Persvrijheidsdag 3 mei
Lezing Hans Verploeg
Stand van zaken rondom
Persvrijheid in binnen- en buitenland
* En voorlopige resultaten van het onderzoek naar bedreigingen van
journalisten in Nederland
Bijdrage Hans Verploeg aan Persvrijheidlezing namens Free Voice en
Freedom House
Persvrijheid-cijfers zijn niet makkelijk te duiden. Ik begin daarom
met u één concreet voorbeeld te geven over de persvrijheid: de
situatie op Cuba.
In maart 2003 gebruikt het Castro-regiem de wereldaandacht voor Irak
om 77 vermeende tegenstanders, waaronder een groot aantal
journalisten, te arresteren. Als wereldbreed protest uitblijft, worden
de dissidenten binnen twee weken door Castro's eigen rechters tot
draconische straffen veroordeeld. Uitzichtloze straffen van 14 tot 27
jaar, bedorven voedsel, mentale martelingen en vernederingen. Alles
gericht op het breken van lichaam en geest.
Castro is succesvol in het bespelen van de Westerse media. Als geen
ander weet de dictator de aandacht af te leiden van hetgeen zich
achter de façade op de politiebureaus en in de gevangenissen afspeelt.
De Verenigde Naties, Westerse regeringen maar ook media kijken de
andere kant op.
En toch, nergens is de kneveling van het vrije woord sinds 18 maart
2003 zo zichtbaar voor de gehele wereld als op Cuba. 21 journalisten
verblijven vandaag in Castro's kerkers. Zij die de gevangenis al in
gingen met een kwaal, zagen die erger worden, anderen zijn er ziek
geworden. Echte medische behandeling wordt mondjesmaat gegeven. Eén
illustratie van de onmenselijke behandeling is dat van de journalist
Adolfo Fernadez Sainz van het onafhankelijke persbureau Patria. Sainz
is vijftien jaar gevangenis opgelegd, 51 jaar oud , hij lijdt in zijn
cel aan longemfyseem, niercystes, maagverzakking, hoge bloeddruk en
prostaatvergroting. Al zijn gewrichten zijn aangetast door artritis.
Sinds zijn verblijf in de gevangenis, maart 2003 is hij 20 kg
verloren. Hij krijgt onvoldoende medische verzorging. Misschien wordt
hij vrijgelaten als ze denken dat hij dood gaat.
In internationale kringen van journalistenorganisaties is er weinig
kritiek op het Castro regiem te horen. Hun Latijns-Amerikaanse
lidorganisaties - vaak gepolitiseerd i.p.v. geprofessionaliseerd -
houden niet van onze kritiek op de geüniformeerde onderdrukkers in
Cuba. Deze lamlendige houding geldt gelukkig niet voor Freedom House,
het Franse RSF en het Noord-Amerikaanse CPJ. Samen met deze
organisaties en Nederlandse groeperingen en enkele politici voeren we
sinds maart 2003 actie voor de vrijlating van de journalisten en de
overige dissidenten. We hebben voorlopig voorzieningen voor
humanitaire hulp. Nu nog een effectief Europees optreden om hu
vrijlating te bewerkstelligen.
De stand van de persvrijheid
Onvermijdelijk liggen er de namen van vermoorde en omgekomen
journalisten. Het klinkt voor ons bijna ondenkbaar maar het dossier
van Theo van Gogh ligt bij de internationale databanken alweer midden
in de stapel. Afgelopen vrijdag is de veertiende journalist van dit
jaar vermoord met een schot door het hoofd. Zijn naam: Sivaram; een
columnist en journalist van de Daily Mirror op Sri Lanka.
De meest voorzichtige telling van het Committee to Protect Journalists
( www.CPJ.org ) komt gedocumenteerd* op 56 gedode journalisten in
2004. In 2005 zijn er zoals gezegd tot op heden 14 journalisten
omgekomen. Vijf collega's zijn ontvoerd. Eind 2004 zitten er
wereldwijd 112 journalisten vanwege hun werk in de gevangenis.
