bianca Rootsaert, secretaris NVJ