* het International Press Institute IPI (wereldorganisatie van
hoofdredacteuren, www.freemedia.at )komt op 78 in 2004 gedode
journalisten en de Internationale Federatie van Journalisten (
www.IFJ.org ) op 129. De IFJ telt ook vertalers, lijfwachten en
ondersteunend personeel mee. Onze poging tot een gezamenlijke
normering van de tellingen te komen zijn tot nu toe zonder resultaat
gebleven. Om een theoretisch voorbeeld te geven: CPJ telt een
journalist die met een vliegtuig onderweg verongelukt niet mee. Als
het vliegtuig wordt neergeschoten en de journalist daarbij omkomt
wordt zijn dood wel meegeteld.
De persvrijheid in Nederland, België of bijvoorbeeld de VS staat op
zich niet ter discussie. Nederland bevindt zich in de voorhoede van de
persvrijheidlanden, de VS, het Verenigd Koninkrijk en Duitsland in het
peloton. Frankrijk komt daar weer achteraan.
Er zijn echter scheuren in het glanzende oppervlak. Wereldwijd neemt
de persvrijheid af. Ook in een democratisch bestel kan persvrijheid
niet meer als een gegeven worden beschouwd.
Er is in de democratische landen een klimaat - politiek en
maatschappelijk - waarin de journalistiek onder druk staat. In
democratische landen lijkt er sprake van een overheid die de
journalistiek en de media niet meer aanvaardt als een lastige maar
onmisbare luis in de pels. Er zijn overheden die eigen onmacht soms
trachten te maskeren door de media aan te vallen. Overheden die als
het ware via management by speech media proberen te betuttelen.
Overheden die het werken bemoeilijken door irritant optreden van
politie en of justitie.
Er groeit in sommige westerse landen een patroon dat journalisten,
zeker als het gaat om de verslaggeving bij gewapende conflicten, bijna
moeten getuigen van hun vaderlandsliefde. Ook de bronbescherming staat
onder druk.
Een voorbeeld uit eigen land: een minister-president, enkele andere
bewindslieden alsmede de burgemeester van deze stad die in de weken na
de moord op Theo van Gogh en de politiebelegering in het Laakkwartier
de media verwijten te veel nadruk te leggen op de confrontatie tussen
groepen in de samenleving. Een verwijt dat de Tweede Kamer voorzitter
afgelopen zaterdag in zijn toespraak tot HM de Koningin onderstreept
als hij stelt dat de media tegenstellingen vergroten. Ik wist niet dat
de Tweede Kamer bij monde van de voorzitter zo eensgezind negatief
oordeelt over media.
Er is nog een andere tendens in onze samenleving. Serieuze
bedreigingen van journalisten en columnisten, ik kom daar straks op
terug.
Freedom House en de werkwijze
Freedom House is tijdens de tweede wereldoorlog opgericht door Eleanor
Roosevelt en Wendell Willkie (de republikeinse presidentskandidaat
tegenover Franklin Roosevelt in 1940). Aanvankelijk als instituut voor
de verdediging van de democratische waarden tegen fascisme en
communisme.
Sinds 1980 publiceert Freedom House jaarlijks gedegen onderzoek naar
de persvrijheid in de 194 landen aangesloten bij de VN.
Ik moet u de werkmethode van Freedom House uitleggen.
Bronnen
De bronnen van Freedom House zijn correspondenten, eigen onderzoekers,
mensenrechtenorganisaties, verslagen van overheden en onafhankelijke
instellingen, media en het mede door ons opgerichte clearinghouse
IFEX.
Criteria
Freedom House gebruikt de volgende criteria bij het jaarlijkse
onderzoek.
Vertrekpunt is de kleinste maar tegelijkertijd ook meest universele
eenheid: het individu.
Dit wordt bewust gedaan omdat in communistische landen maar ook in een
aantal ontwikkelingslanden het nationale belang, het volk en/of
bepaalde culturele patronen, begrippen zijn om persvrijheid in te
dammen.
Tevens is het individu uitgangspunt in de Universele verklaring van de
rechten van de mens, artikel 19 van het VN verdrag. Alle 194 landen,
de meest democratische staten tot en met de meest autoritaire landen,
hebben zich via de aansluiting bij de VN op dit persvrijheid en
informatievrijheid artikel vastgelegd. Vast staat dat economische
onderontwikkeling de omvang en soms de kwaliteit van nieuwsstromen
limiteert. Maar dat is wat anders dan dat de persvrijheid door
overheden aan banden wordt gelegd. Het aspect van economische
achterstand wordt door FH dan ook niet geaccepteerd als een verklaring
voor gecentraliseerde staatscontrole op de inhoud van nieuws en
informatie. Er zijn arme landen met een acceptabel persbestel en
ontwikkelde landen waarvan de overheid de onafhankelijkheid
onderdrukt.
De Freedom House-gegevens zijn nimmer een analyse van de kwaliteit van
de pers - als die op zo'n wereldschaal al te meten zou zijn - of van
de wijze waarop de media al of niet voldoen aan een ethische
standaard.
In nog al wat landen wordt "de verantwoordelijkheid van de pers",
gehanteerd om regeringscontrole op de inhoud van media uit te oefenen
of uit te breiden. Media die volstrekt onverantwoordelijk handelen
bewijzen volgens Freedom House op lange termijn de eigen
geloofwaardigheid geen dienst. Ze vormen een onvermijdelijk
schaduwzijde van een vrij persbestel. Een vrij persbestel is niet
perfect. Maar evenals voor de democratie geldt: er is geen beter
model.
Ook in Nederland laait de discussie over de pers steeds op na bepaalde
publicaties. Onze mening is dat de media in ons land anno 2005 met de
nu bestaande instituten: Raad voor de Journalistiek, nieuwsmonitor en
debatbureau, een maximale grens van zelfregulering hebben bereikt. Met
instemming citeer ik uit het Freedom House rapport 2005: Een overheid
die met een verwijzing naar de `verantwoordelijkheid van de media' de
pers aan banden legt is erger dan een krant of tv station dat
onethisch handelt.
Methoden van onderzoek
Bij het FH onderzoek naar de persvrijheid per land worden punten, zeg
maar strafpunten toegekend, meer punten voor minder persvrijheid. De
score per land is gebaseerd op het totaal van punten voor drie
categorieën. De totaalscore van strafpunten ligt dus tussen de 0 en
100.
o het rechtssysteem en het legale klimaat: 0 tot 30 punten
o politieke invloed: 0 tot 40 punten
o economische druk 0 tot 30 punten
Per land resulteert dat in een status van de persvrijheid:
o vrij 0-30
o gedeeltelijk vrij 31-60
o geen persvrijheid 61-100
Enkele relevante gegevens uit het 25e rapport. Mijn toelichting is
geen feestrede.
Voor het derde jaar in successie is er wereldwijde afname van de
persvrijheid.
FH constateert dat de persvrijheid in een aantal belangrijke landen
waaronder de VS een terugval vertoont. In voormalige Sovjet gebieden,
Azië en Afrika wordt de pers nieuwe belemmeringen opgelegd.
Vooruitgang wordt door FH geconstateerd in de Oekraïne en Libanon.
Nogmaals, voor de omvang van de persvrijheid of het ontbreken ervan
hanteert FH drie categorieën: vrij, gedeeltelijk vrij en geen
persvrijheid.
Van de 194 bij de VN aangesloten landen scoren er 75 vrij, 50 landen
gedeeltelijk vrij en 69 landen geen persvrijheid. In percentages: 39%
vrij, 26% gedeeltelijk vrij en 35% geen persvrijheid.
Afgezet op bevolkingsomvang is het beeld bijzonder somber:
17% van de wereldbevolking leeft in landen met persvrijheid, 38% in
landen met gedeeltelijke persvrijheid en 45% (43% in 2003) van de
wereldbevolking kent geen persvrijheid.
Onder de laatste categorie vallen landen met meer dan 61 punten:
China 82 punten 42 gevangen journalisten
Cuba 96 punten 21 gevangenen,
Birma 96 punten 17 gevangenen
Eritrea 91 punten 13 gevangenen
Noord Korea 97 punten ?
Maar ook Rusland met 68 punten wordt door FH gekend tot de landen
zonder persvrijheid. India komt met 38 punten in de categorie
gedeeltelijke persvrijheid.
Dichterbij huis: Finland, IJsland, Zweden komen er uitmuntend uit met
elk 9 punten. Vervolgens Denemarken en Noorwegen met elk 10 en dan een
derde groep met België, Luxemburg, Zwitserland en Nederland met elk 11
punten. Duitsland en het Verenigd Koninkrijk komen daarna. Een
volgende groep is Frankrijk, Spanje, Polen en Slovenië. Oost-Europese
landen als Hongarije en Slowakije doen het verrassend goed. Dat geldt
niet voor Roemenië Bosnië, Bulgarije, die staan evenals Italië in de
categorie gedeeltelijk vrij. Italië bevindt door de invloed van de
premier Berlusconi op de media sinds 2003, in de categorie
gedeeltelijke persvrijheid met 35 punten, 3 punten minder dan India.
Israël, Zuid Afrika en Griekenland bevinden zich in de staart van de
vrije categorie.
Opmerkelijke terugval is te zien in de persvrijheid van Pakistan,
Kenya, Mexico, Venezuela en de VS. In generieke termen toont de VS
grote persvrijheid. Toch staat het land op de wereldranglijst niet
meer bij de top van de vrije landen. Ik ga wat dieper door op de FH-
analyse van de persvrijheid in de VS. Niet vanuit een gemakzuchtig
anti-Amerikanisme.
Het land is voor ons vaak een baken als het gaat om persvrijheid
alsmede de ontwikkeling van media. De teruggang van de persvrijheid in
de VS wordt mede veroorzaakt door strafrechtelijke vervolging van
journalisten in de VS die weigeren hun bronnen prijs te geven. De
lijst van gevangen journalisten over 2004 meldt een tv-journalist in
de VS die zes maanden moest uit zitten voor het beschermen van zijn
bron. De spanning tussen Justitie en journalisten loopt op omdat het
OM steeds vaker hun aantekeningen, bandmateriaal en vertrouwelijke
gesprekken wenst te gebruiken in strafzaken. In 32 staten is er sprake
van een vastgelegd verschoningsrecht maar er is geen federaal recht
zoals dat wel geldt voor artsen en geestelijken. Ook het Supreme Court
heeft tot nu toe het verschoningsrecht van journalisten in strafzaken
niet erkend.
Ook de inhoud van met name de beeldmedia staat ter discussie.
Freedom House vermeldt de hoge boetes tot 1.18 miljoen dollar die het
Amerikaanse Commissariaat voor de Media (Federal Communications
Commission FCC) kan opleggen na het uitzenden van `onbehoorlijk
materiaal'. Het voorbeeld van de blote borst van Janet Jackson met een
boete van 550 000 $ voor CBS haalde de wereldpers. ABC Network besloot
op het laatste moment de film Saving Private Ryan niet uit te zenden.
Een publieke omroep haalde stevige uitdrukkingen uit een interview met
soldaten in een documentaire over de strijd in Irak
FH verwacht dat het Congress dit jaar via wetgeving de FCC in staat
stelt het toezicht op gesloten kabelsystemen en satellietzenders te
verruimen alsmede om nog hogere boetes op te leggen. Voorvechters van
free speech zullen zich zeker tegen het laatste verzetten.
De drempel om in de VS media en journalisten te vervolgen wegens
laster, smaad en haatzaai ligt hoger dan in Europa. Meestal kiezen
rechters de kant van de journalist die op zoek is naar informatie die
overheidsfunctionarissen juist afschermen. Freedom House observeert
dat na 11 september het legale kader aanvankelijk verandert doordat de
regering Bush veel meer informatie als vertrouwelijk bestempelt.
Niettemin meldt Freedom House dat journalisten nog in staat blijken te
zijn officiële documenten te bemachtigen over de oorlog tegen het
terrorisme en de behandeling van gevangenen in Irak, Afghanistan en
Guantanamo op Cuba.
Een bijzonder zorgelijke ontwikkeling in de VS acht Freedom House het
feit dat de overheid invloed op de inhoud van media probeert te
verkrijgen door politieke commentatoren flinke financiële gunsten te
verlenen. Tevens wordt geconstateerd dat de regering Bush de praktijk
van door overheid geproduceerde nieuwssegmenten aanzienlijk heeft
uitgebreid. Anders gezegd: er komen meer programma's van een zogenaamd
onafhankelijk journalist die achteraf blijkt te zijn ingehuurd door de
overheid.
Het FH rapport 2004 en Nederland
De 11 punten van ons land worden als volgt door Freedom House
toegedeeld, 1 punt voor het legale klimaat , 6 punten voor politieke
invloed en 4 punten voor economische druk.
De persvrijheid en de vrijheid van meningsuiting liggen vast in de
grondwet. Freedom House constateert wel de mogelijke strafrechtelijke
vervolging en eventueel gevangenisstraf (artikel 111 wetboek van
strafrecht) bij belediging van de koningin en de koninklijke familie.
Dat kost ons één strafpunt. De media in ons land worden als vrij en
onafhankelijk omschreven. Over het economische klimaat constateert
Freedom House dat ondanks de hoge mediaconcentratie een groot scala
aan meningen in de gedrukte media wordt weergegeven. Ook de vrije,
onbelemmerde toegang tot internet wordt als positief beoordeeld. Dat
geldt ook voor het grote aanbod van binnen- en buitenlandse tv
zenders.
Als persvrijheidincidenten in Nederland worden door Freedom House
genoemd:
o De moord op Theo van Gogh
o Dordrecht, een politieactie tegen een lokaal tv station. Ik voeg er
aan toe dat de burgemeester later excuus maakt.
o Het afluisteren van de telefoon van een Telegraaf
misdaadverslaggever door het OM.
In mijn digitale versie vindt u nog een zestal kleinere feiten die
niet zijn opgenomen in het overzicht van Freedom House.
o Opvragen banden tv-journalist als bewijsmateriaal in de Baarnse
moordzaak
o Een persverbod bij de inval van politie bij een Marokkaans gezin in
Utrecht
o Spanning tussen de media en de overheid na invoering C 2000 waarmee
directe informatie over calamiteiten en transparantie van optreden van
politie en hulpdiensten ontbreekt
o Een systeem van rode kaarten is even overwogen door de politie in ZO
Brabant. Een rode kaart voor de journalist die naar de mening van de
dienders te vaak de meldkamer van politie belt. Er zijn bovendien al
politiedistricten waaraan journalisten moeten betalen voor de
persalarmering.
o De recente inbeslagname van tv-materiaal van Omroep Brabant.
o Daarnaast lopen er nog gezamenlijke gerechtelijke procedures van NVJ
en hoofdredacties tegen het politieoptreden en in vervolg op de
gijzeling van Spits-journalist Koen Voskuil bij het Europese Hof.
Bij de moord op Theo van Gogh rapporteert Freedom House dat er in ons
land zorg leeft over de status van de vrijheid van meningsuiting en de
persvrijheid. FH constateert dat de overheid de media verwijt raciale
onverdraagzaamheid aan te wakkeren.
Een ontwikkeling die tot zelfcensuur kan leiden vormen de bedreigingen
van journalisten en publicisten in ons land.
De moord op Theo van Gogh leert dat doodsbedreigingen daadwerkelijk
worden uitgevoerd. Samen met criminoloog Frank Bovenkerk en de
Universiteit Utrecht waren wij op 12 oktober 2004 begonnen met
onderzoek naar de bedreigingen van journalisten. De afschuwelijke
moord op 2 november benadrukt dat ook een aangrenzende groep van
filmers, columnisten en publicisten bij het onderzoek dient te worden
betrokken.
Het wetenschappelijk rapport is nog niet klaar. Ik neem hier een klein
voorschot op de eerste gegevens. De interpretaties laat ik uiteraard
aan Frank Bovenkerk over. De bedreigingen zijn in een aantal gevallen
dusdanig ernstig dat de Criminele Inlichtingen Eenheid van de politie,
betrokken journalisten waarschuwt voor een levensbedreigende aanslag.
De nu bekende feiten hebben er inmiddels toe geleid dat het Nederlands
Genootschap van Hoofdredacteuren en de NVJ een spoedgesprek hebben
aangevraagd met Minister Remkes. En als de Minister van Binnenlandse
Zaken het eveneens zinvol acht kunnen wij ons voorstellen dat ook
Minister Donner van Justitie er bij wordt betrokken. De bedreigingen
van journalisten vanuit de criminele wereld is in aantal en ernst
sterk toegenomen.
Overige bedreigingen worden door de respondenten soms afgedaan met het
argument dat het er altijd heeft bij gehoord. Het valt niet in het
bestek van deze dag uitvoerig in te gaan op het onderzoek. Nog niet
meegenomen in het onderzoek zijn recente incidenten. De koelbloedige
klappen voor een fotograaf door Samir A. direct na zijn vrijlating. En
de politie die de fotograaf aanvankelijk wegstuurt omdat er geen tijd
is voor een aangifte. Dan is er de recente ervaring van een
televisiejournaliste die een locatie filmend op een schoolplein een
Fanta blikje gevuld met benzine over het haar kreeg leeggestort.
Vervolgens wordt een aansteker bij haar hoofd gehouden met de woorden
op te krassen.
Twee waarnemingen naar aanleiding van de reacties van de respondenten
wil ik u in het kader van de persvrijheiddag niet onthouden.
Er is - gelukkig nog klein in omvang - een aantal rechtbank-/
politieverslaggevers dat aangeeft met de onderzoekswerkzaamheden te
zijn gestopt. Een andere respondent merkt op: zulke ervaringen
scheppen meteen de ongeschreven censuurkaders waarbinnen je als
onderzoeksjournalist naar criminele feiten kunt bewegen. Je behoort
dan te bewegen zonder je leven echt op het spel te zetten.
In de digitale versie vindt u enkele voorlopige gegevens over het
onderzoek, als er nog tijd is kan ik er hier nog enkele noemen.
Wie zijn er bevraagd in het onderzoek naar bedreigingen
Ruim 6000 journalisten zijn na een eerdere oproep op Villamedia
aangeschreven. Zeventig redacties zijn benaderd. 483 respondenten
hebben schriftelijk geantwoord, 226 melden bedreigingen.
De journalisten die worden bedreigd zijn globaal te verdelen over:
o misdaadverslaggevers
o rechtbank- en politieverslaggevers
o sportverslaggevers
o fotojournalisten en cameralieden
o stadsverslaggevers
Er komt nog een deelonderzoek naar de bedreigingen aan het adres van
columnisten en publicisten.
Globaal vallen de bedreigingen te onderscheiden in:
o fysiek geweld
o doodsbedreigingen
o juridische dreigementen
De bedreiging kan zijn gericht om publicatie te voorkomen of als
sanctie op een publicatie.
Hoe wordt er bedreigd?
o E-mail
o Telefoon
o Bedreiging in persoon, geldt vooral voor herkenbare fotografen en
cameralieden
o Brief al of niet met poeder of kogel
De eerste dadergroep vormt een verrassing.
o bedrijven komen nl. op de eerste plaats (uit de taxibranche,
afvalverwerking, projectontwikkelaars en winkeliers)
o georganiseerde misdaad
o individuele criminelen
o voetbalsupporters
o extreem rechts
o overheid (met name op lokaal niveau)
o woonwagenbewoners
o politie en ME
o allochtone groepen zonder Marokkanen
o Marokkaanse jongeren
o Restgroep van boeren, hells angels, omstanders bij ongelukken,
mileu-, dieren- en natuuractivisten, drugsverslaafden.
Wij kijken uit naar het eindrapport van Frank Bovenkerk en zijn team
onderzoekers
Tot slot terug naar de persvrijheid wereldwijd en om de hoek. Als
gezegd: mondiaal is er druk, op de persvrijheid. Er moet nog heel veel
gebeuren om artikel 19 uit het handvest van de VN tot werkelijkheid te
brengen. Er is groeiende kritiek en druk van de overheden op de media.
`Blaming the press' ligt politici, ook in ons land, te vaak voor in de
mond. Door de bank genomen staat onze persvrijheid er goed voor. De
zelfregulering in Nederland heeft de maximale grenzen bereikt. Het
aspect van de bedreigingen van journalisten en columnisten vraagt meer
aandacht van de overheid die zich niet over de inhoud van media hoort
uit spreken maar wel zorg dient te dragen voor de veiligheid van haar
onafhankelijke criticasters.
U kunt het persbericht en het landenoverzicht van Freedom House vinden
op www.freedomhouse.org
Nederlandse Vereniging van journalisten